Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
1. opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 aanhef en onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
2. een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden door stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..In beslag genomen voorwerpen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden,
5 (vijf) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaar;