ECLI:NL:RBROT:2022:7638
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Voortzetting van de ISD-maatregel ter beveiliging van de maatschappij na verzoek tot beëindiging
Op 8 september 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een veroordeelde die onder de ISD-maatregel valt. Deze maatregel was eerder opgelegd voor de duur van twee jaren bij vonnis van 29 december 2020. De veroordeelde had op 29 juni 2022 een verzoek ingediend voor een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de ISD-maatregel. Tijdens de behandeling op 25 augustus 2022 zijn de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsman gehoord. De officier van justitie pleitte voor voortzetting van de ISD-maatregel, terwijl de veroordeelde en zijn raadsman beëindiging bepleitten, met het argument dat er geen nuttige invulling van de maatregel te verwachten viel.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de verklaringen van de casemanager en de directeur van de inrichting. Er waren zorgen over het recidiverisico, vooral omdat de veroordeelde zich eerder had onttrokken aan toezicht en alcohol en drugs had gebruikt tijdens een behandeling. De rechtbank concludeerde dat zonder begeleiding bij de terugkeer in de maatschappij het recidiverisico onverminderd aanwezig blijft. Daarom is besloten de ISD-maatregel voort te zetten, zodat de veroordeelde zich kan voorbereiden op een terugkeer in de maatschappij en kan laten zien dat hij zich aan afspraken kan houden.
De rechtbank heeft het verzoek tot beëindiging van de ISD-maatregel afgewezen, met de overweging dat de voortzetting van de maatregel noodzakelijk is voor de beveiliging van de maatschappij. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de rechters.