Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit, te weten witwassen;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 360 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 251 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar
- verbeurdverklaring van het in beslag genomen geldbedrag ter hoogte van € 273.690,00;
- teruggave van het in beslag genomen geldbedrag ter hoogte van €1.825,00 aan de verdachte.
4..Waardering van het bewijs
afkomstig uit enig misdrijf”, niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Wel is voor een veroordeling ter zake van dit wetsartikel vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf.
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..In beslag genomen voorwerpen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 360 (driehonderdzestig) dagen;
261 (tweehonderdeenenzestig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;