ECLI:NL:RBROT:2022:7275

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 augustus 2022
Publicatiedatum
30 augustus 2022
Zaaknummer
10/095446-22; 10/061530-22 (ttz. gevoegd) / TUL VW: 10/054284-21; 10/133802-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplegging van de ISD-maatregel na herhaalde winkeldiefstallen door verdachte

Op 9 augustus 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich in een periode van twee maanden schuldig heeft gemaakt aan vier winkeldiefstallen. De rechtbank constateert dat eerdere straffen en voorwaarden niet hebben geleid tot een beëindiging van het criminele gedrag van de verdachte, die kort na elkaar de feiten heeft gepleegd. De rechtbank oordeelt dat aan de voorwaarden van artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht is voldaan en legt de ISD-maatregel op voor de duur van twee jaren. De verdachte, die ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd was, heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van goederen bij verschillende winkels in Dordrecht, waaronder een fles Esbjaerg Vodka en een stofzuiger. De rechtbank heeft de bewijsvoering van de tenlasteleggingen zorgvuldig gewogen en komt tot de conclusie dat de diefstallen wettig en overtuigend zijn bewezen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een zorgelijke sociaal-maatschappelijke situatie en een uitgebreid strafblad. De rechtbank concludeert dat de oplegging van de ISD-maatregel noodzakelijk is om de recidive te voorkomen en de veiligheid van de samenleving te waarborgen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummers: 10/095446-22; 10/061530-22 (ttz. gevoegd)
Parketnummers vorderingen TUL VW: 10/054284-21; 10/133802-21
Datum uitspraak: 9 augustus 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie De Schie,
raadsman mr. T.S. Kessel, advocaat te Dordrecht.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 26 juli 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R.K. Nanhkoesingh heeft gevorderd:
  • in de zaak met parketnummer 10/095446-22 bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • in de zaak met parketnummer 10/061530-22 bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde, met onder feit 1 partiële vrijspraak voor zover het feit betrekking heeft op het medeplegen en de diefstal van een stofzuiger;
  • oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 jaren.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering (zaak 10/095446-22)
4.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft ter terechtzitting betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de diefstal van een fles Esbjaerg Vodka bij de Makro, zoals ten laste is gelegd onder feit 1. De verdediging heeft hiertoe aangevoerd dat het alternatieve scenario zoals geschetst door de verdachte – dat hij de fles Vodka al bij zich had voordat hij de winkel binnen ging – niet wordt weerlegd door de bewijsmiddelen. Er is geen concreet bewijs dat er in de winkel een wegnemingshandeling is geweest en dat de verdachte zich de fles Vodka in de winkel heeft toegeëigend.
Ten aanzien van de diefstal gepleegd op 22 maart 2022 bij de Action, zoals ten laste is gelegd onder feit 2, heeft de verdediging eveneens betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken. Enkel op basis van een herkenning van een verbalisant, in combinatie met de ontkenning van de verdachte, kan niet tot een bewezenverklaring worden gekomen.
4.1.2.
Beoordeling
De rechtbank overweegt wat betreft de diefstal van een fles Esbjaerg Vodka bij de Makro het volgende.
Vast staat dat er bij de verdachte op 14 april 2022 een fles Esbjaerg Vodka is aangetroffen onder zijn jas. Op de camerabeelden wordt gezien dat de verdachte een fles uit het schap pakt, richting zijn winkelwagen loopt en de fles met donkere hals/dop vast heeft in zijn rechterhand. Verdachte opent vervolgens zijn jas en verricht handelingen achter zijn jas. Vervolgens pakt de verdachte met beide handen de winkelwagen weer vast en heeft hij de fles met donkere hals/dop niet meer vast. Bij de kassa biedt de verdachte geen fles met donkere hals/dop aan ter betaling. Het alternatieve scenario van de verdachte is onverenigbaar met de constatering dat de verdachte een fles uit het schap haalt en deze vervolgens niet terug zet. De verdachte rommelt bij zijn jas en vervolgens is de fles weg. De wegnemingshandeling is aldus te zien op de camerabeelden.
De onder 1 ten laste gelegde diefstal is daarmee wettig en overtuigend bewezen.
Met betrekking tot de diefstal gepleegd op 22 maart 2022 bij de Action overweegt de rechtbank het volgende.
