Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[adres verdachte],
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit, met uitzondering van het bestanddeel ‘tezamen en in vereniging met een ander of anderen’;
- veroordeling van de verdachte tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden.
4..Waardering van het bewijs
AA-sportdrankflesje aangetroffen. Op dat flesje is een speekselspoor met DNA van de verdachte aangetroffen.
Verder kan niet worden uitgesloten dat de fiets door een ander dan de verdachte daar is achtergelaten. Hierbij wordt ook meegewogen dat de verdachte niet is herkend op de camerabeelden. De anonieme meldingen naar aanleiding van het programma Opsporing Verzocht waarin – naast diverse andere personen – de verdachte tweemaal wordt herkend als “de grote man”, kunnen niet als zodanig aan het bewijs bijdragen.
Andere door de officier van justitie genoemde omstandigheden op grond waarvan tot een bewezenverklaring gekomen zou moeten worden, zoals de lengte van de verdachte en zijn modus operandus bij door hem gepleegde inbraken, zijn op grond van het dossier wegens het ontbreken van een verdere onderbouwing niet vast te stellen en kunnen alleen al daarom niet bijdragen aan het bewijs.
Uit het voorgaande volgt dat de rechtbank onvoldoende bewezen acht dat de verdachte de ten laste gelegde inbraak heeft gepleegd.