Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1..De procedure
- de dagvaarding van 8 september 2022, met producties;
- de aanvullende productie van eiseres;
- de producties van gedaagden;
- de mondelinge behandeling van 12 september 2022;
- de pleitnota van [eiseres] ;
- de pleitnota van [gedaagde 1] c.s.
2..De feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
nietis afgeweken van artikel 8:441 BW. Het door [gedaagde 1] uitgegeven cognossement bepaalt immers dat bij aflevering van de container (één exemplaar van) het originele cognossement moet worden gepresenteerd. De eventuele vrijheid om contractueel te mogen afwijken van een regel als vervat in artikel 8:441 BW is in dit geval dus niet relevant.
5..De beslissing
- afgifte van een letter of indemnity ten gunste van [gedaagde 1] c.s. conform het model zoals door [gedaagde 1] c.s. als productie c-3 overgelegd;
- afgifte van een bankgarantie van een eersteklas Nederlandse bank ter grootte van USD 74.000,= voor een termijn van twee jaar na afgifte van de letter of indemnity voor het geval een andere partij onder presentatie van het originele cognossement met nummer [nummer cognossement] de container opeist;
- voldoening van de ten tijde van de afgifte van voornoemde container verschuldigde demurrage- en detentionkosten, berekend conform de tarieven vermeld op de website van [gedaagde 1] ;
1885