ECLI:NL:RBROT:2022:7177

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 maart 2022
Publicatiedatum
25 augustus 2022
Zaaknummer
C/10/633988 / KG ZA 22-142
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugnemen handgel in kort geding tussen Total Energy Service B.V. en Sanisign B.V.

In deze zaak heeft Total Energy Service B.V. (TES) een kort geding aangespannen tegen Sanisign B.V. met het verzoek om Sanisign te veroordelen tot het terugnemen van producten die TES in opslag heeft. De achtergrond van de zaak ligt in een distributieovereenkomst die op 24 september 2020 tussen beide partijen is gesloten, waarbij TES als exclusieve distributeur van een desinfecterend product zou optreden. Echter, na het sluiten van de overeenkomst bleek dat de producten niet op de Nederlandse markt mochten worden verkocht, wat leidde tot een inspectie door de Inspectie Leefomgeving en Transport. Deze inspectie concludeerde dat de producten niet waren toegelaten en dat TES de producten niet mocht verhandelen.

TES vorderde in het kort geding dat Sanisign binnen 24 uur na betekening van het vonnis alle in de opslag aanwezige producten zou terugnemen, op straffe van een dwangsom. Sanisign voerde verweer en stelde dat zij nooit had gegarandeerd dat de producten in Nederland verkocht mochten worden. De voorzieningenrechter oordeelde dat TES mocht vertrouwen op de mededelingen van Sanisign en dat er voldoende grond was om aan te nemen dat Sanisign tekortschiet in de nakoming van de distributieovereenkomst. De vordering van TES werd toegewezen, en Sanisign werd veroordeeld om de producten terug te nemen, met een dwangsom voor het geval zij hier niet aan voldeed.

De rechter oordeelde verder dat de geldvordering van TES niet voldoende onderbouwd was en wees deze af. Sanisign werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 21 maart 2022.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/633988 / KG ZA 22-142
Vonnis in kort geding van 21 maart 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TOTAL ENERGY SERVICE B.V.,
gevestigd te Uithoorn,
eiseres,
advocaat mr. A. Robustella te Ede,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SANISIGN B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat mr. A. van der Schee te Rotterdam.
Partijen worden hierna TES en Sanisign genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 25 februari 2022, met producties;
  • de brief van mr. Robustella van 1 maart 2022, met aanvullende producties;
  • de brief van mr. Van der Schee van 1 maart 2022, met producties;
  • het e-mailbericht van mr. Robustella van 2 maart 2022, met een aanvullende productie;
  • de mondelinge behandeling gehouden op 3 maart 2022;
  • de pleitnota van mr. Robustella;
  • de pleitnota van mr. Van der Schee.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2..De feiten

2.1.
TES is een onderneming die zich richt op reparatie, onderhoud en uitleen van machines en machineonderdelen en het tot beschikking stellen van arbeidskrachten.
2.2.
Screen Solution International B.V. is een onderneming die zich richt op het importeren, exporteren en verkopen van audio visuele-, computer- en aanverwante producten. Sanisign is gelieerd aan Screen Solution International B.V. en opgericht om digitale (reclame)schermen met daarachter een desinfectie-unit voor het gemakkelijk en snel desinfecteren van de handen te ontwikkelen.
2.3.
Sanisign heeft het voor haar geschikte desinfecteringsmiddel gevonden bij haar leverancier Sterizar, gevestigd in het Verenigd Koninkrijk. Het betreft een desinfecterende handfoam zonder alcohol. Naast het gebruik van het product in haar eigen (reclame)schermen is Sanisign het product gaan aanbieden aan distributeurs, waaronder TES.
2.4.
In dit kader hebben partijen op 24 september 2020 met elkaar een distributieovereenkomst gesloten. In de distributieovereenkomst is voor zover van belang het volgende opgenomen:
“(…)
WHEREAS:
A.
the Principal [Sanisign] is the producer and / or supplier of the Products;
the Distributor [TES] shall act as the Principal’s sales office for the promotion and presale or sales of the Products in the Territory, and
Parties hereby wish to set forth in writing the terms and conditions under which the Principal shall appoint the Distributor.
THE PARTIES HEREBY AGREE AS FOLLOWS:

