ECLI:NL:RBROT:2022:7847

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 september 2022
Publicatiedatum
22 september 2022
Zaaknummer
C/10/642720 KG ZA 22-681
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over de verdeling van de woning na ontbinding van geregistreerd partnerschap

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een kort geding tussen een vrouw en een man die een geregistreerd partnerschap hebben gehad. De ontbinding van dit partnerschap is op 21 maart 2022 uitgesproken, en de vrouw heeft de woning in januari 2021 verlaten. De man woont nog in de woning met de minderjarige kinderen. De vrouw vordert vervangende toestemming voor de verkoop van de woning, omdat de man niet in staat zou zijn om de woning over te nemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man de financiering voor de overname van de woning niet tijdig heeft geregeld, maar dat de vertraging grotendeels buiten zijn risicosfeer ligt. De man krijgt nog één maand de tijd om aan te tonen dat hij de financiering kan rondkrijgen en de vrouw kan ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. Indien hij hierin niet slaagt, moet de woning worden verkocht. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/642720 / KG ZA 22-681
Vonnis in kort geding van 9 september 2022
in de zaak van
[eiseres01],
wonende te [woonplaats01] ,
eiseres,
advocaat mr. M.M. van Wijk te Honselersdijk,
tegen
[gedaagde01],
wonende te [woonplaats02] ,
gedaagde,
advocaat mr. M.J. Boers te 's-Gravenzande.
Partijen worden hierna de vrouw en de man genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 11 augustus 2022, met producties 1 tot en met 6;
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 18;
  • de brief namens de vrouw van 26 augustus 2022, met productie 7;
  • de mondelinge behandeling van 26 augustus 2022.
1.2.
Aan het eind van de mondelinge behandeling hebben partijen te kennen gegeven dat zij willen proberen in onderling overleg een regeling te treffen. Om partijen daartoe in de gelegenheid te stellen, is de zaak tot 2 september 2022 aangehouden. Partijen hebben de voorzieningenrechter op 5 september 2022 bericht dat het hen niet is gelukt om een regeling te treffen en dat zij vonnis wensen. Het vonnis is vervolgens bepaald op heden.

