ECLI:NL:RBROT:2022:737

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 januari 2022
Publicatiedatum
3 februari 2022
Zaaknummer
9362839
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande leasefacturen en buitengerechtelijke kosten

In deze zaak heeft LeasePlan Nederland N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens onbetaalde leasefacturen. De partijen hebben op 7 juni 2018 een mantelovereenkomst gesloten, waarin de voorwaarden voor operationele lease zijn vastgelegd. LeasePlan heeft in de periode van 4 januari 2020 tot en met 5 september 2020 facturen ter waarde van € 24.313,24 aan [gedaagde] gestuurd, welke onbetaald zijn gebleven. LeasePlan vordert een totaalbedrag van € 29.695,55, inclusief contractuele rente en buitengerechtelijke kosten. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 december 2021 is [gedaagde] niet verschenen, terwijl LeasePlan vertegenwoordigd was door een medewerker en een gemachtigde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst van kracht was en dat [gedaagde] contractueel verplicht was om de verschuldigde bedragen te betalen. Het verweer van [gedaagde] dat hij slechts één keer eigen risico hoeft te betalen, werd door de kantonrechter verworpen, omdat de schades aan de auto op verschillende plekken waren vastgesteld. De kantonrechter heeft de vordering van LeasePlan grotendeels toegewezen, met uitzondering van de buitengerechtelijke kosten, die ambtshalve zijn gematigd. De totale te betalen som is vastgesteld op € 27.066,69, vermeerderd met rente en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9362839 \ CV EXPL 21-25407
uitspraak: 21 januari 2022
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de naamloze vennootschap
LeasePlan Nederland N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
gemachtigde: Trust Krediet Beheer B.V. te Amsterdam,
tegen
[gedaagde], h.o.d.n. [handelsnaam],
wonende te [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘LeasePlan’ respectievelijk ‘[gedaagde]’.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 22 juli 2021, met producties;
  • de schriftelijke reactie van [gedaagde];
  • het tussenvonnis van 13 september 2021 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de akte van 23 november 2021 zijdens LeasePlan, abusievelijk getiteld als ‘conclusie van repliek’, met producties.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 7 december 2021. Namens LeasePlan is verschenen [naam], medewerker bijzonder beheer, bijgestaan door mr. I.J. van der Horst als gemachtigde. [gedaagde] is zonder nader bericht niet verschenen. Van hetgeen is besproken heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1.
Op 7 juni 2018 hebben partijen een mantelovereenkomst operationele lease (hierna: de ‘mantelovereenkomst’) gesloten. In de mantelovereenkomst is – onder meer en voor zover van belang – de volgende tekst opgenomen:
Artikel 1 De overeenkomst
1.
LeasePlan is voornemens om aan Cliënt voortuigen in operationele lease ter beschikking te stellen en Cliënt is voornemens om van LeasePlan voertuigen in operationele lease te verkrijgen in overeenstemming met de bepalingen van deze overeenkomst. Met betrekking tot elk voertuig dat door LeasePlan aan Cliënt in operationele lease ter beschikking zal worden gesteld, zullen Partijen een afzonderlijke leaseovereenkomst sluiten.
2.
[…] Op deze overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van LeasePlan, aangehecht als Bijlage (de ‘Algemene Voorwaarden’), van toepassing. […]”
2.2.
In de algemene voorwaarden van LeasePlan (hierna: ‘de algemene voorwaarden’) is – onder meer en voor zover van belang – de volgende tekst opgenomen:
3. Totstandkoming Leaseovereenkomst
1.
Voor ieder Object dat Cliënt op grond van de Mantelovereenkomst in lease wenst te verkrijgen, dient Cliënt een Leaseovereenkomst te sluiten met LeasePlan.
2.
Om een Leaseovereenkomst aan te gaan, dient Cliënt aan LeasePlan een bestelformulier te sturen waarin de specificaties van het gewenste Object zijn opgenomen.
[…]

5..Einde Leaseovereenkomst, voortijdige beëindiging, niet-nakoming

[…]
6.
LeasePlan is gerechtigd een of meerdere Leaseovereenkomsten met Cliënt met onmiddellijke ingang door middel van een schriftelijke mededeling bij aangetekend schrijven met bericht van ontvangst te beëindigen in geval dat:
[…]
(ii)
Cliënt zijn verplichtingen uit hoofde van een Leaseovereenkomst niet nakomt, welke niet nakoming niet is gezuiverd binnen 5 dagen na mededeling door LeasePlan, voor zover een dergelijke niet-nakoming vatbaar is voor zuivering;
[…]
7.
Indien de Leaseovereenkomst eindigt overeenkomstig artikel 5.6 sub (ii) tot en met sub (vi), dan zal Cliënt aan LeasePlan, onverminderd het recht van LeasePlan om ter zake volledige schadevergoeding te vorderen, een vergoeding verschuldigd zijn die als volgt zal worden berekend:
(i)
het verschil tussen de boekwaarde en de dagwaarde van het Object, indien de dagwaarde lager is dan de boekwaarde. Als dagwaarde geldt de verkoopwaarde van het betreffende Object, zoals gerealiseerd bij verkoop van het Object door LeasePlan, welke verkoop zo spoedig mogelijk na het einde van de Leaseovereenkomst zal plaatsvinden; […]”

