In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een Vereniging van Eigenaren (VvE) en twee gedaagden, die erfpachters zijn van een appartementsrecht. De VvE, vertegenwoordigd door eiseres, vorderde betaling van achterstallige VvE-bijdragen van de gedaagden, die ook een schadevergoeding van € 550,00 hadden ontvangen van de grooteigenaar in verband met waterschade aan hun appartement. De gedaagden stelden dat zij de schadevergoeding hadden verrekend met onbetaalde VvE-bijdragen en dat er geen betalingsachterstand meer bestond. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden inderdaad een betalingsachterstand hadden en dat de verrekening van de schadevergoeding met de VvE-bijdragen niet correct was. De rechter wees de vordering van de VvE tot betaling van € 10,06 aan achterstallige VvE-bijdragen toe, evenals de toekomstige VvE-bijdragen tot het einde van het lopende boekjaar. De proceskosten werden gecompenseerd, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.