In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 september 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Seris Security B.V. en ECT Delta Terminal B.V. en andere gedaagden. Seris vorderde nakoming van een overeenkomst voor beveiligingsdiensten die volgens haar tot stand was gekomen na een inkoopprocedure. ECT betwistte dat er een overeenkomst was en verwees naar het ontbreken van een schriftelijke opdracht van een bevoegd persoon. De rechtbank oordeelde dat, hoewel er een intentie was om een overeenkomst aan te gaan, de belangenafweging in het voordeel van ECT uitviel. ECT had zwaarwegende belangen bij de continuïteit van de beveiligingsdiensten op de terminals, vooral gezien de kwetsbaarheid voor criminele activiteiten. De rechtbank concludeerde dat Seris onvoldoende zwaarwegende belangen had om de vordering toe te wijzen, en wees de vordering tot nakoming af. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.