1..Definitions & interpretation

1.1.
Definitions
The terms and expressions capitalized in this Agreement shall have the following meaning:
(…)
“Products” the Principals’ Non-Alcohol foam products, together with any new and/or improved versions of these products of which Principal shall give notice of to the Distributor. Products will only be used for sale in bottles, with the SaniSign logo and product description (QR Code) with product information, and not more than 200ml. any other size bottles, refill bottles or co-brand bottles can only be produced or sold after writing approval.
(…)
“Territory” the territory of the Netherlands for the selling off Non-Alcohol Foam products as described in “Products”. All other European territories is sales only allow after writing approval.
(…)

2..Appointment of the Distributor

2.1
Appointment as Distributor
Principal hereby appoints the Distributor as its exclusive Distributor to promote, market and undertake presell activities in respect to the agreed Product in the agreed Territory, on the terms and subject to the provisions of this Agreement and the Distributor hereby accepts this appointment on those terms.
(…)
2.3
Exclusivity
2.3.1
Principal cannot appoint any other person, firm or company as its Distributor or reseller for the promotion or (pre)sale of the agreed Products in the Territory.
(…)
2.4
Relationship between Principal and Distributor
2.4.1
The Parties hereby agree that neither the Distributor, a sub-Distributor, reseller, agent nor any employee of the (sub-) Distributor is an employee of the Principal. The Distributor is an independent contractor and operates its business without intervention form the Principal and for its own account.
2.4.2
Distributor shall not, except with the Principal’s prior written consent, directly or indirectly buy any similar Product of Principal’s product for resale.
2.4.3
Distributor will not, neither directly or indirectly, actively promote sale of the Products to any person, firm or company outside the Territory. Any action by Distributor which may be suspected of resulting in movement of the Products outside the Territory must be advised immediately to Principal. Subsequently, it will be discussed and decided whether the Distributor can conclude the relevant sale under this agreement.
(…)

3..Presale & enquiries of the Products

3.1
Promotion & presale
3.1.1
The Distributor shall:
  • promptly bring to the notice of the Principal any information received by the Distributor which is likely to be of use or benefit to the Principal in relation to the marketing of the Products either within the Territory or outside of it;
  • at its own expense, unless otherwise agreed with the Principal, attend meetings with representatives of the Principal and/ or the Customer in the Territory as the Principal may reasonably direct for the purpose of promoting the Products.
  • sales of the agreed Products in the Territory will be at least 3000 litre hand sanitiser foam by December 1st 2020 and 10.000 litre hand sanitiser by December 1st 2021.
(…)

7..Terms & termination

(…)

