ECLI:NL:RBROT:2022:8116
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van het loon van de vereffenaar in een nalatenschap
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 2 september 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot vaststelling van het loon van de vereffenaar. De verzoekster, een B.V., was benoemd tot vereffenaar in de nalatenschap van de heer [naam erflater], die op 22 augustus 2019 te Rotterdam was overleden. De verzoekster verzocht om haar loon vast te stellen over de periode van 25 mei 2020 tot en met heden op een bedrag van € 16.802,13. Dit verzoek was gebaseerd op de stelling dat de afwikkeling van de nalatenschap was afgerond, waardoor het loon van de vereffenaar moest worden vastgesteld.
De kantonrechter heeft de procedure zonder zitting behandeld en het dossier bestond uit een verzoekschrift dat op 29 juli 2022 was ingekomen, vergezeld van producties. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzoekster een urenspecificatie had overlegd, waarin voldoende inzicht werd gegeven in de uitgevoerde werkzaamheden en de daaraan bestede tijd. De urenspecificatie voldeed aan de vereisten van de Recofa-richtlijnen, en de toegepaste uurtarieven waren correct. De kantonrechter oordeelde dat het verzoek niet onrechtmatig of ongegrond was.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het loon van de verzoekster als vereffenaar vastgesteld op een totaalbedrag van € 13.886,06 exclusief btw, wat neerkomt op € 16.802,13 inclusief btw. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. C. van Steenderen-Koornneef.