In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldregeling door verzoekster, die kampt met een aanzienlijke schuldenlast. Verzoekster heeft vijftien concurrente schuldeisers met een totaalbedrag van € 24.866,54. Zij heeft een schuldregeling aangeboden waarbij zij 7,11% van haar schulden zou aflossen. De rechtbank heeft vastgesteld dat veertien van de vijftien schuldeisers akkoord zijn gegaan met deze regeling, terwijl één schuldeiser, [schuldeisers], heeft geweigerd in te stemmen. De rechtbank heeft de weigering van [schuldeisers] beoordeeld en geconcludeerd dat de belangen van verzoekster en de overige schuldeisers zwaarder wegen dan die van de weigerende schuldeiser. Verzoekster werkt fulltime en heeft aangetoond dat zij in staat is om meer af te lossen dan het aangeboden percentage. De rechtbank heeft daarom besloten om [schuldeisers] te bevelen in te stemmen met de schuldregeling en hen te veroordelen in de kosten van de procedure. Tevens is het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel is dat de aangeboden regeling een gunstiger resultaat zal opleveren voor de schuldeisers. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en kan binnen acht dagen na de uitspraak worden aangevochten door degene die daartoe recht heeft volgens de Faillissementswet.