2..De feiten

2.1.
Partijen hebben een geregistreerd partnerschap met elkaar gehad. Op 21 maart 2022 is de ontbinding van het partnerschap uitgesproken. De ontbindingsbeschikking is op 4 juli 2022 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.2.
Tot de ontbonden partnerschapsgemeenschap behoort een woning, staande en gelegen te ( [postcode01] ) [plaats01] aan de [adres01] (hierna: de woning). Op deze woning rust een hypothecaire geldlening.
2.3.
De vrouw heeft de woning in januari 2021 verlaten. De man woont samen met de (minderjarige) kinderen van partijen nog in de woning.
2.4.
Ten aanzien van de verdeling van de woning is in de ontbindingsbeschikking, voor zover relevant, opgenomen:
(..) “
De echtelijke woning gelegen aan de [adres01] te [plaats01] met de daarop rustende
hypotheken bij de Rabobank met rekeningnummers [rekeningnummer01] [rekeningnummer02] en
[rekeningnummer03]
De man wenst de woning toegedeeld te krijgen. Hij stelt dat hij hiertoe in staat is middels de
hulp van twee geldschieters die een loterij hebben gewonnen en hem willen helpen de overname te financieren. De vrouw wenst de woning te verkopen aan een derde. Zij betwijfelt dat de man de woning kan financieren middels derden.
De rechtbank zal de man in de gelegenheid stellen de toedeling van de woning aan hem te financieren. De waarde van de woning dient te worden vastgesteld middels een nieuwe taxatie. De vorige taxatie dateert van 21 mei 2021. Gelet op de snelle stijging van de waarde van de woningen in de afgelopen tijd is een nieuwe taxatie noodzakelijk. Ten aanzien van de taxatie dient de man binnen twee weken na deze beschikking drie makelaarskantoren te selecteren en deze selectie naar de vrouw te sturen. Na ontvangst daarvan kiest de vrouw binnen één week uit die selectie de makelaar die de woning zal taxeren. De makelaar dient de woning te taxeren zonder de aanwezigheid van partijen.
De man krijgt voor het in orde maken van de financiering van de woning de tijd tot één maand na de taxatie dan wel, als de inschrijving van de ontbinding van het geregistreerd partnerschap in de registers van de burgerlijke stand eerder plaatsvindt dan de taxatie, één maand na de inschrijving.
Als de waarde van de woning hoger is dan de hypothecaire schuld, nadat de aanspraken van de aan de hypothecaire geldlening gekoppelde levensverzekering daarop in mindering zijn gebracht, is sprake van overwaarde. De man moet de helft van de overwaarde aan de vrouw voldoen.
Als de waarde van de woning lager is dan de hypothecaire schuld, nadat de aanspraken van de aan de hypothecaire geldlening gekoppelde levensverzekering daarop in mindering zijn gebracht, is sprake van onderwaarde. De vrouw moet de helft van de onderwaarde aan de man voldoen.
Als de man niet in staat is de toedeling van de woning aan hem te financieren en/of het ontslag van de vrouw uit bedoelde hoofdelijke aansprakelijkheid te bewerkstelligen, moet de woning worden verkocht. De makelaar die de woning heeft getaxeerd, wordt de verkopende makelaar. Partijen
verrichten vervolgens zo spoedig mogelijk de volgende handelingen:
  • invullen en ondertekenen van door de makelaar geleverde formulieren ten behoeve van de opdracht tot verkoop,
  • aanleveren van door de makelaar verzochte documenten;
  • betaling van hun deel van de aanbetaling aan de makelaar, binnen de gestelde betalingstermijn van de makelaar,
  • leveren van een set sleutels aan de makelaar, binnen de door de makelaar gestelde termijn,
  • meewerken aan het bepalen van de verkoopprijs of de vraag- en laatprijs, binnen de door de makelaar gestelde termijn,
  • meewerken aan geplande bezichtigingen,
  • zorgen dat huis en tuin verzorgd ogen voor iedere bezichtiging,
  • alle andere handelingen die noodzakelijk zijn voor de verkoop en oplevering van de woning, waartoe zowel door de makelaar als in een later stadium door de notaris verzocht wordt, binnen de door hen gestelde termijnen,
  • het tekenen van de koopovereenkomst,
  • het meewerken aan de levering van de echtelijke woning via de notaris, waaronder het tekenen van de transportakte of een volmacht binnen de door de notaris gestelde termijn.
Bij dit alles geldt nog het volgende:
  • voor het geval partijen niet in onderling overleg tot overeenstemming komen over de te hanteren verkoopprijs en of de vraag- en laatprijs, zal de makelaar deze bindend vaststellen, alsmede een eventuele wijziging van de te hanteren vraag- en laatprijs in geval verkoop uitblijft,
  • in het geval de makelaar de verkoopprijs en/of vraag- en laatprijs bindend heeft vastgesteld, hanteren partijen deze bij de verkoop van de echtelijke woning aan een derde,
  • partijen dragen de aan de verkoop verbonden kosten ieder bij helfte,
  • als de makelaar de opdracht tot verkoop van de echtelijke woning teruggeeft wegens gebrek aan medewerking van de zijde van een van partijen, voldoet de niet-meewerkende partij de kosten die de makelaar in rekening brengt. Dit geldt ook voor schade en of extra onkosten veroorzaakt door het niet-meewerken van een partij bij de afwikkeling bij de notaris en door het niet correct opleveren van het huis aan kopers,
  • met de verkoopopbrengst van de woning en de opbrengst van de polissen die zijn gekoppeld aan de hypothecaire lening wordt de hypothecaire lening afgelost. Als na aflossing een hypothecaire schuld resteert, dragen partijen deze gelijkelijk. Als na aflossing en overwaarde resteert, verdelen partijen deze gelijkelijk.
Op de verkoopopbrengst moet de hypothecaire schuld ten tijde van de overdracht van de woning in mindering worden gebracht. De aanspraken uit hoofde van de aan de hypothecaire geldlening gekoppelde levensverzekering strekken in mindering op de hypothecaire schuld. Voor zover de verkoopopbrengst (eventueel vermeerderd met de aanspraken uit hoofde van de aan de hypothecaire geldlening gekoppelde levensverzekering) hoger is dan de hypothecaire schuld, is sprake van overwaarde die partijen gelijkelijk verdelen.
Als de verkoopopbrengst lager is dan de hoogte van de hypothecaire schuld, waarop de eventuele aanspraken uit hoofde van de aan de hypothecaire geldlening gekoppelde levensverzekering in mindering strekken, is sprake van onderwaarde, die partijen gelijkelijk dragen.
De kosten verbonden aan de verdeling en levering of verkoop en levering van de woning
worden door partijen bij helfte gedragen.” (..)
2.5.
De woning is op 19 mei 2022 getaxeerd door Lobs Makelaardij te Oostvoorne. Ondanks herhaaldelijk verzoek van de man heeft deze makelaar nog geen taxatierapport verstrekt aan partijen.

