4.3.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 5 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 subsidiair, 3, 4 en 6 (eerste en derde gedachtestreepje) ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1
hij,
op 19 mei 2022 te Schiedam, een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een pistool van het merk Tanfoglio, model GT28, kaliber 6.35 mm voorhanden heeft gehad;
2 ( subsidiair)
hij,
op 19 mei 2022 te Schiedam, onderdelen van een vuurwapen in de zin van art. 2 lid 1 Categorie II onder 2º van de Wet wapens en munitie, te weten losse onderdelen die van wezenlijke aard zijn en specifiek
bestemd zijn voor een automatisch vuurwapen van het merk Stengun, type MKII, kaliber 9 mm voorhanden heeft gehad;
3
hij,
op 19 mei 2022 te Schiedam munitie althans onderdelen van munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie, (althans onderdelen daarvan) als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III
6 knalpatronen van het kaliber 9mm, en
15 knalpatronen van het kaliber 8mm, en
16 hulzen van het kaliber .223, en
2 kogelpatronen (gfl) van het kaliber 6.35mm, en
249 kogelpatronen van het kaliber 6.35mm
voorhanden heeft gehad;
4
hij,
op 19 mei 2022 te Schiedam, één of meerdere onderdelen van een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 van Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie te weten patroonmagazijnen bestemd voor kogelpatronen, zijnde onderdelen die van wezenlijke aard is en specifiek bestemd is voor een machinepistool van het merk CZ, model VZ61 kaliber 7.65 mm voorhanden heeft gehad;
5
hij,
op 19 mei 2022 te Schiedam, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden te weten
- het opzettelijk bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, van cocaïne, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- voorwerpen en stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, immers heeft hij
- een woning gelegen aan de [adres verdachte] te Schiedam ter beschikking gesteld en
-benodigdheden voorhanden gehad waaronder: weegschalen en gripzakjes en een geldtelmachine en
- een grote hoeveelheid verdovende middelen te weten een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne
6
hij,
op 19 mei 2022 te Schiedam, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, en
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende
amfetamine, zijnde amfetamine .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.