Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/661070-19 onder 1 primair, onder 2 primair en het onder parketnummer 10/652000-21 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 215 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 100 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaar en met de bijzondere voorwaarden zoals genoemd in het reclasseringsrapport van
- afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 22/003341-14.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
parketnummer 10/652000-21, telkens:
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
coping.Volgens de verdachte komt hij in diepe somberheid terecht op het moment dat hij zich realiseert dat hij wel altijd aandacht aan de ander geeft, maar nooit de affectie terugkrijgt die hij verwacht, waarna hij mede door zijn vermijdende (seksuele) coping, een moment zoekt waarin hij gevoelsmatig in het middelpunt van de aandacht staat, waarbij de verkregen aandacht een afleiding is voor zijn depressieve gevoelens. Er kan worden geconcludeerd dat het antisociale gedrag (het exhiberen) van de verdachte een reactie is geweest op zijn depressie, waarbij de behoefte aan het vermijden van de wanhoopsituatie groter is geweest dan zijn inlevingsvermogen ten aanzien van slachtoffers van zijn gedrag. Dit alles afwegend, is er sprake geweest van enige doorwerking van de ziekelijke stoornis (depressie) in het ten laste gelegde. Geadviseerd wordt dan ook om het ten laste gelegde in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen.
8..Vordering tenuitvoerlegging
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van215 dagen;
100 dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;