3..Het geschil

3.1.
De vrouw vordert samengevat - uitvoerbaar bij voorraad:
I. aan de vrouw vervangende toestemming dan wel een machtiging te verlenen om over te gaan tot verkoop en levering van de woning aan de [adres01] te [plaats01] , dan wel subsidiair de man te veroordelen tot medewerking aan de verkoop van genoemde woning via Lobs Makelaardij, op straffe van verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van € 500,- per dag;
II. de man te veroordelen de woning uiterlijk binnen 14 dagen na betekening van het vonnis te verlaten en de vrouw te machtigen deze veroordeling te uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
III. te bepalen dat het vonnis in de plaats treedt van dat deel van de notariële akte strekkende tot levering van de woning waarvoor de medewerking van de man vereist is, indien de man niet meewerkt aan het passeren van de notariële leveringsakte;
IV. de man te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2.
De man voert verweer dat strekt tot afwijzing van de vorderingen.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

4.1.
In zaken als de onderhavige geldt tot uitgangspunt dat partijen niet gehouden zijn om in een onverdeelde gemeenschap te blijven. Met de stelling van de vrouw dat zij ten aanzien van de woning niet langer in een feitelijke onverdeeldheid wensen te blijven, omdat zij samen met haar huidige partner geen nieuwe woning kan kopen, is voldaan aan het voor deze procedure vereiste spoedeisend belang. Of de vorderingen toewijsbaar zijn, wordt hierna beoordeeld.
4.2.
In de ontbindingsbeschikking is bepaald dat de man de financiering voor de overname van de woning rond dient te krijgen binnen één maand na de taxatie van de woning dan wel, als de inschrijving van de ontbinding van het geregistreerd partnerschap in de registers eerder plaatsvindt dan de taxatie, één maand na deze inschrijving. Deze uitspraak is in dit kort geding uitgangspunt.
4.3.
De vrouw legt aan haar vordering ten grondslag dat de man tot en met 4 augustus 2022 de tijd had om aan te tonen dat hij het aandeel van de vrouw in de woning kon overnemen. Omdat de man dit heeft nagelaten, dient de woning te worden verkocht. De vrouw heeft bovendien haar twijfels of de man financieel in staat is om de woning over te nemen. De vrouw stelt dat het inkomen van de man ontoereikend is en zij acht de kans niet reëel dat de man een derde bereid krijgt de man te helpen met het verkrijgen van de financiering.
4.4.
De man voert aan dat hij is nagekomen wat in de ontbindingsbeschikking is bepaald. Hij heeft Lobs Makelaardij – nadat de andere door de man geselecteerde en door door de vrouw uitgekozen makelaars aangaven geen taxatie te kunnen c.q. willen verrichten – de opdracht gegeven om de woning te taxeren. Die taxatie is op 19 mei 2022 verricht, maar het taxatierapport is nog steeds niet verstrekt. De man heeft de taxateur meermaals gevraagd wanneer het rapport wordt verstrekt. Het is de man onbekend waarom dit nog niet is gebeurd. De man heeft er groot belang bij om in de woning te blijven. Hij is financieel in staat om de woning over te nemen. Het inkomen van de man is gestabiliseerd, de broer van de man zal samen met de man eigenaar worden van de woning en zij zullen samen de financiering aanvragen. Er zijn voldoende financiële middelen, ook om de vrouw een overbedelingsvergoeding te betalen.
4.5.
