Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het vonnis van 25 mei 2022 (hierna: het tussenvonnis) en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de akte van [eiser] c.s. van 8 juni 2022.
Rechtbank Rotterdam
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 14 september 2022 een eindvonnis uitgesproken in de zaak tussen [eiser] en [eiseres] tegen [gedaagde]. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. Th.C. Visser, hebben vorderingen ingediend die voortvloeien uit een koopovereenkomst. In een eerder tussenvonnis van 25 mei 2022 is aan eisers opgedragen bewijs te leveren van gebreken aan de woning, waaronder defecte vloerverwarming, een defecte koel/vriescombinatie en een defecte jacuzzi. Echter, eisers hebben afgezien van het leveren van dit bewijs, wat heeft geleid tot de afwijzing van deze vorderingen.
De rechtbank heeft in het tussenvonnis reeds vastgesteld dat de gedaagde tekortgeschoten is in de nakoming van de koopovereenkomst met betrekking tot blootliggende elektriciteitskabels in de tuin. De vorderingen die verband houden met de overige gestelde gebreken zijn afgewezen. Daarnaast hebben eisers aanspraak gemaakt op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, maar deze zijn afgewezen omdat niet voldaan is aan de vereisten van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank heeft ook de beslagkosten afgewezen, aangezien het leggen van conservatoir beslag onnodig was.
In de beslissing heeft de rechtbank gedaagde veroordeeld tot betaling van € 25,00 aan eisers, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. S.A. van Egmond.