Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 22 november 2021;
- de akte houdende overlegging producties van [naam eiseres 1] van 8 december 2021;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties, van 19 januari 2022;
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens vermeerdering van eis in conventie, met producties, van 19 mei 2022;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 19 mei 2022;
- de akte met producties van [naam eiseres 1] van 22 juni 2022;
- de antwoordakte met één productie van [naam gedaagde] van 20 juli 2022.
2..De feiten
van haar verplichtingen uit de onderhavige hypothecaire geldlening, onder de opschortende voorwaarde dat de bij gemelde akte ten behoeve van de bank verbonden onroerende zaak aan de [adres] bij notariële akte zal worden toebedeeld aan de ondergetekende sub 2[[naam]]
en dat deze zich bij bedoelde akte verplicht alle verplichtingen aan de bank te zullen voldoen.
3..Het geschil
in conventie
primair[naam gedaagde] te veroordelen binnen twee weken na de betekening van het vonnis haar aandeel in de woning om niet aan [naam eiseres 1] te leveren (na verduidelijking ter zitting: aan [naam eiseres 1] handelend voor zichzelf en als testamentair bewindvoerder van haar zoon), met een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat [naam gedaagde] niet aan deze veroordeling voldoet, en met de bepaling dat als [naam gedaagde] niet aan deze veroordeling voldoet, dit vonnis in de plaats treedt van haar handtekening onder de leveringsakte zodat de levering plaatsvindt door inschrijving van dit vonnis en de notariële akte in de daartoe bestemde registers;
subsidiair[naam gedaagde] te veroordelen binnen twee weken na de betekening van het vonnis haar aandeel in de woning tegen betaling van € 16.621,00 aan [naam eiseres 1] te leveren aan [naam eiseres 1], met een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat [naam gedaagde] hiermee in gebreke blijft, en met de bepaling dat als [naam gedaagde] niet aan deze veroordeling voldoet, dit vonnis in de plaats treedt van haar handtekening onder de leveringsakte zodat de levering plaatsvindt door inschrijving van dit vonnis en de notariële akte in de daartoe bestemde registers;
primair en subsidiairvoor recht te verklaren dat [naam eiseres 1] wat de verdeling van de woning betreft niets meer aan [naam gedaagde] verschuldigd is dan wel, als [naam eiseres 1] wel iets aan [naam gedaagde] verschuldigd zou zijn, [naam eiseres 1] het recht heeft dit te verrekenen met de totale aankoopkosten (koopsom plus kosten koper) van de woning, de rentelasten, de inhoudingskosten en de verbeteringskosten.
4..De beoordeling in conventie en in reconventie
(‘Mijn huidige man doet de belastingen. Het zat niet in ons systeem, ik had geen directe herinnering aan die periode. We hadden er goed naar moeten kijken’) is niet eenduidig. Een voor de hand liggende verklaring is dat [naam gedaagde] ervan uitging dat zij geen aandeel in de woning meer had en dat zij er dus - evenals [naam] - van uitging dat de verdeling van de woning geëffectueerd was. Daarop wijst ook het volgende.
Ik leefde in de veronderstelling dat alles rond het huis was afgehandeld” en ging zij op zoek naar de gevraagde akte van verdeling. Ter zitting verklaarde [naam gedaagde] dat zij op zoek ging naar de akte van ontslag. Kennelijk ging zij er dus van uit dat met de akte van ontslag de verdeling was afgehandeld. De uitleg die [naam gedaagde] ter zitting heeft gegeven, die erop neerkomt dat zij vergeten was dat de woning onverdeeld was gebleven, is niet geloofwaardig. Een logische verklaring voor het feit dat [naam gedaagde] in de veronderstelling verkeerde dat alles rond de woning was afgehandeld en op zoek ging naar de akte van ontslag is dat zij en [naam] in 1999 bedoeld hebben de verdeling te regelen op de wijze als in de akte van ontslag omschreven, dus door toedeling van de woning aan [naam], en dat zij - evenals [naam] - in de veronderstelling verkeerde dat die toedeling met de akte van ontslag geëffectueerd was.