ECLI:NL:RBROT:2022:7843

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 september 2022
Publicatiedatum
21 september 2022
Zaaknummer
C/10/635858 / HA ZA 22-281
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident inzake internationale bevoegdheid en forumkeuze in civiele procedure

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een bevoegdheidsincident tussen de vennootschappen Exact Software Iberia S.L. en Azmer SL. Exact, gevestigd in Madrid, Spanje, is eiseres in de hoofdzaak en verweerster in het incident, terwijl Azmer, eveneens gevestigd in Madrid, gedaagde in de hoofdzaak en eiseres in het incident is. De procedure is gestart met een dagvaarding op 23 november 2021, gevolgd door een incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring door Azmer. Exact heeft in 2017 een overeenkomst gesloten met Azmer voor het gebruik van software, waarvoor Azmer facturen heeft ontvangen maar niet heeft betaald. Exact vordert betaling van € 24.249,41, vermeerderd met rente en kosten.

Azmer heeft de rechtbank verzocht zich onbevoegd te verklaren, stellende dat Exact niet heeft voldaan aan de stelplicht met betrekking tot de internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verwijzing naar een forumkeuzebeding in de dagvaarding voldoende is, en dat de stellingen van Exact niet zijn weerlegd door Azmer. De rechtbank heeft vastgesteld dat het forumkeuzebeding geldig is, en dat de rechtbank bevoegd is om van de vorderingen van Exact kennis te nemen. De incidentele vordering van Azmer is afgewezen, en Azmer is veroordeeld in de proceskosten.

De rechtbank heeft in het vonnis op 21 september 2022 de vordering van Azmer afgewezen en haar in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op € 563,00, te vermeerderen met wettelijke rente. De zaak is vervolgens naar de rol verwezen voor het nemen van een conclusie van antwoord door Azmer.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/635858 / HA ZA 22-281
Vonnis in incident van 21 september 2022
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
EXACT SOFTWARE IBERIA S.L.,
gevestigd te Madrid, Spanje, en (mede) kantoorhoudende te ’s-Gravenhage,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. J.T. Maalderink te ’sGravenhage,
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
AZMER SL,
gevestigd te Madrid, Spanje,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. M.M.N.C. Schellekens te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Exact en Azmer genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 23 november 2021, met producties 1 tot en met 4;
  • de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring;
  • de incidentele conclusie van antwoord, met producties 5 en 6.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De vordering in de hoofdzaak

2.1.
Exact vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
Azmer veroordeelt tot betaling aan Exact tegen kwijting van € 24.249,41, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag die volgt op de uiterste betaaltermijn van de respectievelijke facturen tot aan de dag van de algehele voldoening;
Azmer veroordeelt in de buitengerechtelijke kosten van € 1.017,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding tot de dag van de algehele voldoening;
Azmer veroordeelt in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijfde dag na dit vonnis.
2.2.
Inhoudelijk legt Exact aan haar vordering – samengevat en voor zover in dit incident van belang – het volgende ten grondslag. Exact heeft in 2017 een overeenkomst gesloten met Azmer voor het gebruik door Azmer van door Exact ontwikkelde software, Exact Business Software. Door Exact is vervolgens uitvoering gegeven aan haar verplichtingen uit deze overeenkomst en zij heeft Azmer voor deze werkzaamheden facturen gestuurd. Ondanks haar gehoudenheid tot betaling daarvan, heeft Azmer die facturen ter hoogte van een bedrag van € 24.249,41 onbetaald gelaten.

3.Het geschil in het incident

3.1.
Azmer vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
zich onbevoegd verklaart;
Exact veroordeelt in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de veertiende dag na dit vonnis;
Exact veroordeelt in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de veertiende dag na dit vonnis.
3.2.
Hieraan legt Azmer – zakelijk weergegeven – de volgende stellingen ten grondslag:
3.2.1.
Hier is sprake van een internationale zaak, zodat de rechtbank gehouden is ambtshalve te beoordelen of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. Dit neemt niet weg dat op Exact op het punt van de rechtsmacht van de Nederlandse rechter in de dagvaarding een stel- en motiveringsplicht rust. Exact heeft daaraan niet voldaan. Exact mag daarom niet meer de gelegenheid krijgen om haar stellingen bij akte of conclusie nader te onderbouwen. Reeds gelet hierop moet de rechtbank zich onbevoegd verklaren.
3.2.2.
Echter, ook voor zover de rechtbank hier niet in meegaat, dient zij zich onbevoegd te verklaren. Primair is hiervoor de reden dat de algemene voorwaarden van Exact toepassing missen, subsidiair dat geen sprake is van een rechtsgeldig forumkeuzebeding in de zin van artikel 25 Brussel I bis-Vo.
3.3.
Exact voert verweer en concludeert tot afwijzing van de incidentele vordering tot onbevoegdverklaring, met veroordeling van Azmer bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis in de proceskosten in het incident, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijfde dag na betekening van dit vonnis.
3.4.
De stellingen van Exact komen hieronder bij de beoordeling aan de orde, voor zover zij daarvoor van belang zijn.

