ECLI:NL:RBROT:2022:7281

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 augustus 2022
Publicatiedatum
30 augustus 2022
Zaaknummer
10/109891-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor fietsendiefstal met braak en oplegging van de ISD-maatregel

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 augustus 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van fietsendiefstal met braak. De verdachte, die niet als ingezetene was ingeschreven, was preventief gedetineerd in de PI Rotterdam. Tijdens de zitting op 12 augustus 2022 werd de tenlastelegging besproken, waarbij de officier van justitie, mr. H.J. du Croix, de bewezenverklaring van het ten laste gelegde eiste en de oplegging van de ISD-maatregel voor de duur van twee jaren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 2 mei 2022 in Rotterdam een fiets (merk: Gazelle) heeft weggenomen, die toebehoorde aan een onbekend gebleven persoon, door middel van verbreking.

De rechtbank heeft het verweer van de raadsman verworpen, die vrijspraak bepleitte op basis van het argument dat niet was komen vast te staan dat de fiets aan een ander toebehoorde. De rechtbank oordeelde dat de fiets, die in een fietsstalling nabij het Centraal Station in Rotterdam stond, niet als 'res nullius' kon worden beschouwd. De verdachte had verklaard dat hij de fiets had weggenomen en dat deze niet aan hem toebehoorde. De rechtbank concludeerde dat er voldoende bewijs was dat de verdachte de fiets had gestolen door middel van verbreking, onderbouwd door getuigenverklaringen van politieagenten en de omstandigheden van de vondst van gereedschappen bij de verdachte.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was en dat er geen feiten of omstandigheden waren die de strafbaarheid uitsloten. De ISD-maatregel werd opgelegd op basis van de ernst van het feit, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en het feit dat hij eerder was veroordeeld voor soortgelijke misdrijven. De rechtbank benadrukte dat de veiligheid van de samenleving voorop staat en dat de verdachte een groot risico vormt voor herhaling van strafbare feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een ISD-maatregel van twee jaren.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/109891-22
Datum uitspraak: 26 augustus 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren op [geboortedatum verdachte] te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ),
niet als ingezetene ingeschreven in de basisregistratie personen,
adres: [adres] , [postcode 1] [plaats] ( [land] ),
verblijvende op het adres [verblijfadres] , [postcode 2] [verblijfplaats] ,
preventief gedetineerd in de PI Rotterdam, locatie Hoogvliet,
raadsman mr. A.H.J. Strak, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 12 augustus 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H.J. du Croix heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • oplegging aan de verdachte van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 jaren (hierna: ISD-maatregel).

4..Waardering van het bewijs

Bewijswaardering
De fiets is geen ‘res nullius’
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Daartoe is aangevoerd dat niet aan alle bestanddelen van het delict diefstal is voldaan, nu niet is komen vast te staan dat de fiets aan een ander toebehoorde.
De rechtbank verwerpt het verweer. De fiets stond gestald in een fietsstalling nabij het Centraal Station in Rotterdam. Dat is een plek waarvan niet zonder meer kan worden aangenomen dat degene die zijn fiets daar heeft geplaatst afstand heeft gedaan van die fiets. Daar komt bij dat de fiets recent is aangeschaft en dat dergelijke fietsen te koop worden aangeboden voor € 945,-. Fietsen in zo’n nieuwstaat en met zo’n waarde hebben doorgaans een eigenaar en worden niet zo maar prijsgegeven. Bovendien acht de rechtbank bewezen dat de fiets is gestolen door middel van verbreking, zoals hierna toegelicht. Een fiets die op slot staat, behoort in beginsel aan iemand toe. De verdachte heeft verklaard dat hij de fiets heeft weggenomen en dat de fiets niet aan hem toebehoorde. Het ontbreken van een aangifte van diefstal staat aan bewezenverklaring van het bestanddeel ‘toebehoren aan een ander’ niet in de weg.
De fiets is gestolen door middel van verbreking
Voor zover de rechtbank van oordeel is dat wel bewezen kan worden verklaard dat verdachte de diefstal heeft gepleegd, heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde verbreking, nu hiervoor onvoldoende bewijs is.
De rechtbank verwerpt het verweer. Op grond van hetgeen de politieagenten op ambtseed/ambtsbelofte hebben opgeschreven over hun waarneming dat de verdachte gebukt tussen gestalde fietsen stond en een van hen een hard krakend geluid hoorde uit de richting van de verdachte, de omstandigheid dat het fietsslot alleen kan worden geopend zonder het te forceren met de daarvoor bestemde sleutel terwijl die sleutel niet in het slot zat, en gelet op de bij de verdachte aangetroffen gereedschappen, is er voldoende wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte de fiets onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 2 mei 2022 te Rotterdam een fiets (merk: Gazelle), die geheel aan een tot op heden onbekend gebleven persoon toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen fiets onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering ISD-maatregel