7.3
Early termination
7.3.1
Parties hereby agree that Principal may terminate this Agreement immediately, at any time, due to an urgent reason as meant in article 7:439 of the Dutch Civil Code:
(a) Distributor defaults in the performance of any of the terms of this Agreement and written notice of such breach or default has been issued by Principal and Distributor does not cure or remedy the breach within 15 working days after the date or dispatch of this Notice;
(b) Distributor breaches clause 8.1 (non-competition) of this Agreement;
(…)
7.3.2
Parties hereby agree that Principal may terminate this Agreement if Distributor will not presale 3000 liter hand sanitiser foam before December 1st, 2020.
(…)”
2.5.
Op 24 september 2020 heeft TES 10.000 liter SaniSign handfoam besteld. Op 30 september 2020 heeft TES opnieuw een bestelling geplaatst van 2000 liter handfoam en bijbehorende producten.
2.6.
Bij e-mailbericht van 16 oktober 2020 heeft Sanisign aan TES bericht dat het gaat om een Europees goedgekeurd product dat hier (in Nederland) verkocht mag worden en dat op alle producten van Sanisign de nummers van goedkeuring staan vermeld.
2.7.
Op 4 november 2020 heeft TES nog eens 8.000 liter aan handfoam besteld.
2.8.
Bij e-mailbericht van 10 november 2020 heeft TES aan Sanisign het e-mailbericht doorgezonden dat zij van de heer Maalderink van Cospatec heeft ontvangen omtrent de toelating van het product. Uit dit bericht blijkt dat Maalderink de certificaten en testrapporten en het etiket heeft doorgestuurd aan een adviesbureau dat gespecialiseerd is in de internationale wetgeving omtrent chemische producten. De volgende reactie is ontvangen van het adviesbureau:
“Mbt de Sani foam Hand Foam Sanitiser, als dit product door de NVWA wordt “gespot” gaat het onherroepelijk van de markt. Het is voor Nederland een biocide die onjuist is geëtiketteerd en geen registratienummer heeft.
Het enige dat de toegevoegde test verteld is dat het product is getest op een stuk werkzaamheid. Dit is beslist geen toelating.
Mag dit in NL: nee
Kan dit in Dtsl: ja, nog wel
Voor de toekomst geldt dat er een registratie moet worden ingediend. Eerst moet er een Europese toelating komen. Daar sluit u op aan met een toelating in de Lidstaten. Dat wordt tzt alsnog een redelijke kostenpost. Maar tot die tijd kan het product in Dtsl op de markt worden gebracht. Overigens wel met een heel andere etikettering/classificatie en SDS zijn m.i. niet correct.”
2.9.
In reactie op het e-mailbericht van 10 november 2020 heeft Sanisign een link naar de toelating voor de Europese Unie aan TES gestuurd en aangegeven dat de producten vallen in de categorieën 1, 2, 3, en 4 en dat de producten binnen de database van ECHA staan geregistreerd.
2.10.
Bij e-mailbericht van 18 november 2020 heeft Sanisign verwijzend naar een link van een artikel het volgende aan TES bericht:
“Hier dus ook de bevestiging dat die vrijstelling er is als je maar aan de regels houd.”
2.11.
Op 24 november 2020 heeft TES een laatste bestelling van 10.000 liter aan handfoam besteld bij Sanisign. De laatste factuur dateert van 21 december 2020.
2.12.
Bij e-mailbericht van 3 maart 2021 heeft Sanisign aan TES bericht dat Sanisign inmiddels in diverse Europese landen is goedgekeurd, waaronder België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Denemarken. Voorts heeft Sanisign bericht dat de aanvraagprocedure bij het CTGB loopt maar dat dit veel tijd kost en:
“Wel heeft [naam 1], van het CTGB aangegeven dat wij eerdaags de voorlopige vrijstelling kunnen verwachten.
Voor producten/merken die voor Februari 2021 een aanvraag hebben ingediend en het inschrijfgeld hebben betaald wordt een voorlopige vrijstelling verleend.”
2.13.
Op 4 maart 2021 heeft Sanisign aan TES voor zover van belang het volgende bericht:
“Ja er zit een kleine hoeveelheid benzalkonium in maar de hoeveelheid daarvan is minimaal en niet schadelijk voor de gezondheid.
