Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 24 november 2021, met producties 1 tot en met 7,
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 5,
- de mondelinge behandeling, gehouden op 22 december 2021.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die op 5 januari 2022 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, vorderde eiser, een zzp’er, dat de voorzieningenrechter Veilig Thuis zou verbieden gebruik te maken van haar monitorfunctie en haar dossier gesloten te houden totdat de bodemrechter een beslissing zou hebben genomen. Eiser stelde dat hij een spoedeisend belang had bij zijn vordering, omdat hij door de opgelegde veiligheidsvoorwaarden niet tot zijn werk werd toegelaten. Veilig Thuis voerde verweer en concludeerde tot afwijzing van de vorderingen van eiser.
De rechtbank oordeelde dat Veilig Thuis gerechtvaardigd gebruik maakte van haar monitorfunctie, gezien de meldingen die waren ontvangen over de (on)veiligheid van de minderjarigen. De voorzieningenrechter overwoog dat de meldingen, waaronder een melding van eiser zelf, serieus genomen moesten worden. Eiser had de situatie in Frankrijk als uiterst onveilig beoordeeld, wat de zorgen over de veiligheid van de minderjarigen versterkte. De rechtbank concludeerde dat er voldoende redenen waren voor Veilig Thuis om haar monitorfunctie voort te zetten, en dat er geen aanleiding was om in kort geding een voorziening te treffen.
Uiteindelijk werd de vordering van eiser afgewezen en werd hij als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Veilig Thuis werden begroot op € 1.683,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 5 januari 2022.