ECLI:NL:RBROT:2022:8002

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 september 2022
Publicatiedatum
26 september 2022
Zaaknummer
C/10/636624/ HA ZA 22-315
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Burenoverlast en onrechtmatige daad: afwijzing vorderingen wegens onvoldoende onderbouwing

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft eiseres, wonende aan [adres 1], een vordering ingediend tegen haar buurman, gedaagde, wonende aan [adres 2], wegens burenoverlast. Eiseres stelt dat gedaagde sinds 2017 overlast veroorzaakt door overmatig alcohol- en cannabisgebruik, wat leidt tot hinderlijke geuren en geluidsoverlast. Eiseres vordert onder andere een schadevergoeding van € 2.000, een verbod op hinder, en vergoeding van advocaatkosten. Gedaagde betwist de klachten en stelt dat eiseres zelf voor overlast zorgt. De rechtbank heeft de procedure gevolgd, inclusief eerdere verwijzingen en mondelinge behandelingen.

De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld. Eiseres heeft onvoldoende bewijs geleverd voor haar claims van onrechtmatige hinder. De rechtbank concludeert dat de door eiseres beschreven incidenten niet voldoende zijn om te stellen dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld. De rechtbank wijst de vorderingen van eiseres af en veroordeelt haar in de proceskosten van gedaagde, vastgesteld op € 2.003,00. Dit vonnis is uitgesproken op 14 september 2022 door mr. W.A.M. Schellekens.

Uitspraak

RECHTBANK Rotterdam

Team haven en handel
Zaaknummer: C/10/636624 / HA ZA 22-315
Vonnis van 14 september 2022
in de zaak van
[naam eiseres],
wonende te [woonplaats eiseres],
eiseres,
advocaat: mr. J.P. van Veenendaal te ’s-Gravenhage,
tegen
[naam gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
advocaat: mr. A. Jhingoer te Rotterdam.
Partijen zullen hierna [naam eiseres] en [naam gedaagde] worden genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis van de kantonrechter van 5 november 2021 waarbij de zaak is verwezen naar de handelskamer van deze rechtbank;
  • de oproepingsbrief voor de mondelinge behandeling van 3 mei 2022;
  • het B-formulier van 16 augustus 2022 waarbij [naam eiseres] producties heeft overlegd;
  • de mondelinge behandeling van 22 augustus 2022; en
  • de spreekaantekeningen van mr. P.C. Timmer, kantoorgenoot van mr. Van Veenendaal voornoemd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
[naam eiseres] huurt sinds 1997 de woning aan de [adres 1] en [naam gedaagde] is sinds 2017 eigenaar van de woning aan de [adres 2]. [naam eiseres] en [naam gedaagde] zijn buren.

3..De vordering

3.1.
[naam eiseres] vordert - samengevat - om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [naam gedaagde];
I. te veroordelen tot het betalen van een immateriële schadevergoeding van € 2.000,00 dan wel een bedrag dat door deze rechtbank redelijk wordt geacht;
II. te veroordelen tot het staken van alle hinder, bedreigingen en intimidaties jegens [naam eiseres] op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per keer dat de hinder, bedreigingen en intimidaties van [naam gedaagde] aanhouden;
III. een straat- en contactverbod op te leggen met een duur die door uw rechtbank redelijk wordt geacht op straffe van verbeurte een dwangsom van € 500,00 (zegge: vijfhonderd euro) per keer dat [naam gedaagde] zich niet houdt aan het straat- en contactverbod;
IV. te veroordelen tot het betalen van de volledige advocaatkosten zijnde € 487,00 (zegge: vierhonderdzevenentachtig euro).
3.2.
[naam eiseres] heeft haar vordering ̶ kort samengevat ̶ als volgt onderbouwd.
3.3.
[naam eiseres] ondervindt vanaf 2017 veel overlast van [naam gedaagde]. Door overmatig alcohol- en cannabisgebruik van [naam gedaagde], ook in zijn tuin en op straat, wordt zij dagelijks geconfronteerd met een sterke cannabisgeur in haar tuin en op straat en ervaart zij veel geluidsoverlast. Ook schreeuwt [naam gedaagde] op straat en in de tuin, slaat op potten en pannen en laat met opzet een wekker hard afgaan om 05:00 uur ‘s-ochtends. Ook laat [naam gedaagde] vrijwel dagelijks belletjes afgaan in de tuin. [naam gedaagde] scheldt [naam eiseres] regelmatig uit. [naam gedaagde] gooit verder confetti en eieren in de tuin van [naam eiseres] en spuit met opzet met een hogedrukspuit op de schutting tussen de tuinen van partijen. Door aldus te handelen pleegt hij een onrechtmatige daad in de zin van artikel 6:162 BW jegens [naam eiseres] en handelt hij in strijd met artikel 5:37 BW.
3.4.
De verhuurder heeft aangegeven niets te kunnen ondernemen tegen de door [naam eiseres] ervaren beperkingen in het woongenot ten gevolge van handelen van [naam gedaagde] en ook buurtbemiddeling en een schriftelijk waarschuwing vanuit de gemeente Nissewaard hebben niet geleid tot staking van de overlast en treiterijen.
3.5.
Door deze ernstige overlast word [naam eiseres] belemmerd in het woongenot van de door haar gehuurde woning en wordt haar psychisch welzijn ondermijnd. Er is sprake van een intimiderende, dreigende en onveilige situatie voor [naam eiseres].

