In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft eiser een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet is verschenen. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. van Buuren, vordert inzage in bepaalde financiële bescheiden van gedaagde, die van belang zijn voor de bepaling van de alimentatieverplichtingen van eiser voor zijn kinderen. Eiser heeft een geregistreerd partnerschap met [naam 1] en is onderhoudsplichtig voor hun gezamenlijke zoon, evenals voor een dochter uit een eerdere relatie met [naam 2]. Eiser heeft gedaagde herhaaldelijk verzocht om de benodigde documenten, maar gedaagde heeft hieraan geen gehoor gegeven. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat gedaagde correct is opgeroepen en dat er sprake is van een spoedeisend belang bij de vordering van eiser. De rechter heeft geoordeeld dat aan de voorwaarden van artikel 843a Rv is voldaan, en heeft de vordering van eiser toegewezen, met de verplichting voor gedaagde om binnen vier weken de gevraagde documenten te overleggen. Tevens is een dwangsom opgelegd voor het geval gedaagde niet aan deze verplichting voldoet. Gedaagde is veroordeeld in de proceskosten van eiser.