19..Boetes

1.
Cliënt dient alle boetes, inclusief eventuele verhogingen, incassokosten en administratiekosten, te voldoen ter zake van verkeers- en/of andere overtredingen die met het Object, het HuurObject of het Vervangend Object zijn gemaakt, ongeacht of deze zijn opgelegd aan de Berijder, Cliënt of LeasePlan.
2.
LeasePlan zal de eerste door haar ontvangen aanmaning ter zake van een verkeersovertreding begaan met het Object naar de Berijder of Cliënt sturen. LeasePlan behoudt zich het recht voor alle boetes betreffende het Object zelf te voldoen en deze vervolgens aan Cliënt door te berekenen. Cliënt zal alle ter zake verschuldigde bedragen onmiddellijk na ontvangst van de betrokken factuur aan LeasePlan voldoen.
[…]

21..Betaling

[…]
3.
Bij overschrijding van een betalingstermijn zal Cliënt in verzuim zijn jegens LeasePlan, zonder enige ingebrekestelling. Cliënt zal alsdan over het uitstaande bedrag een rente verschuldigd zijn van 1,5% per maand, te rekenen vanaf de vervaldatum tot aan de dag der algehele voldoening.
4.
[…]
5.
Alle kosten die door LeasePlan worden gemaakt ter uitoefening en behoud van haar rechten uit hoofde van of voortvloeiende uit de Mantelovereenkomst, met inbegrip van (buiten)gerechtelijke incassokosten, zullen voor rekening van Cliënt komen en zullen door Cliënt op eerste verzoek van LeasePlan worden voldaan. De buitengerechtelijke kosten zullen gelijk zijn aan 15% van het te vorderen bedrag, vermeerderd met BTW, met een minimum van € 150,--, onverminderd het recht van LeasePlan om volledige vergoeding van de geleden schade en/of de gemaakte kosten te vorderen indien deze meer mocht bedragen dan genoemde 15%.”
2.3.
Op 13 februari 2019 heeft [gedaagde] het formulier van LeasePlan genaamd ‘Orderformulier Sale and Leaseback TB-39-9J’ (hierna: ‘het orderformulier’) ondertekend op basis waarvan hij een auto ging leasen bij LeasePlan. In het orderformulier worden enkele kenmerken van het voertuig met het genoemde kenteken beschreven en is – onder meer en voor zover van belang – de volgende tekst opgenomen:
“*Aanbetaling 17.500,00 excl. BTW is verwerkt in het leasetarief en in de meerdagenkorting / minderdagentoeslag, wijzigingen in de looptijd zijn van invloed op het verrekende bedrag aanbetaling per maand.
Voor bovenstaand object wensen wij een leaseovereenkomst aan te gaan. De bepalingen van de tussen ons en LeasePlan Nederland N.V. overeengekomen mantelovereenkomst en de bijbehorende algemene voorwaarden, welke bij ons bekend zijn, zijn van toepassing op deze bestelling en – na bevestiging van de order door LeasePlan Nederland N.V. – de leaseovereenkomst.”
2.4.
LeasePlan heeft in de periode van 4 januari 2020 tot en met 5 september 2020 facturen gestuurd aan [gedaagde] ten bedrage van in totaal € 24.313,24. [gedaagde] heeft deze facturen onbetaald gelaten.

3..De vordering

3.1.
LeasePlan heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van € 29.695,55, te vermeerderen met de contractuele rente van € 1,5% per maand over de hoofdsom van
€ 24.313,24 vanaf 6 juli 2021 tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Aan haar vordering heeft LeasePlan – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende ten grondslag gelegd.
3.2.1.
[gedaagde] is op grond van het bepaalde in de mantelovereenkomst, de algemene voorwaarden en het orderformulier gehouden om de aan hem verzonden facturen te betalen. Ondanks herhaalde aanmaning is hij hiermee in gebreke gebleven. De te dien aanzien verschuldigde hoofdsom bedraagt € 24.313,24.
3.2.2.
LeasePlan maakt op grond van artikel 21 lid 3 van de algemene voorwaarden aanspraak op contractuele rente over de hoofdsom, waaronder een bedrag van € 1.735,32 aan vervallen rente berekend tot en met 5 juli 2021.
3.2.3.
Door de wanbetaling van [gedaagde] zag LeasePlan zich genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven en buitengerechtelijke kosten te maken. Deze kosten van € 3.646,99 komen primair op grond van artikel 21 lid 5 van de algemene voorwaarden en subsidiair als vermogensschade conform artikel 6:96 lid 2 sub c BW voor rekening van [gedaagde].

4..Het verweer

4.1.
[gedaagde] heeft de vordering betwist en heeft daartoe – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende aangevoerd. Alle schade aan het voertuig is ontstaan bij één incident. Hij hoeft dan ook slechts één keer eigen risico te betalen. Daarnaast heeft hij zijn oude auto ingeruild voor een bedrag van € 15.000,00 en € 7.000,00 bijbetaald. Het voorschot heeft hij nog niet teruggekregen.

