Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 20 juni 2022, met producties 1-21;
- de brief van mr. Bijloo van 22 juni 2022, met producties 22 en 23;
- de conclusie van antwoord, met producties 1-7;
- de brief van mr. Plambeck van 28 juni 2022, met producties 8 en 9;
- de mondelinge behandeling op 29 juni 2022 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde spreekaantekeningen respectievelijk pleitaantekeningen van mr. Bijloo en mr. Van Essen.
2..De feiten
over een strook ter breedte van vijf meter lopende langs de zuidoostelijke grens van vermeld perceel [perceelnummer 10] , evenwijdig lopende met het Oranjekanaal’ (hierna: de vijfmeterstrook). De erfdienstbaarheid van weg is op onderstaande luchtfoto met een rode streep aangeduid.
3..Het geschil
4..De beoordeling
om te komen en te gaan naar den bestaanden overweg’. Om de ontsluiting aan de zuidzijde ook mogelijk te maken via het noordoostelijke deel naar de Oranjedijk is in de notariële akte van 27 januari 1953 opgenomen dat een recht van erfdienstbaarheid rust op een strook ter breedte van vijf meter lopende langs de zuidoostelijke grens van perceel [perceelnummer 10] , evenwijdig lopende met het Oranjekanaal. De voorzieningenrechter is van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat partijen daarmee hebben bedoeld om de eigenaren van heersend erf [nummer 5] in staat te stellen vanaf hun erf de openbare weg aan de zuidelijke kant (met voertuigen) te bereiken. Een recht op een volstrekt onbelemmerd gebruik van de weg kan niet zonder meer uit de akte worden afgeleid. Daarnaast impliceert het gevestigde recht van erfdienstbaarheid geen exclusief recht. Dit betekent dat ook [gedaagden] , als eigenaar van dienend erf [nummer 6] , gebruik mag maken van de vijfmeterstrook en het [gedaagden] is toegestaan om voorwerpen op de vijfmeterstrook te plaatsen, mits [eiseressen] de openbare weg kan bereiken.
€ 1.016,00