ECLI:NL:RBROT:2022:738

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 januari 2022
Publicatiedatum
3 februari 2022
Zaaknummer
9323404
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde factuur voor tandheelkundige behandeling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Infomedics B.V. en een gedaagde, die in persoon procedeerde. Infomedics vorderde betaling van een onbetaalde factuur van € 288,21 voor een tandheelkundige behandeling die de gedaagde op 22 mei 2020 had ondergaan. De zorgverlener had de vordering op de gedaagde gecedeerd aan Infomedics, die vervolgens een factuur had gestuurd. De gedaagde had de factuur betwist, stellende dat zijn zorgverzekeraar de kosten had vergoed, maar de kantonrechter oordeelde dat de gedaagde zijn betalingsverplichting niet had betwist en dat de zorgverzekeraar's vergoeding niet relevant was voor de vordering van Infomedics. De kantonrechter heeft de vordering van Infomedics toegewezen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, en de gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9323404 \ CV EXPL 21-22896
uitspraak: 21 januari 2022
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Infomedics B.V.,
gevestigd te Almere,
eiseres,
gemachtigde: Bosveld Incasso en gerechtsdeurwaarders te Amersfoort,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Infomedics’ respectievelijk ‘[gedaagde]’.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 9 juni 2021, met producties;
  • de schriftelijke reactie van [gedaagde];
  • het tussenvonnis van 20 september 2021 waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 15 december 2021. Namens de gemachtigde van Infomedics is verschenen mr. S.K. Tuithof. [gedaagde] is zonder nader bericht niet verschenen. Van hetgeen is besproken heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1.
[gedaagde] heeft op 22 mei 2020 een tandheelkundige behandeling gehad bij [naam praktijk] (hierna: ‘de zorgverlener’).
2.2.
De zorgverlener heeft haar vordering op [gedaagde] gecedeerd aan Infomedics.
2.3.
Bij factuur van 17 november 2020 heeft Infomedics een bedrag van € 288,21 bij [gedaagde] in rekening gebracht ter zake van voornoemde behandeling. Op de factuur is tevens vermeld dat een bedrag van € 864,60 reeds is betaald door de zorgverzekeraar van [gedaagde].
3. De vordering
3.1.
Infomedics heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 341,88, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 288,21 vanaf 3 juni 2021 totdat de vordering helemaal betaald is, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Aan haar vordering legt Infomedics naast de vaststaande feiten – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende ten grondslag.
3.2.1.
[gedaagde] is, ondanks aanmaning en sommatie, in gebreke gebleven met de tijdige en volledige betaling van de door Infomedics aan hem verzonden factuur van 17 november 2020 voor een totaalbedrag van € 288,21.
3.2.2.
Infomedics maakt daarnaast aanspraak op de wettelijke rente, waaronder een bedrag van € 10,44 aan vervallen rente berekend tot 3 juni 2021.
3.2.3.
Door de wanbetaling van [gedaagde] zag Infomedics zich genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven en buitengerechtelijke incassokosten te maken. Op 11 mei 2021 heeft de gemachtigde van Infomedics [gedaagde] aangemaand. De kosten van € 43,23 komen op grond van artikel 6:96 lid 5 BW voor rekening van [gedaagde].

4..Het verweer

4.1.
[gedaagde] heeft de vordering betwist en heeft daartoe – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende aangevoerd. Hij is verzekerd voor tandheelkunde. De kosten zijn vergoed door de verzekeraar aan de zorgverlener. Daarnaast moest hij een eigen risico betalen van € 350,00.

5..De beoordeling

5.1.
Tussen partijen is in geschil of [gedaagde] de kosten voor de tandheelkundige behandeling van [gedaagde] op 22 mei 2020 aan Infomedics moet betalen.
5.2.
Vastgesteld wordt dat [gedaagde] de uitvoering van de tandheelkundige behandeling niet heeft betwist, zodat hij op grond van artikel 7:405 lid 1 BW in beginsel voor die behandeling moet betalen. De omstandigheid dat de zorgverzekeraar van [gedaagde] de kosten voor de behandeling niet volledig heeft vergoed, doet niet af aan zijn betalingsverplichting jegens Infomedics. Het al dan niet volledig vergoeden van behandelingskosten door de verzekeraar betreft de rechtsverhouding tussen [gedaagde] en de verzekeringsmaatschappij; dit kan niet worden tegengeworpen aan Infomedics. [gedaagde] heeft daarnaast geen andere feiten en omstandigheden aangevoerd op basis waarvan hij het door Infomedics in rekening gebrachte factuurbedrag niet verschuldigd zou zijn. Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat de gevorderde hoofdsom toewijsbaar is. Het bedrag van € 288,21 wordt om die reden toegewezen.
5.3.
De gevorderde wettelijke rente, waaronder een bedrag van € 10,44 aan reeds vervallen rente, wordt als onbetwist en op de wet gegrond toegewezen.
5.4.
Infomedics maakt aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Deze vordering dient beoordeeld te worden aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De gemachtigde van Infomedics heeft aan [gedaagde] een aanmaning verzonden die voldoet aan de in artikel 6:96 lid 6 BW gestelde eisen. Nu [gedaagde] hieromtrent geen verweer heeft gevoerd, zal van de ontvangst van deze aanmaning door [gedaagde] worden uitgegaan. Daarnaast staat vast dat [gedaagde] niet binnen de in de aanmaning gestelde termijn tot volledige betaling van de gevorderde hoofdsom is overgegaan. Het gevorderde bedrag van € 43,23 aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt dan ook toegewezen.
5.5.
[gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van Infomedics, bestaande uit € 215,44 aan verschotten (€ 126,00 aan griffierecht en € 89,44 aan explootkosten) en € 150,00 aan salaris voor de gemachtigde (twee punten à € 75,00).

6..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen € 341,88 aan hoofdsom, vervallen rente en buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over € 288,21 vanaf 3 juni 2021 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Infomedics vastgesteld op € 215,44 aan verschotten en € 150,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van der Kolk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
48637