Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het vonnis van 3 maart 2021 en de daarin genoemde processtukken;
- een brief van [persoon B] van 20 september 2021 met producties 19-26;
- een brief van [persoon A] van 23 september 2021 met productie 9;
- het proces-verbaal van het op 30 september 2021 gehouden getuigenverhoor;
- het proces-verbaal van het op 23 februari 2022 gehouden getuigenverhoor;
- het proces-verbaal van het op 1 juni 2022 gehouden getuigenverhoor.
2..De verdere beoordeling
in conventie
- i) [persoon B] zelf;
- ii) mevrouw [persoon D] , zus van [persoon B] ;
- iii) de heer [persoon E] , zoon van [persoon B] ;
- iv) de heer [persoon F] , autohandelaar;
- v) de heer [persoon E] , ex-partner van [persoon B] .
rb] dat de auto voor mijn deur staat en ik zeg dat ik deze op mijn naam moet zetten. Op de volgende pagina ziet u onderaan een appje staan van zondag 7 juni met een viercijferige code. Dat is de code die ik van [voornaam persoon A] kreeg en nodig had om de auto op mijn naam te zetten.
rb]’ en hij zei toen ‘oké, geen probleem’. Ik wist dat [persoon A] ook nog kentekeninformatie had, want toen we bij de autodealer waren vroeg de autoverkoper naar wiens telefoonnummer die informatie moest worden gestuurd en toen zei [persoon A] ‘naar die van mij’. Ik wil u er graag op wijzen dat zonder die informatie van [persoon A] de auto niet op naam van mijn zus kon worden overgeschreven.”
rb]. Daarna heb ik het niet meer over de auto gehad met [persoon A] of [persoon B] , maar hoorde ik [persoon A] nog wel zeggen dat [persoon B] de auto nog op haar naam moest zetten.”