Op 23 maart 2022 wordt er aangifte gedaan van winkeldiefstal, waarbij een zonnebril, chocolade en snoepgoed is weggenomen. De camerabeelden van de winkeldiefstal worden ter beschikking gesteld aan de wijkagent van het centrum van Dordrecht. Hij herkent de verdachte als zijnde de man die de winkeldiefstal pleegt.
Daarmee is de diefstal wettig en overtuigend bewezen.
4.2.
Bewijswaardering (zaak 10/064530-22)
4.2.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft ter terechtzitting betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de diefstal in vereniging van een stofzuiger en een speaker bij de Action op 9 maart 2022, zoals ten laste is gelegd onder feit 1. De verdediging heeft betoogd dat op basis van de verklaring van aangever, zonder nadere uitwerking van de camerabeelden en met een ontkenning van de verdachte, het feit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Wat betreft de diefstal in vereniging van een stofzuiger bij de Action op 8 maart 2022, zoals ten laste is gelegd onder feit 2, is door de verdediging eveneens aangevoerd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken. De verdediging heeft hiertoe aangevoerd dat uit het proces-verbaal van de politie, inhoudende het uitkijken van de camerabeelden, niet blijkt dat er wegnemingshandelingen hebben plaatsgevonden. Dat is een verschil met hetgeen aangever constateert bij het uitkijken van de camerabeelden. De wegnemingshandeling kan derhalve niet worden bewezen.
4.2.2.
Beoordeling
De rechtbank overweegt wat betreft de diefstal in vereniging van een stofzuiger en een speaker op 9 maart 2022 het volgende.
Op 9 maart 2022 wordt er namens de Action aangifte gedaan van diefstal van een stofzuiger en een speaker van het merk Roseland. Op de camerabeelden wordt door aangever gezien dat een manspersoon een speaker uit de verpakking haalt en in zijn groene rugtas doet, waarna hij de winkel verlaat. Gezien wordt dat een andere persoon een steelstofzuiger uit de verpakking haalt, in haar tas stopt en hierna ook de winkel verlaat. Door de wijkagenten worden de verdachten van deze winkeldiefstallen herkend als zijnde [naam verdachte] en [naam medeverdachte] , te weten de zus van verdachte. Daags na het genoemde incident, op 10 maart 2022, wordt de verdachte aangehouden in de woning van zijn zus. In de woning worden een steelstofzuiger en een speaker van het merk Roseland aangetroffen.
Vast staat dat er op 9 maart 2022 gelijktijdig twee winkeldiefstallen hebben plaatsgevonden. De verdachte en de zus van de verdachte worden beide op de camerabeelden herkend door de wijkagenten. Eén dag na de gepleegde diefstal worden in de woning van de zus van de verdachte soortgelijke goederen, zoals die dag eerder waren weggenomen bij de Action, in elkaars directe nabijheid, aangetroffen. Bovendien is het merk van de speaker overeenkomstig. Daarmee is de diefstal van de speaker wettig en overtuigend bewezen.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de ten laste gelegde diefstal in vereniging en de diefstal van de stofzuiger niet wettig en overtuigend zijn bewezen, zodat de verdachte daarvan - zonder nadere motivering - partieel zal worden vrijgesproken.
Tot slot overweegt de rechtbank ten aanzien van de diefstal in vereniging van een stofzuiger op 8 maart 2022 het volgende.
Op 10 maart 2022 wordt er aangifte gedaan van diefstal van een stofzuiger gepleegd op 8 maart 2022. Op de beelden ziet aangever een man en een vrouw bij het vak van de stofzuigers staan. De manspersoon haalt een stofzuiger uit de verpakking en legt de lege doos terug in het vak, terwijl de vrouw afschermt. Vervolgens stopt de manspersoon de stofzuiger in zijn groene rugtas en verlaten zij samen de winkel, zonder de stofzuiger ter betaling aan te bieden. De camerabeelden worden uitgekeken waarop de verdachte wordt herkend als zijnde de manspersoon.
De onder 2 ten laste gelegde diefstal in vereniging van een stofzuiger is daarmee wettig en overtuigend bewezen.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
10/095446-22
1.
hij, op 14 april 2022, te Dordrecht, een fles (Esbjaerg Vodka), die geheel aan Makro, gevestigd op Toermalijnring 2000 te Dordrecht, toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op 22 maart 2022 te Dordrecht, een zonnebril (Polarized) en chocolade en snoepgoed, die geheel aan Action, gevestigd op Korte Parallelweg te Dordrecht, toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
10/061530-22
1.
hij op 9 maart 2022 te Dordrecht, een speaker, die geheel aan de Action (gevestigd aan de Korte Parallelweg), toebehoorde heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op 8 maart 2022 te Dordrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, een stofzuiger, die geheel aan de Action (gevestigd aan de Korte Parallelweg), toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
10/095446-22