Je hebt daar de testrapporten van en verder is Sanisign Europees toegelaten in Duitsland, België, Frankrijk, Luxemburg en Denemarken.
In geen van deze landen en bij alle testen is er geen advies gekomen dat wij een waarschuwing voor gebruik met kinderen moesten toevoegen. Je mag in dit geval rustig de laatste test meesturen.
Van al deze landen zijn de toelatingsnummers bekend. Wat Nederland betreft weet je dat de aanvraag bij het CTGB loopt en dat wij toezegging hebben gekregen van het CTGB dat rond 4 maart de vrijstelling zal komen voor aanvragen die ingediend zijn en waarvan het inschrijfgeld betaald is. uiteraard heeft SaniSign aan die voorwaarden voldaan. (…)”
2.14.
Op 9 maart 2021 heeft Sanisign aan TES bericht dat de vrijstelling niet is verleend en dat het product niet in Nederland is toegestaan.
2.15.
Bij brief van 27 december 2021 heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport aan 4Uit Trading (de aan TES gelieerde partij bij wie op initiatief van TES de producten zijn opgeslagen) voor zover van belang het volgende bericht:
“(…)
Op 24 november 2021 heb ik samen met mijn collega (…) uw bedrijf 4Uit Trading geïnspecteerd. Dit hebben wij gedaan op de locatie van Total Energy Service (…) in aanwezigheid [naam 2] (…). De inspectie had tot doel te beoordelen of u voldoet aan Verordening 528/2012/EU betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (hierna: de Biocidenverordening) en de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb).
In deze brief ga ik in op de geconstateerde tekortkomingen: het aanbieden en gebruiken van het niet-toegelaten producten Sanifoam, producten uit de lijn Sanisign en Sterizar, en het aanprijzen van producten. Dit heb ik na afloop van de inspectie en in het telefoongesprek van 8 december met u besproken. U heeft verschillende tekortkomingen al opgeheven. De tekortkomingen ‘gebruik’ van Sanifoam en Sterizar zijn nog niet opgeheven. Het gaat hier specifiek over de opslag van beide producten. Opslag valt namelijk onder het begrip ‘gebruik’. (…)
Om de overtredingen te beëindigen en ongedaan te maken dient u te stoppen met het gebruik van Sanifoam en Sterizar en dient u herhaling hiervan te voorkomen.
Zodra u deze tekortkomingen heeft gecorrigeerd, moet u dat meteen aan mij melden. (…)
Als u de tekortkomingen niet beëindigt en herhaling van de tekortkomingen niet voorkomt, kan ik bestuursrechtelijk optreden door middel van het opleggen van een last onder dwangsom of het opleggen van een bestuurlijke boete. (…)”
2.16.
In de bijlage bij de brief van 27 december 2021 is voor zover van belang het volgende opgenomen:
Wat wordt van u verwacht:
Voor het opheffen van de tekortkoming ‘aanbieden’ van Sanifoam
U heeft tijdens de inspectie aangegeven dat u stopt met verkoop van Sanifoam.
Verkoop vond alleen plaats via de website. U bevestigde in uw email van 13 december 2021 dat u Sanifoam niet verkoopt in uw AH winkel.
Ik heb op 9 december 2021 geconstateerd dat het niet meer mogelijk is om een bestelling te doen via uw Sanifoam website en de facebook pagina. De tekortkoming is hiermee beëindigd.
Voor het opheffen van de tekortkoming ‘gebruik’ van Sanifoam
U dient zich te ontdoen van dit product. Dat kan door
1. het product af te voeren als (gevaarlijk) afval naar een daartoe vergunning houdend inzamelbedrijf in Nederland;
2. in overleg met uw leverancier Sanisign B.V. te treden en overeen te komen dat u het product terug brengt.
Voor het opheffen van de tekortkoming ‘gebruik’ van Sterizar
Hiervoor zijn meerdere mogelijkheden
1. het product afvoeren als (gevaarlijk) afval naar een daartoe vergunning houdend inzamelbedrijf in Nederland;
2. in overleg met uw leverancier Sanisign B.V. te treden en overeen te komen dat u het product terug brengt;