4.De beoordeling in het incident

Inleiding

4.1.
Of de rechtbank internationaal bevoegd is, dient zij te beoordelen aan de hand van de Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Brussel I bisVo).
Stelplicht van Exact
4.2.
Tussen partijen is niet in geschil, en ook de rechtbank is van oordeel, dat het geschil niet een van de onderwerpen betreft waarvoor artikel 24 Brussel I bisVo een exclusieve bevoegdheidsregeling geeft. Daarom wordt in deze zaak de internationale bevoegdheid pas onderwerp van geschil als de gedaagde tijdig een beroep doet op de onbevoegdheid van de rechter (artikel 26 Brussel I bisVo en artikel 11 Rv). Tegen deze achtergrond is de verwijzing, in de dagvaarding, naar een forumkeuzebeding dat deze rechtbank aanwijst als bevoegde rechter, ruim voldoende. Die stelling impliceert immers dat het beding op juiste wijze is overeengekomen, dat Azmer daarmee heeft ingestemd en daaraan is gebonden. Pas wanneer verweer wordt gevoerd, ligt het op de weg nadere (feitelijke) stellingen in te nemen over de geldigheid van het beding. Het betoog dat Exact in de dagvaarding niet aan de stelplicht heeft voldaan, wordt verworpen.
Forumkeuze
4.3.
Artikel 18.2 van de algemene voorwaarden van Exact, waarop Exact zich beroept, luidt in de Engelse versie als volgt:
“Any and all disputes, disagreements or claims resulting from or associated with the Agreement, or with the non-compliance, termination or invalidity thereof shall be submitted to the competent court in Rotterdam. […]”
Dat dit beding een forumkeuze voor deze rechtbank inhoudt, voor een geschil als door Exact aanhangig gemaakt, is tussen partijen niet in geschil.
4.4.
Artikel 25 Brussel I bis-Vo regelt de forumkeuze door partijen. Voor zover hier van belang, komt de regeling – kort gezegd – erop neer dat partijen wilsovereenstemming moeten bereiken over een forumkeuze en deze wilsovereenstemming schriftelijk moeten vastleggen, hetgeen kan gebeuren door een schriftelijke verwijzing naar schriftelijke algemene voorwaarden. Schriftelijk behelst mede een elektronische mededeling die duurzaam geregistreerd wordt.
4.4.1.
Azmer heeft zich er in haar conclusie op beroepen dat de algemene voorwaarden met het forumkeuzebeding haar niet bekend zijn gemaakt, omdat de verwijzing, in de schriftelijke overeenkomst, plaats heeft gevonden door geprinte hyperlinks. Deze werkten (uiteraard) niet en op papier was niet het adres te zien waarnaar de hyperlink verwees. Azmer kon niet tot wilsovereenstemming komen over voorwaarden die haar niet kenbaar waren.
4.4.2.
Exact heeft in de conclusie van antwoord in incident met stukken onderbouwd gesteld dat het voorstel waarmee Azmer akkoord is gegaan ook op elektronische wijze aan Azmer is verzonden, met daarin werkende hyperlinks naar de toepasselijke algemene voorwaarden. Hoewel het Azmer op haar verzoek is toegestaan een antwoordakte te nemen, heeft zij hier uiteindelijk van afgezien. Deze feitelijke stellingen zijn aldus onbestreden gebleven, zodat de rechtbank uitgaat van de juistheid daarvan.
4.4.3.
In het licht van artikel 22, eerste lid, aanhef onder f), en tweede lid, aanhef en onder c), van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (Dienstenrichtlijn) is de rechtbank van oordeel dat verwijzing door middel van hyperlinks naar algemene voorwaarden een voldoende wijze van mededelen van die voorwaarden is. Uit de aanvaarding van het voorstel van Exact, waarin onomwonden naar die voorwaarden (met
daarin het forumkeuzebeding) wordt verwezen, blijkt de wilsovereenstemming tussen partijen. Deze wilsovereenstemming is ook schriftelijk vastgelegd zoals artikel 25 Brussel I bisVo verlangt.
4.4.4.
Daarmee staat vast dat het forumkeuzebeding geldig is en deze rechtbank bevoegd is van de vorderingen van Exact kennis te nemen. Al hetgeen overigens door partijen is aangevoerd behoeft geen bespreking.
4.5.
De incidentele vordering van Azmer zal derhalve worden afgewezen.
4.6.
Als de in het ongelijk gestelde partij wordt Azmer in de proceskosten in het incident veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Exact tot aan deze uitspraak begroot op € 563,00 aan salaris advocaat (1 punt in liquidatietarief II).
4.7.
Tegen de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de proceskostenveroordeling is geen afzonderlijk verweer gevoerd, zodat deze zullen worden toegewezen, zij het, dat de wettelijke rente wordt toegewezen op de bij deze rechtbank gebruikelijke wijze.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
wijst de vordering van Azmer af;
5.2.
veroordeelt Azmer in de proceskosten in het incident, die worden begroot op € 563,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst af het meer of anders verzochte of gevorderde;
in de hoofdzaak
5.5.
verwijst de zaak naar de rol van
2 november 2022voor het nemen van een conclusie van antwoord door Azmer;
5.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J. van den Bos. Het is ondertekend door de rolrechter en door deze in het openbaar uitgesproken op 21 september 2022.
901/1407