Vast staat dat nog geen taxatierapport voorhanden is en de man de woning niet voor 4 augustus 2022 heeft overgenomen. Daarmee heeft de man de termijn van één maand na inschrijving van de ontbindingsbeschikking niet gehaald. In beginsel moet de woning daarom worden verkocht. Daar staat tegenover dat de man voldoende heeft onderbouwd dat hij na de ontbindingsbeschikking voortvarend heeft gehandeld en dat het niet halen van de termijn niet in overwegende mate aan hem kan worden toegerekend. Hij heeft immers snel na de beschikking de afgesproken makelaars benaderd voor het uitvoeren van de taxatie. Enkel Lobs Makelaardij was bereid de taxatie uit te voeren. De taxatie is al uitgevoerd op 19 mei 2022. Los van de vraag of de man al dan niet meer informatie op de vragenlijsten van de makelaar heeft vermeld dan waartoe hij gehouden was, zoals de vrouw aanvoert, staat vast dat er nog altijd geen taxatierapport voorhanden is. Ook staat vast dat de man regelmatig bij de makelaar heeft gerappelleerd en dat hij in het ongewisse is gelaten over de redenen van de vertraging. Niet ter discussie staat dat de man het taxatierapport nodig heeft voor het aanvragen van de financiering en de berekening van de overbedelingsvergoeding van de vrouw.
4.6.
Omdat de opgelopen vertraging in ieder geval grotendeels is veroorzaakt door een omstandigheid die buiten de risicosfeer van de man valt en gelet op het onderbouwde belang van de man bij behoud van de woning, vergt een afweging van belangen dat de man nog één maand na betekening van het vonnis de tijd krijgt om aan te tonen dat hij een financiering kan krijgen voor de overname van het aandeel van de vrouw in de woning, dat de vrouw kan worden ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid en dat de man de overbedelingsvergoeding aan haar kan voldoen. Indien de man hierin niet slaagt, moet de woning alsnog worden verkocht. Dit betekent dat de man wordt veroordeeld zijn medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning indien de man niet binnen één maand na betekening van het vonnis aantoont dat hij de hypothecaire geldleningen kan overnemen. Indien de man zijn medewerking niet verleent aan de verkoop, wordt de vrouw gemachtigd om de woning te verkopen en te leveren aan een derde. Bij toewijzing van de indeplaatsstelling heeft de vrouw in dat geval geen belang, zodat de vordering onder III wordt afgewezen.
4.7.
Nu de vrouw wordt gemachtigd om de woning te verkopen en te leveren aan een derde indien de man hieraan niet meewerkt, zal de vordering onder II worden afgewezen. De advocaat van de vrouw heeft ter zitting namelijk toegelicht dat de vorderingen aldus moeten worden begrepen dat de ontruiming van de woning door de man niet nodig is indien het primair gevorderde wordt toegewezen.
4.8.
Omdat het in deze procedure gaat om voormalig partners worden de
proceskosten gecompenseerd. Dit betekent dat ieder van de partijen de eigen kosten draagt.

5..De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt de man, onder de voorwaarde dat het de man binnen één maand na betekening van dit vonnis niet is gelukt om aan te tonen dat hij de hypothecaire geldleningen kan overnemen, dat de vrouw kan worden ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid daarvoor en dat de man de overbedelingsvergoeding aan de vrouw kan voldoen, tot medewerking aan de verkoop van de woning aan de [adres01] te ( [postcode01] ) [plaats01] via Lobs Makelaardij;
5.2.
machtigt de vrouw, indien de man binnen acht dagen na het verstrijken van de termijn van de voorwaarde, zoals is opgenomen in de in 5.1 uitgesproken veroordeling, zijn medewerking niet verleent, voor de verkoop en levering van de woning aan de [adres01] te ( [postcode01] ) [plaats01] ;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling en in het openbaar uitgesproken op 9 september 2022.
3608/1980