3. het product in landen op de markt brengen waar Sterizar een toegelaten biocide is. dit kan o.a. in België. Dit houdt onder andere in dat u moet bewijzen dat het product in het land van bestemming mag worden gebruikt, welk bedrijf de verantwoordelijkheden in het buitenland overneemt, het registratienummer in buitenland met bijbehorend etiket (en meer). (…).
In alle gevallen dient u uw keuze met mij af te stemmen opdat ik deze kan accepteren of niet.
2.17.
Bij brief van 18 januari 2022 heeft mr. Robustella namens TES voor zover van belang het volgende aan Sanisign bericht:
“(…)
Het beëindigen van de distributieovereenkomst
8. Gelet op de inhoud van het schrijven van de Inspectie Leefomgeving en Transport staat vast dat cliënte de producten niet voor handen mag hebben en ook niet mag verhandelen. De door de Inspectie (…) gedane mededelingen hebben cliënte duidelijk gemaakt dat de producten niet op de Nederlandse markt zijn toegelaten c.q. ter zake de producten door SaniSign niet kan worden beschikt over toelatingsbeslissingen van het CTBG.
9. Het vorenstaande staat haaks op de door SaniSign – als dan niet op goede gronden – aan cliënte in het kader van de totstandkoming van de distributieovereenkomst verstrekte voorstelling van zaken, inhoudend dat de producten op de Nederlandse markt zouden mogen worden verhandeld en dus ook voor handen zouden mogen worden gehouden. Dit gegeven rechtvaardigt het doen van een beroep op vernietiging van de distributieovereenkomst door cliënte.
10. Anderzijds resulteren de mededelingen van de Inspectie (…) erin dat cliënte vaststelt dat SaniSign toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van de distributieovereenkomst. Immers zijn en worden in het kader van de distributieovereenkomst producten aangeboden, die op de Nederlandse markt niet zijn toegelaten en kan aan SaniSign worden tegengeworpen dat dit voor haar rekening en risico komt nu niet kan worden beschikt over bewijs waaruit blijkt dat de producten zijn toegelaten c.q. de goedkeuring hebben gekregen van het CTBG.(…)”
2.18.
Bij brief van 4 februari 2022 heeft mr. Van Dijken namens Sanisign aan mr. Robustella bericht dat Sanisign nooit heeft toegezegd dat de toelating er zeker zou komen en dat reeds uit het bericht van Cospatec van 10 november 2020 is gebleken dat er geen toelating in Nederland was. Voorts is bericht dat er wel toelatingen zijn voor diverse andere Europese landen zodat geen sprake is van enige tekortkoming aan de zijde van Sanisign en geen grondslag bestaat voor een beroep op ontbinding of vernietiging van de distributieovereenkomst. Omdat de producten volgens de Inspectie niet in het magazijn van TES mogen worden gehouden heeft Sanisign voorgesteld om TES voor een periode van zes maanden kosteloos gebruik te laten maken van een opslag in België van waaruit TES de producten kan verkopen in landen waar wel een toelating voor de producten geldt.
2.19.
Bij brief van 10 februari 2022 heeft mr. Robustella Sanisign gesommeerd om uiterlijk 14 februari 2022 kenbaar te maken dat zij instemt met ontbinding van de distributieovereenkomst en gevolg zal geven aan de daaruit voortvloeiende ongedaanmakingsverbintenissen en de aansprakelijkstelling ter zake de door TES geleden en nog te lijden schade.
2.20.
Sanisign heeft bij brief van 14 februari 2022 aan TES kenbaar gemaakt dat geen sprake is van een causaal verband tussen de eventueel door TES geleden schade doordat zij producten niet verkocht zou krijgen en het feit dat de producten (nog) niet in Nederland mogen worden verkocht. Sanisign heeft aangegeven dat zij blijft bij haar standpunten en heeft TES nogmaals gewezen op de mogelijkheid om de producten kosteloos in België op te slaan.
2.21.
Bij brief van 16 februari 2022 heeft mr. Robustella namens TES aan Sanisign bericht dat indien Sanisign zich niet bereid toont om de producten terug te nemen en de daarmee corresponderende waarde te crediteren en aan TES te voldoen, zij een kort gedingprocedure zal opstarten. Op dit bericht is niet inhoudelijk gereageerd door Sanisign.