4..Het verweer

4.1.
[naam gedaagde] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [naam eiseres], dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [naam eiseres], met veroordeling van [naam eiseres] - uitvoerbaar bij voorraad - in de kosten van de procedure.
4.2.
[naam gedaagde] betwist de juistheid van de door [naam eiseres] geuite klachten. Hij heeft geen strafbaar feit gepleegd en staat op goede voet met de wijkagent. [naam gedaagde] erkent dat partijen al enige tijd in onmin naast elkaar wonen. Maar dit is niet te wijten aan [naam gedaagde]. Het is juist [naam eiseres] die voor overlast zorgt. Zo is [naam gedaagde] naar aanleiding van meldingen van [naam eiseres] meermaals door de politie in zijn auto aangehouden voor een blaastest, die telkens negatief bleek.
4.3.
[naam gedaagde] is altijd bereid geweest om in overleg te treden. Het is juist [naam eiseres] die de bemiddelingsgesprekken heeft geweigerd.

5..De beoordeling

5.1.
Het antwoord op de vraag of het toebrengen van hinder onrechtmatig is, hangt volgens vaste rechtspraak af van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor veroorzaakte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval waaronder de plaatselijke omstandigheden. Niet alle hinder is onrechtmatig.
5.2.
Ter zitting is gebleken dat de door [naam eiseres] beschreven voorvallen met confetti en eieren kennelijk incidenten zijn geweest, die zich jaren geleden hebben voorgedaan. Het spuiten met een hogedrukspuit tegen de schutting en het laten afgaan van een wekker om 05:00 uur ’s-morgens heeft zich slechts enkele keren voorgedaan. De “belletjes” heeft [naam eiseres] na oktober 2019 niet meer gehoord. Volgens [naam eiseres] bestaat de overlast nu uit treiteren, herrie maken en intimideren.
5.3.
Dat sprake is van treiteren, herrie maken en intimideren heeft [naam eiseres], in het licht van de gemotiveerde betwisting door [naam gedaagde], onvoldoende met feiten en omstandigheden onderbouwd.
5.4.
De schriftelijke verklaringen die [naam eiseres] heeft overgelegd van haar buurvrouw, [naam 1], en van haar vriend, [naam 2], dateren van september 2020. Dat in de afgelopen twee jaar nog sprake is geweest van overlastgevend gedrag, blijkt hier dus niet uit. Bovendien worden deze verklaringen weersproken door de schriftelijke verklaringen van buurtbewoners die [naam gedaagde] heeft overgelegd.
5.5.
[naam eiseres] heeft ter zitting verklaard dat zij diverse meldingen bij de politie heeft gedaan maar zij heeft daarvan geen bewijs overgelegd en zij heeft geen bewijs overgelegd van de constateringen die de politie heeft gedaan.
5.6.
Van een schriftelijke waarschuwing door de gemeente Nissewaard, zoals door [naam eiseres] gesteld, is niet gebleken. [naam eiseres] heeft geen brief van de gemeente overgelegd. [naam gedaagde] heeft wel brieven van de gemeente overgelegd. Uit deze brieven blijkt dat [naam eiseres] heeft geklaagd over geluidoverlast en intimiderend gedrag van [naam gedaagde], maar niet dat dit gedrag door de gemeente of enige andere instantie is vastgesteld. Anderzijds staat wel vast dat de regisseur woonoverlast, [naam 3], [naam eiseres] heeft gemaand te stoppen met het lastig vallen van [naam gedaagde].
5.7.
Op één van de twee video’s die [naam eiseres] ter zitting heeft getoond is een luide bonk te horen. Wat de herkomst daarvan is, is onduidelijk. Op de andere video is te horen dat [naam gedaagde] zegt: “
Ik zal er alles aan doen om deze vrouw te laten opdonderen”. [naam gedaagde] heeft verklaard dat hij dit heeft gezegd omdat [naam eiseres] ten onrechte de politie op hem had afgestuurd voor een blaastest. Dat [naam gedaagde] daadwerkelijk overlast veroorzaakt, blijkt hier niet uit.
5.8.
Uit het voorgaande volgt dat [naam eiseres] haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd. De vordering zal daarom worden afgewezen.
5.9.
[naam eiseres] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [naam gedaagde] als volgt vastgesteld:
- griffierecht
314,00
- salaris advocaat
1.689,00
(3 punten × € 563,00)
Totaal
2.003,00

6..De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen van [naam eiseres] af,
6.2.
veroordeelt [naam eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van [naam gedaagde] tot dit vonnis vastgesteld op € 2.003,00,
6.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.A.M. Schellekens. Het is getekend door de rolrechter en in het openbaar uitgesproken op 14 september 2022.
3271/2066/3310