5..De beoordeling

5.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat tussen hen een overeenkomst van kracht is geweest op grond waarvan [gedaagde] een auto heeft geleaset van LeasePlan waarvoor [gedaagde] contractueel vastgelegde vergoedingen verschuldigd was. [gedaagde] voert ten aanzien van die vergoedingen slechts verweer tegen het eigen risico ten bedrage van in totaal € 742,10 dat bij inname van de geleasete auto door LeasePlan in rekening is gebracht voor diverse schades aan de geleasete auto.
5.2.
In reactie op het verweer van [gedaagde] heeft LeasePlan een rapport in het geding gebracht waarin de diverse schades met foto’s en een berekening van het schadebedrag zijn opgenomen. Hieruit blijkt, zoals LeasePlan ook tijdens de mondelinge behandeling heeft aangevoerd, dat de schades op verschillende plekken op de auto zitten, waardoor het niet aannemelijk is dat de schades het gevolg zijn van één incident. Naar het oordeel van de kantonrechter kan het verweer van [gedaagde], dat hij niet nader heeft onderbouwd, op grond van het bovenstaande niet slagen. [gedaagde] is als gevolg hiervan de in rekening gebrachte bedragen aan eigen risico verschuldigd aan LeasePlan.
5.3.
Ten aanzien van het verweer van [gedaagde] dat hij zijn aanbetaling nog terug zou moeten krijgen, oordeelt de kantonrechter dat uit het orderformulier – dat door [gedaagde] is ondertekend – volgt dat hij een aanbetaling heeft gedaan ten bedrage van
€ 17.500,00, welk bedrag is verrekend in het leasetarief. [gedaagde] heeft niet nader onderbouwd dat van een ander bedrag als aanbetaling dient te worden uitgegaan. Naar het oordeel van de kantonrechter staat zodoende als onvoldoende gemotiveerd betwist vast dat de aanbetaling van [gedaagde] (correct) is verrekend in de in rekening gebrachte bedragen.
5.4.
[gedaagde] heeft de (hoogte van de) overige met de facturen in rekening gebrachte kosten, waaronder de door hem erkende maandelijks verschuldigde leasebedragen, niet betwist. De in rekening gebrachte kosten komen de kantonrechter, mede met het oog op de onder de vaststaande feiten geciteerde passages van hetgeen partijen zijn overeengekomen, niet ongegrond of onrechtmatig voor. De volledige hoofdsom ten bedrage van € 24.313,24 zal op grond van het bovenstaande worden toegewezen.
5.5.
De gevorderde contractuele rente, die berekend tot en met 5 juli 2021 € 1.735,32 bedraagt, is als onbetwist en gegrond op hetgeen partijen zijn overeengekomen, meer in het bijzonder artikel 21 lid 3 van de algemene voorwaarden, toewijsbaar.
5.6.
LeasePlan vordert ten slotte een bedrag van € 3.646,99 aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Deze vordering is gebaseerd op artikel 21 lid 5 van de algemene voorwaarden. In dit artikellid wordt afgeweken van artikel 2 van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: ‘BIK’).
5.7.
Uit het arrest van de Hoge Raad van 10 juli 2015 (ECLI:NL:HR:2015:1868) volgt dat artikel 2 BIK in een B2B-relatie, waarvan in casu sprake is, weliswaar van aanvullend recht is, maar dat het de rechter vrijstaat om met toepassing van artikel 242 Rv een incassobeding ambtshalve te matigen tot het bedrag dat overeenkomstig artikel 2 BIK wordt begroot, indien niet wordt gesteld of bij betwisting aannemelijk wordt gemaakt dat de werkelijke kosten hoger zijn dan dat bedrag.
5.8.
LeasePlan heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht. Dit is ook als zodanig door [gedaagde] niet betwist. In de onderhavige zaak ontbreken echter aanknopingspunten dat de daadwerkelijke kosten meer hebben bedragen dan het bedrag dat volgt uit artikel 2 BIK. Er is in elk geval onvoldoende gesteld om te oordelen dat in onderhavige zaak het gebruikte tarief van 15% redelijk is jegens [gedaagde]. De incassokosten worden daarom op grond van artikel 242 Rv ambtshalve gematigd tot het bedrag van € 1.018,13. Dit bedrag stemt overeen met hetgeen volgens artikel 2 BIK wordt begroot.
5.9.
[gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van LeasePlan, bestaande uit € 1.120,01 aan verschotten (€ 1.013,00 aan griffierecht en € 107,01 aan explootkosten) en € 996,00 aan salaris voor de gemachtigde (twee punten à € 498,00).

6..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan LeasePlan tegen kwijting te betalen € 27.066,69, te vermeerderen met de contractuele rente van 1,5% per maand over € 24.313,24 vanaf 6 juli 2021 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van LeasePlan vastgesteld op € 1.120,01 aan verschotten en € 996,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
48637