ECLI:NL:RBROT:2022:827
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- J. Bade
- F. Wegman
- M. Zoethout
- Rechtspraak.nl
Weigering verzoek tot contra-expertise in verkeerszaak na verkeersongeval
In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 4 februari 2022, wordt het bezwaarschrift van de verdachte tegen de weigering van de rechter-commissaris om een contra-expertise van de Verkeersongevallenanalyse (VOA) te laten verrichten, ongegrond verklaard. De verdachte, die wordt vervolgd voor het opzettelijk in ernstige mate schenden van de verkeersregels, heeft op 28 oktober 2021 verzocht om onderzoekshandelingen, maar dit verzoek werd door de rechter-commissaris op 16 november 2021 afgewezen. De verdachte betwist de snelheid die aan hem is toegeschreven en stelt dat hij niet de snelheid heeft gereden die in de VOA is berekend. De officier van justitie heeft geconcludeerd dat het bezwaar ongegrond is, omdat de VOA op standaardformules is gebaseerd en er getuigen zijn die de hoge snelheid bevestigen.
De rechtbank overweegt dat de rechter-commissaris een verzoek tot contra-expertise kan weigeren als het niet kan bijdragen aan de beslissing in de strafzaak. De rechtbank concludeert dat de verdachte niet voldoende heeft onderbouwd waarom de metingen en berekeningen in de VOA onjuist zouden zijn. De enkele wens om een onafhankelijke expert in te schakelen is onvoldoende om een contra-expertise te rechtvaardigen. De rechtbank stelt vast dat de verdachte niet aannemelijk heeft gemaakt dat het verzoek tot contra-expertise in redelijkheid kan bijdragen aan de beslissing in de strafzaak. Daarom blijft de beslissing van de rechter-commissaris in stand en wordt het bezwaar ongegrond verklaard.