ECLI:NL:RBROT:2022:7282
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van diefstal met geweld in Rotterdam
Op 12 augustus 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van diefstal met geweld. De rechtbank heeft de zaak behandeld in een meervoudige kamer voor strafzaken. Tijdens de zitting is het bewijs tegen de verdachte besproken, waarbij de officier van justitie, mr. M. Luijpen, vrijspraak heeft gevorderd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen. Hierdoor is de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging.
De benadeelde partij, [naam slachtoffer], heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar deze is niet-ontvankelijk verklaard omdat de verdachte is vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. De rechtbank heeft tevens bepaald dat de benadeelde partij in de kosten van de verdediging moet worden veroordeeld, maar deze kosten zijn begroot op nihil. De rechtbank heeft in haar beslissing de feiten en omstandigheden rondom de tenlastelegging en de vordering van de benadeelde partij zorgvuldig gewogen.
De uitspraak is gedaan door mr. E. Rabbie als voorzitter en mrs. L. Daum en R.J.P. Ferwerda als rechters, in aanwezigheid van griffier mr. J. Soeteman. De uitspraak vond plaats op een openbare terechtzitting, waarbij de jongste rechter en de griffier niet in staat waren om het vonnis mede te ondertekenen. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 4 februari 2021 in Rotterdam, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het wegnemen van oordopjes van de benadeelde partij, vergezeld van geweld en bedreiging.