3..Het geschil

3.1.
TES vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Sanisign te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis alle in de opslag van TES aanwezige producten terug te nemen c.q. te laten afvoeren, zodat TES voldoet aan de door Inspectie Leefomgeving en Transport gedane aanzegging c.q. sommatie ter zake de opslag van de producten, zulks op straffe van een dwangsom van € 250.000,00 per (gedeelte van een) dag dat Sanisign in gebreke blijft om aan dit vonnis te voldoen;
Sanisign te veroordelen om aan TES te voldoen een bedrag van € 136.733,51;
Sanisign te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2.
Sanisign voert gemotiveerd verweer dat strekt tot niet-ontvankelijkheid van TES in haar vorderingen, dan wel haar deze te ontzeggen met veroordeling van TES in de kosten van de procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

Het spoedeisend belang

4.1.
Artikel 254 Rv bepaalt dat de voorzieningenrechter in spoedeisende zaken waarin, gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist, bevoegd is om deze te geven. Van een spoedeisende zaak in vorenbedoelde zin is sprake als van de eiser niet kan worden gevergd dat hij de uitkomst van een eventuele bodemprocedure afwacht. Met de stelling van TES dat zij een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete riskeert zolang de producten bij haar zijn opgeslagen, is haar spoedeisend belang in onderhavige zaak gegeven. Dat Sanisign TES diverse mogelijkheden heeft geboden om de producten in België op te slaan doet daar niets aan af. Of de vorderingen op materiële gronden ook toewijsbaar zijn, wordt hierna beoordeeld.
De vordering onder 1
4.2.
In kort geding dient te worden beoordeeld of het in zodanige hoge mate te verwachten is dat een vordering ook in de bodemprocedure zal worden toegewezen dat het verantwoord is daar bij wijze van voorziening bij voorraad op vooruit te lopen. Dit betekent dat de vordering van TES alleen kan worden toegewezen indien er van uitgegaan kan worden dat in een bodemprocedure wordt geoordeeld dat Sanisign gehouden is om de in de opslag van TES aanwezige producten terug te nemen dan wel af te voeren.
4.3.
TES legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Sanisign haar ertoe heeft bewogen om een distributieovereenkomst te sluiten en producten af te nemen en te betalen, terwijl Sanisign wist of had behoren te weten dat de producten in Nederland niet waren toegelaten en zij haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst niet kon nakomen. Nu Sanisign blijvend in de nakoming van de distributieovereenkomst tekortschiet heeft TES de ontbinding van de overeenkomst ingeroepen en dient Sanisign op grond van de ongedaanmakingsverbintenis de voorraad terug te nemen en de reeds betaalde factuurbedragen terug te betalen zodat TES tijdig kan voldoen aan de sommatie van de Inspectie. Subsidiair heeft TES zich op het standpunt gesteld dat deze verplichting voor Sanisign bestaat doordat TES de distributieovereenkomst op grond van bedrog, dan wel (meer subsidiair) dwaling heeft vernietigd.
4.4.
Sanisign heeft hiertegenover aangevoerd dat zij in de veronderstelling was dat het product in Europa mocht worden verkocht en gebruikt, maar dat het voorafgaand aan het sluiten van de distributieovereenkomst voor beide partijen duidelijk was dat er nog geen Nederlands registratienummer was verkregen. De procedure voor het aanvragen van dat nummer is door Sanisign medio 2020 gestart. In de distributieovereenkomst is geen enkele garantie gegeven over het wel of niet kunnen afzetten van het product in Nederland. De overeenkomst bood TES juist een voordeel, namelijk exclusieve afzetting in de Nederlandse markt. TES is ook niet beperkt tot de verkoop van het product in Nederland. Na het bericht van 10 november 2020 heeft TES nog diverse bestellingen gedaan en de eerdere bestelling niet geannuleerd. Begin 2021 is TES daarnaast begonnen met promotie van het product. Op dat moment was al bekend dat het product in Nederland niet verkocht mocht worden. Van enige tekortkoming aan de zijde van Sanisign is geen sprake. De distributieovereenkomst is bovendien een raamovereenkomst en iedere door TES geplaatste bestelling moet worden gezien als een afzonderlijke koopovereenkomst. Dat Sanisign is tekortgeschoten in de nakoming van de afzonderlijke koopovereenkomsten en de producten niet heeft geleverd is gesteld noch gebleken. Ontbinding van de distributieovereenkomst biedt dan ook geen grondslag voor het terugnemen van de nog bij TES aanwezige producten. Van bedrog dan wel dwaling is evenmin sprake. Uit de overeenkomst volgt geen verplichting van Sanisign om mogelijk te maken dat het product in Nederland kan worden verkocht.
4.5.
Overwogen wordt als volgt. Uit de wederzijdse standpunten blijkt dat partijen de verplichtingen uit de distributieovereenkomst elk in verschillende zin hebben opgevat.
