Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[persoon 1] ,
[persoon 2],
[persoon 3],
[persoon 4],
[persoon 5],
[persoon 6],
[persoon 7],
[persoon 8],
[persoon 9],
[persoon 10],
[persoon 11],
BRASKEM NETHERLANDS B.V.,
BRASKEM NETHERLANDS FINANCE B.V.,
BRASKEM NETHERLANDS INC. B.V.,
1..De procedure
- de dagvaarding van 10 november 2020, met producties;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, althans verzoek tot aanhouding van de procedure tevens bevattende overige preliminaire verweren, met producties;
- de conclusie van antwoord in de incidenten, met producties;
- de conclusie van repliek in de incidenten, met producties;
- de conclusie van dupliek in de incidenten, met producties;
- de akte houdende overlegging producties van gedaagden, met producties;
- de bij gelegenheid van de op 17 mei 2022 gehouden mondelinge behandeling in de incidenten overgelegde pleitnotities van gedaagden en eisers;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in de incidenten;
- de schriftelijke reacties van eisers en gedaagden op het proces-verbaal.
2..Inleiding
3..De feiten
4..Het geschil in de hoofdzaak
5..Het geschil in het incident
6..De beoordeling in het incident
indirect polluterdie geen basis kent in de huidige stand van het Braziliaanse recht. De Nederlandse rechter zou dan ook Braziliaans recht moeten toepassen en zelfs vormen, terwijl juist de Braziliaanse rechter beschikt over expertise op het gebied van Braziliaanse aansprakelijkheids- en milieurecht en de enige is die daaraan een gezaghebbende uitleg kan geven. De Braziliaanse rechter heeft bovendien toegang tot al het in de Portugese taal gestelde bewijs en heeft ook een veel directere band met en zicht op de relevante feiten in Brazilië. Door het aannemen van bevoegdheid zou de Nederlandse rechter een deconcentratie van procedures bewerkstelligen in plaats van een concentratie daarvan. Dit werkt het risico van conflicterende uitspraken in de hand, vergroot de kans dat de getroffen inwoners van Maceió ongelijk worden behandeld en doet af aan de efficiënte rechtspleging die artikel 7 Rv juist nastreeft. Op grond van het voorgaande rechtvaardigen redenen van doelmatigheid in de visie van gedaagden niet dat de vorderingen gezamenlijk door deze rechtbank worden behandeld en berecht.
indirect polluterin het bijzonder. In die zin zijn de vorderingen tegen enerzijds de Braskem NL entiteiten en anderzijds Braskem SA onlosmakelijk met elkaar verbonden. De rechtbank is hoe dan ook bevoegd om de vorderingen tegen de Braskem NL entiteiten te beoordelen. Die beoordeling vergt dat de rechtbank zich verdiept in de situatie, zowel feitelijk als rechtens, in Brazilië, want eisers baseren zich op doen en nalaten van Braziliaanse entiteiten, waaronder Braskem SA, in Brazilië, voor de schadelijke gevolgen waarvan de Braskem NL entiteiten in hun visie (mede) aansprakelijk zijn. De omstandigheid dat aan ieder van gedaagden afzonderlijk specifieke verwijten worden gemaakt (in die zin dat ieders rol een andere is geweest) doet er niet aan af dat de gestelde inbreuk op de rechten van eisers dezelfde is en dat voor de beoordeling van die verwijten een aantal gemeenschappelijke feitelijke vragen en rechtsvragen moet worden beantwoord. In zoverre is er sprake van eenzelfde situatie, feitelijk en rechtens, waarin mogelijk nader onderzoek geïndiceerd is. Reeds hierom is sprake van een zodanige samenhang dat redenen van doelmatigheid een gezamenlijke behandeling van de vorderingen tegen enerzijds de Braskem NL entiteiten en anderzijds Braskem SA rechtvaardigen. Of de rechtsgrondslag van de vorderingen tegen zowel de Braskem NL entiteiten als Braskem SA deugdelijk is, in de zin dat de vorderingen (deels) toewijsbaar zijn, dient in de hoofdzaak te worden beoordeeld.
indirect polluteronderbouwd met verwijzingen naar de Braziliaanse wetgeving en jurisprudentie. Of de door eisers gestelde rechtsgrondslag van hun vorderingen deugdelijk is, dient in de hoofdzaak te worden beoordeeld. Dat brengt met zich dat in dit stadium van de procedure, anders dan gedaagden thans (onder i, subsidiair) vorderen, nog geen plaats is voor een inhoudelijk oordeel over de vorderingen in de hoofdzaak of de ontvankelijkheid van eisers of een of meer van hen daarin.
liquidation proceedingsthans in Brazilië voor langere tijd zijn/worden aangehouden (ambtshalve dan wel op verzoek van Braskem SA), zodat niet valt te verwachten dat daarin binnen een redelijke termijn inhoudelijk uitspraak wordt gedaan. Dat gedaagden ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben aangeboden “er alles aan te zullen doen om ervoor te zorgen dat in Brazilië met voortvarendheid wordt (door)geprocedeerd en dat er binnen de
liquidation proceedingsdoor gedaagden actief zal worden gevraagd om de procedure niet langer aan te houden” maakt dat niet anders, nog daargelaten dat eisers gemotiveerd stellen dat de proceshouding van Braskem SA in Brazilië tot op heden in dit verband weinig vertrouwen inboezemt.
7..De beslissing
1 februari 2023voor het nemen van een conclusie van antwoord door gedaagden;