Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren met aftrek van voorarrest;
- terbeschikkingstelling met voorwaarden zoals gesteld door de reclassering:
- de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren;
- oplegging van gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel, als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (Sr);
- oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v Sr, te weten een contactverbod met de aangevers [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] en een locatieverbod voor de gemeente Gorinchem.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf en maatregel
8..Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen
(feiten
immateriële schade:
(feiten
immateriële schade:
immateriële schade: n-o, subs aanzienlijk matigen
€ 9.563,81toegewezen. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard. Het resterende deel van de vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
€ 2.788,89toegewezen. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard. Het resterende deel van de vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaar, bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
1 (één) jaarniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking;
€ 9.563,81(zegge:
negenduizend vijfhonderddrieënzestig euro en éénentachtig cent),bestaande uit € 4.563,81 aan materiële schade en € 5.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 november 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[naam slachtoffer 1]te betalen
€ 9.563,81(hoofdsom,
zegge: negenduizend vijfhonderddrieënzestig euro en éénentachtig cent),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 november 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 9.563,81 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
82 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[naam slachtoffer 2], te betalen een bedrag van
€ 2.788,89 (zegge: tweeduizend zevenhonderdachtentachtig euro en negenentachtig cent), bestaande uit € 2.288,89 aan materiële schade en € 5.00,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 november 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 2] te betalen
€ 2.788,89(hoofdsom,
zegge: tweeduizend zevenhonderdachtentachtig euro en negenentachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 november 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.788,89 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
37 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;