ECLI:NL:RBROT:2022:7979
Rechtbank Rotterdam
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht door veelprocedeerder
In deze zaak heeft eiser, een veelprocedeerder, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid, waarbij zijn bezwaar tegen een eerder besluit ongegrond is verklaard. Het betreft een verzoek om vrijstelling van het griffierecht, dat door de rechtbank is afgewezen omdat eiser niet tijdig de benodigde onderbouwing heeft aangeleverd. De rechtbank heeft eiser op 1 april 2022 verzocht om binnen twee weken bewijsstukken te overleggen ter onderbouwing van zijn verzoek om vrijstelling van het griffierecht. Eiser heeft echter geen gegevens of bewijsstukken ingediend, wat heeft geleid tot de afwijzing van zijn verzoek op 1 juli 2022.
Eiser heeft vervolgens een tweede verzoek om vrijstelling ingediend op 31 juli 2022, maar ook dit verzoek werd niet onderbouwd. De rechtbank heeft eiser op 3 augustus 2022 aangemaand om het griffierecht van € 184,- binnen vier weken te voldoen, maar dit bedrag is niet tijdig bijgeschreven of ter griffie gestort. De rechtbank heeft vastgesteld dat, op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, het beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat eiser in verzuim is geweest.
De rechtbank heeft in haar beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.E. Bos, rechter, en is openbaar gemaakt op 15 september 2022. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak verzet aantekenen bij de rechtbank.