3.1.De man vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
te bepalen dat hij wordt gemachtigd tot het verrichten van rechtshandelingen tot verkoop en levering van de woning aan de [adres] en het (daarbij behorende) perceel [perceel], en dat het te wijzen vonnis in de plaats van een onderhandse of notariële akte of een deel daarvan met betrekking tot de onderhavige woning te [plaatsnaam] zal treden;
te bepalen dat de vrouw de man toegang dient te verschaffen tot de gezamenlijke woning in het kader van de door de gemeente Westvoorne te verrichten taxatie daarvan;
de vrouw en gedaagde sub 2 te veroordelen althans te bevelen, de woning aan de [adres] twee weken vóór de levering(sdag)aan de koper daarvan, te weten de gemeente Westvoorne, althans binnen een door U,E.A. Heer/Vrouwe Voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, met medeneming van haar/zijn huisraad te ontruimen, metterwoon te verlaten en deze niet meer te betreden, en de afgifte der sleutels ter vrije beschikking van de man te stellen, met machtiging van de man voor het geval de vrouw en/of gedaagde sub 2 aan het ten deze te wijzen vonnis niet mocht(en) voldoen, de ontruiming van genoemde woning zelf te bewerkstelligen, zulks op kosten van de vrouw en/of gedaagde sub 2 voor zover het haar/hem betreft. Zulks op straffe van verbeurte ten titel van een dwangsom ad € 1.000,= per dag of per geconstateerde overtreding dat de vrouw en/of gedaagde in gebreke blijft aan voormelde veroordeling(en) te voldoen, met een maximum ad € 25,000,= voor zowel de vrouw als gedaagde sub 2.
de vrouw te veroordelen, althans te bevelen, de (inboedel)goederen van de man, zoals door de rechtbank Rotterdam bepaald in haar beschikking d.d. 01 november 2021 onder randnummer 3.2.3, binnen 5 dagen na het te wijzen vonnis deugdelijk aan de man ter beschikking stellen. Zulks op straffe van verbeurte ten titel van een dwangsom ad € 500,= per dag dat de vrouw in gebreke blijft aan voormelde veroordeling te voldoen, met een maximum ad € 25.000,=.
subsidiair te bepalen dat, indien de vrouw weigerachtig is de (inboedel)goederen van de man aan hem af te geven, de deurwaarder namens de man gerechtigd is, zo nodig met behulp van de sterke arm der wet, de gezamenlijke woning waarin de vrouw thans woonachtig is tegen haar wil te betreden, bedoelde (inboedel)goederen onder zich te nemen en aan de man af te geven;
de vrouw en gedaagde sub 2 te veroordelen in de kosten van dit geding.