Algemene overweging
De ISD-maatregel die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Feit waarop de ISD-maatregel is gebaseerd
De verdachte heeft een fiets gestolen. Fietsendiefstal veroorzaakt hinder, schade en ergernis voor de benadeelde. Door zo te handelen heeft de verdachte er blijk van gegeven geen respect te hebben voor de eigendomsrechten van een ander.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Uit het strafblad van 7 juli 2022 van de verdachte blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor fietsendiefstal en andere soortgelijke strafbare feiten.
De reclassering heeft op 4 augustus 2022 een rapport over de verdachte opgemaakt. Dit rapport houdt het volgende in. De verdachte verblijft sinds 2011 in Nederland. Hij kan op basis van zijn huidige verblijfstitel geen aanspraak maken op sociale voorzieningen en hij komt ook niet in aanmerking voor reclasseringstoezicht. De leefsituatie van de verdachte is zorgelijk: geen structurele huisvesting, geen werk, geen inkomen, een negatief sociaal netwerk, problematisch middelengebruik en antisociaal gedrag in de vorm van het steeds plegen van strafbare feiten. De kans dat de verdachte nogmaals strafbare feiten zal plegen is groot. Op basis van de verblijfsstatus van de verdachte in Nederland, de genoemde criminogene factoren en ter bescherming van de maatschappij is de ISD-maatregel geïndiceerd.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. De verdachte is blijkens zijn strafblad van 7 juli 2022 in de vijf jaren voorafgaande aan het door hem begane feit ten minste driemaal tot een vrijheidsbenemende straf veroordeeld voor soortgelijke misdrijven. De desbetreffende vonnissen zijn onherroepelijk. Het onderhavige feit is begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen. Er moet ernstig rekening mee worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan. De rechtbank stelt vast dat de tot op heden aan de verdachte opgelegde straffen er niet toe hebben geleid dat het criminele gedrag van de verdachte is beëindigd. De verdachte voldoet dus aan de voorwaarden voor het opleggen van de ISD-maatregel. Voorts onderschrijft de rechtbank de conclusies van de reclassering dat oplegging van de ISD-maatregel is aangewezen.
Gelet op de door de verdachte steeds weer veroorzaakte overlast en schade staat thans het belang van de samenleving voorop. De veiligheid van personen of goederen vereist dat aan de verdachte wordt opgelegd de ISD-maatregel maatregel voor de duur van twee jaren. Daarbij is mede gelet op ernst van de begane feiten en de veelvuldigheid van de voorafgaande veroordelingen.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 38m, 38n, en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
gelast dat de verdachte wordt geplaatst in
een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaren.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. L. Daum en R.J.P. Ferwerda, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Soeteman, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 26 augustus 2022.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
hij op of omstreeks 2 mei 2022 te Rotterdam een fiets (merk: Gazelle), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een tot op heden onbekend gebleven persoon, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen fiets onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking.