In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 augustus 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De ondertoezichtstelling was eerder al verlengd en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een verdere verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar. De ouders van de minderjarigen, de moeder en de vader, zijn bijgestaan door hun advocaten, respectievelijk mr. R.W. de Gruijl en mr. A.J.H.M. Hopmans. Tijdens de zitting zijn ook vertegenwoordigers van de GI aanwezig geweest. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de minderjarigen nog steeds ernstig wordt bedreigd door de scheidingsproblematiek tussen de ouders. Er zijn positieve berichten uit het Kennis- en Servicecentrum voor Diagnostiek (KSCD) naar voren gekomen, maar de kinderrechter heeft benadrukt dat het contact tussen de vader en de kinderen niet beperkt mag blijven tot eenmaal per vier weken. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 19 februari 2023 en het verzoek tot benoeming van een bijzondere curator afgewezen, omdat de GI en Enver voldoende ondersteuning en begeleiding kunnen bieden aan de minderjarigen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.