Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde, te weten het aanwezig hebben van cocaïne;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 200 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 31 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar;
- ter beschikking stelling van het in beslag genomen geld aan de rechthebbende.
4..Waardering van het bewijs
1006,9gram cocaïne, van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..In beslag genomen voorwerpen
9..Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
10.. Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.. Bijlagen
12.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 200 (tweehonderd) dagen;
31 (eenendertig)dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
€ 2.370,00 (zegge: tweeduizend driehonderdzeventig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde] te betalen
€ 2.370,00(zegge:
tweeduizend driehonderdzeventig euro) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.370,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
33 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;