1..diefstal

2..diefstal

10/061530-22

1..diefstal

2..diefstal door twee of meer verenigde personen

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering maatregel

7.1.
Algemene overweging
De maatregel die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de maatregel is gebaseerd
De verdachte heeft zich in een periode van twee maanden schuldig gemaakt aan vier winkeldiefstallen. Winkeldiefstallen zijn vervelende feiten die voor de winkeliers veel hinder en schade veroorzaken. Uit dit handelen blijkt dat de verdachte weinig respect toont voor de eigendommen van anderen.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 15 juni 2022, waaruit blijkt dat de verdachte eerder veelvuldig en ook recent is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten, terwijl hij daarvan bovendien in twee proeftijden loopt.
7.3.2.
Rapportages
GGZ Antes heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 20 juli 2022. Dit rapport houdt - kort gezegd - in dat de sociaal-maatschappelijke situatie van de verdachte zorgelijk is, daar hij op vrijwel alle leefgebieden problemen heeft. De verdachte heeft geen inschrijfadres, geen dagbesteding, geen inkomen en er is sprake van schuldenproblematiek. Er bestaat een sterk vermoeden dat de instabiliteit op deze leefgebieden het gevolg is van het psychosociaal functioneren, in combinatie met zijn middelenproblematiek, de houding en het denkpatroon van de verdachte. De reclassering ziet deze factoren als criminogeen.
In het verleden is verschillende malen getracht om te interveniëren in het leven van de verdachte teneinde het recidiverisico te verminderen. De verdachte bleef echter met justitie in aanraking komen. Een eerdere opgelegd toezicht werd voortijdig negatief beëindigd wegens het niet nakomen van de voorwaarden en er is sprake van twee lopende toezichten, waarbij voor beide een advies tenuitvoerlegging is uitgebracht.
Gelet op de uitgebreide justitiële documentatie, de gebleken ontoereikendheid van
reclasseringsinterventies in het kader van toezicht op bijzondere voorwaarden en het belang van een stringenter kader om klinische behandeling met aansluitende plaatsing in een geïndiceerde beschermde woonvorm te laten plaatsvinden ziet de reclassering, als het gaat om terugdringen van risico's op recidive, geen alternatief voor oplegging van de onvoorwaardelijke ISD-maatregel.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
De rechtbank stelt vast dat aan de voorwaarden is voldaan die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan één of meer misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. De verdachte is blijkens het op zijn naam gestelde uittreksel uit de justitiële documentatie van 15 juni 2022 in de vijf jaren voorafgaande aan de door hem begane feiten ten minste driemaal tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel, een vrijheidsbeperkende maatregel of een taakstraf veroordeeld. De desbetreffende vonnissen zijn onherroepelijk. De onderhavige feiten zijn begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen. Er moet bovendien ernstig rekening mee worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan.
De rechtbank stelt vast dat de tot op heden aan de verdachte opgelegde straffen en opgelegde voorwaarden er niet toe hebben geleid dat het criminele gedrag van de verdachte is beëindigd. Integendeel, hij heeft onderhavige feiten zeer kort na elkaar gepleegd. De rechtbank onderschrijft de conclusie van de reclassering dat oplegging van de ISD-maatregel thans is aangewezen.
Gelet op de door hem steeds weer veroorzaakte overlast en schade staat thans het belang van de samenleving voorop. De veiligheid van personen of goederen vereist dat aan de verdachte wordt opgelegd de maatregel plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren. Daarbij is mede gelet op de veelvuldigheid van de voorafgaande veroordelingen. De rechtbank heeft in aanmerking genomen dat de maatregel er mede toe strekt de maatschappij te beveiligen en de recidive van verdachte te beëindigen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen maatregel passend en geboden.

8..Vordering tenuitvoerlegging

8.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 11 mei 2021 van de politierechter van deze rechtbank is de verdachte ter zake van diefstal veroordeeld voor zover van belang tot een gevangenisstraf van 16 weken, waarvan een gedeelte groot 8 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
De proeftijd is ingegaan op 24 augustus 2021.
Bij vonnis van 25 mei 2021 van de politierechter van deze rechtbank is de verdachte ter zake van diefstal veroordeeld voor zover van belang tot een gevangenisstraf van 6 weken, waarvan een gedeelte groot 4 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
De proeftijd is ingegaan op 8 juni 2021.
8.2.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat de vorderingen dienen te worden afgewezen.
8.3.
Beoordeling
De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen feiten heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd.
In beginsel kan daarom de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraffen worden gelast. Desalniettemin zal de rechtbank de vorderingen afwijzen omdat een tenuitvoerlegging op dit moment niet opportuun wordt geacht, gelet op de nader te noemen opgelegde maatregel voor de bewezenverklaarde feiten.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is de artikelen 38m, 38n, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
gelast dat de verdachte wordt geplaatst in
een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaren;
wijst af de gevorderde tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 11 mei 2021 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf;
wijst af de gevorderde tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 25 mei 2021 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Brand, voorzitter,
en mrs. A.M. Zwaneveld en N. Freese, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.T.C.J.M. de Jongh, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 9 augustus 2022.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt in de zaak met parketnummer 10/095446-22 ten laste gelegd dat
1.
hij, op of omstreeks 14 april 2022, te Dordrecht, althans in Nederland een fles (Esbjaerg Vodka), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Makro, gevestigd op Toermalijnring 2000 te Dordrecht, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op of omstreeks 22 maart 2022 te Dordrecht, althans in Nederland een zonnebril (Polarized) en/of chocolade en/of snoepgoed, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Action, gevestigd op Korte Parallelweg
teDordrecht, in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Aan de verdachte wordt in de zaak met parketnummer 10/061530-22 ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 9 maart 2022 te Dordrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een stofzuiger en/of een speaker, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Action (gevestigd aan de Korte Parallelweg), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op of omstreeks 8 maart 2022 te Dordrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een stofzuiger, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Action (gevestigd aan de Korte Parallelweg), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om
het zich wederrechtelijk toe te eigenen.