ECLI:NL:RBROT:2022:7617
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in bestuursrechtelijke procedure
Op 9 augustus 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker die niet-ontvankelijk werd verklaard. Het verzoek tot wraking was ingediend in het kader van een bestuursrechtelijke procedure tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel, waarbij het bezwaar van verzoeker tegen een eerder besluit niet-ontvankelijk was verklaard. De procedure had als kenmerk ROT 22 / 1614 en het wrakingsverzoek was voorwaardelijk ingediend, omdat verzoeker niet in staat was het griffierecht te betalen.
De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet betrekking had op de rechter die met de behandeling van de zaak belast zou zijn, aangezien de naam van deze rechter niet door verzoeker was genoemd. Bovendien was uit het dossier niet gebleken dat de zaak aan een specifieke rechter was toebedeeld. De correspondentie die tot dat moment had plaatsgevonden, was afkomstig van de griffier.
De rechtbank benadrukte dat wraking een middel is om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen, maar dat verzoeker niet had aangetoond dat er sprake was van vooringenomenheid. Daarom werd het verzoek niet-ontvankelijk verklaard, en er was geen reden voor een mondelinge behandeling van het verzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de andere rechters in aanwezigheid van de griffier.