ECLI:NL:RBROT:2022:7628

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 september 2022
Publicatiedatum
13 september 2022
Zaaknummer
ROT 22/731
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroepschrift wegens te late indiening

In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, welke op 29 december 2021 is genomen. De rechtbank Rotterdam heeft op 16 september 2022 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder zaaknummer ROT 22/731. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zijn beroepschrift te laat heeft ingediend, namelijk op 11 februari 2022, terwijl de termijn voor indiening liep van 30 december 2021 tot en met 9 februari 2022. Eiser heeft verklaard dat hij na een verblijf in het buitenland in quarantaine was, maar de rechtbank oordeelt dat dit geen voldoende verontschuldiging biedt voor de termijnoverschrijding. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard zonder inhoudelijke behandeling. Er is geen veroordeling in proceskosten uitgesproken, aangezien het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 22/731

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 september 2022 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, verweerder
(gemachtigde: mr. M.A.C. Kooij).

Inleiding

Eiser heeft tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 29 december 2021 (het bestreden besluit) beroep ingesteld.
Verweerder heeft een reactie ingezonden.

Beoordeling door de rechtbank

1. De Algemene wet bestuursrecht maakt het mogelijk om uitspraak zonder zitting te doen indien in redelijkheid geen twijfel mogelijk is over de uitkomst van een beroep. Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. De rechtbank legt hierna uit waarom.
2. Voor het indienen van een beroepschrift geldt een termijn van zes weken. Deze termijn begint op de dag na de dag waarop het besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Een beroepschrift is tijdig ingediend wanneer het voor het einde van de termijn is ontvangen. Als iemand een beroepschrift te laat indient, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet tijdig indienen van het beroepschrift verontschuldigbaar is. In dat geval laat de rechtbank niet-ontvankelijkverklaring achterwege.
3. Het staat vast dat verweerder het bestreden besluit heeft bekendgemaakt op 29 december 2021 door verzending per post, zodat de termijn voor het indienen van een beroepschrift liep van 30 december 2021 tot en met 9 februari 2022.
4. Eiser heeft op 11 februari 2022 digitaal beroep ingesteld. Het beroepschrift is dus te laat ingediend. Eiser heeft desgevraagd verklaard dat hij na een verblijf in het buitenland van 22 januari tot 1 februari 2022 in quarantaine heeft verbleven tot 9 februari en dat hij het beroepschrift niet aangetekend, maar met de gewone post op 9 februari 2022 heeft meegegeven. De rechtbank heeft van eiser geen schriftelijk beroepschrift ontvangen. Er kan daarom slechts worden uitgegaan van het op 11 februari 2022 ingediende digitale beroepschrift. Er is geen voldoende verontschuldiging voor deze termijnoverschrijding gebleken, nu het verblijf in het buitenland noch de quarantaine eiser verhinderden om tijdig beroep in te stellen.

Conclusie en gevolgen

5. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk en wordt verder niet inhoudelijk behandeld.
6. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Bedee, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Sabanovic, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 16 september 2022.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.