Ter beantwoording van de vraag welke opvatting de juiste is, komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs mochten toekennen aan de distributieovereenkomst en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De voorzieningenrechter is van oordeel dat uit de distributieovereenkomst voldoende volgt dat het de bedoeling van partijen was dat het product in Nederland zou worden verhandeld. De distributieovereenkomst is immers gericht op exclusieve verkoop van het product op de Nederlandse markt. In een dergelijk geval mag een distributeur er vanuit gaan dat het product in Nederland mag worden verkocht en verspreid. Dit is slechts anders indien er concrete aanwijzingen voor bestaan dat het tegendeel het geval is. Dat is hier niet aan de orde. In de distributieovereenkomst is geen enkele aanwijzing te vinden die erop duidt dat de producten niet in Nederland verkocht mogen worden. Dat na het sluiten van de distributieovereenkomst en voordat TES de bestellingen bij Sanisign plaatste het voor TES voldoende duidelijk was dat de producten in Nederland niet zijn toegestaan is onvoldoende gebleken. Uit de door TES overgelegde producties blijkt genoegzaam dat ook nadat TES op 10 november 2020 op de hoogte was gesteld over de bedenkingen ter zake de toelating van het product en dit met Sanisign heeft gedeeld, Sanisign is blijven volharden in de stelling dat het product in Nederland was toegelaten, of dat daar in ieder geval een voorlopige vrijstelling voor gold dan wel zou gaan gelden. Hoewel beide partijen zich op een voor hen onbekende markt hebben begeven mocht TES naar het oordeel van de voorzieningenrechter vertrouwen op de juistheid van de mededelingen van Sanisign. Pas in maart 2021 werd voor TES echt duidelijk dat de verkoop en verspreiding van het product in Nederland was uitgesloten. Reeds voor die tijd heeft TES de producten besteld en promotie gemaakt. Nu de distributieovereenkomst is gericht op de verkoop van het product in Nederland, kan deze niet los worden gezien van de door partijen gesloten koopovereenkomsten. Gelet op het voorgaande is bepaald voorstelbaar dat in een eventuele bodemprocedure zal worden geoordeeld dat de tekortkoming aan de zijde van Sanisign ontbinding van de distributieovereenkomst rechtvaardigt. Gelet op de sommatie van de Inspectie en de daardoor ontstane urgentie is het treffen van een (voorlopige) voorziening bij wege van ordemaatregel daarom op zijn plaats. De vordering om Sanisign te gebieden de producten terug te nemen dan wel af te voeren wordt daarom toegewezen.
4.6.
De voorzieningenrechter ziet aanleiding tot het opleggen van een dwangsom. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd op het in de beslissing te vermelden bedrag.
De vordering onder 2
4.7.
Vooropgesteld wordt dat met betrekking tot een geldvordering in kort geding terughoudendheid bij toewijzing op zijn plaats is. Bij de beoordeling speelt een rol of de vordering voldoende aannemelijk is, of een onmiddellijke voorziening vereist is en of er een restitutierisico is.
4.8.
Ten aanzien van de geldvordering heeft TES gesteld dat zij over het bedrag dient te beschikken om de door haar als gevolg van het verwijtbare handelen van Sanisign geleden en nog te lijden schade te kunnen beperken en om aan haar terugbetalingsverplichtingen jegens haar aandeelhouders te kunnen voldoen. Overwogen wordt als volgt. De tekortkoming aan de zijde van Sanisign en de rechtsgevolgen die dat met zich brengt liggen zoals reeds is overwogen in 4.5. in de risicosfeer van Sanisign, waardoor zij de producten dient terug te nemen. Of dit ook geldt voor integrale terugbetaling van de reeds door TES betaalde bedragen is op voorhand onvoldoende duidelijk nu mogelijk nader feitenonderzoek nodig is en dient in een eventuele bodemprocedure te worden beoordeeld. Dat TES de uitkomst daarvan niet kan afwachten en er thans een onmiddellijke voorziening is vereist, is door TES onvoldoende onderbouwd of geconcretiseerd. De vordering wordt daarom afgewezen.
De proceskosten
4.9.
Sanisign wordt als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. Het aan de hoogte van de geldvordering gerelateerde TES in rekening gebrachte griffierecht blijft gedeeltelijk voor eigen rekening van TES, nu de geldvordering wordt afgewezen.
De kosten aan de zijde van TES worden begroot op:
- betekening oproeping € 108,41
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
€ 1.016,00
Totaal € 1.800,41

5..De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
veroordeelt Sanisign om binnen een week na betekening van dit vonnis alle in de opslag van TES aanwezige producten terug te nemen c.q. te laten afvoeren, zodat TES voldoet aan de door Inspectie Leefomgeving en Transport gedane aanzegging c.q. sommatie ter zake de opslag van de producten, zulks op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 per dag dat Sanisign in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, een gedeelte van een dag voor een volle gerekend, met een maximum van € 150.000,00,
5.2.
veroordeelt Sanisign in de proceskosten, aan de zijde van TES tot op heden begroot op € 1.800,41,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.L. Geerdes en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2022.
2180/676