ECLI:NL:RBROT:2022:7081

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 mei 2022
Publicatiedatum
23 augustus 2022
Zaaknummer
C/10/635833 / JE RK 22-737
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar contactmogelijkheden tussen minderjarige en vader in het kader van ondertoezichtstelling

In deze zaak heeft de kinderrechter op 10 mei 2022 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], geboren in 2018. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van negen maanden, omdat er sprake is van een groot wantrouwen tussen de ouders, wat schadelijk kan zijn voor de ontwikkeling van [naam kind]. De ouders hebben gezamenlijk het gezag, maar er is sinds het beëindigen van hun relatie geen contact meer geweest tussen de vader en [naam kind]. De moeder heeft ernstige zorgen geuit over de veiligheid van [naam kind] in relatie tot de vader, die in het verleden betrokken is geweest bij huiselijk geweld. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en de ouders op gescheiden momenten gehoord. De kinderrechter heeft besloten dat het Omgangshuis moet onderzoeken hoe het contact tussen [naam kind] en de vader kan worden opgestart, met het oog op de belangen van [naam kind]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling goedgekeurd en deze zal ingaan op 10 mei 2022 en eindigen op 10 februari 2023. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/635833 / JE RK 22-737
datum uitspraak: 10 mei 2022

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2018 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam vader],

hierna te noemen de vader, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloopHet procesverloop blijkt de volgende stukken:

- het verzoek met bijlagen van de Raad van 29 maart 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- de pleitaantekeningen van mr. A.J. van Steensel, overgelegd ter zitting.
Op 10 mei 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. In verband met een contactverbod tussen de ouders, zijn de vader en de moeder op gescheiden momenten gehoord.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. A.J. van Steensel,
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam 1],
- een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen de GI, [naam 2].
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan de grootmoeder moederszijde en aan de partner van de vader, [naam 3].

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind] woont bij de moeder.

Het verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind] verzocht voor de duur van negen maanden.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Sinds het beëindigen van de relatie tussen de ouders is er geen contact meer geweest tussen de vader en [naam kind]. Er is inmiddels al een aantal instanties betrokken. De ouders uiten heftige beschuldigingen naar elkaar, maar zij dragen wel gezamenlijk het gezag. Voor de moeder is het lastig om de vader in staat te stellen om contact met [naam kind] te hebben. Ze ziet wel mogelijkheden voor het Omgangshuis. Het verzoek is gedaan zodat gekeken kan worden wat er mogelijk is om [naam kind] toch contact met zijn beide ouders te laten hebben. Het is belangrijk dat [naam kind] weet van wie hij afstamt. Het zal echter geen ‘omgangsondertoezichtstelling’ zijn. Er dient ook onderzocht te worden welke impact de situatie tussen de ouders heeft gehad op [naam kind] en of de zorgen van de moeder terecht zijn. Daarnaast is een jeugdbeschermer nodig om tussen de ouders in te staan en om het onderlinge wantrouwen te verminderen.

De standpunten

De GI heeft ingestemd met het verzoek van de Raad. Het is belangrijk dat bij het vormgeven van de omgang goed wordt gekeken naar het belang van [naam kind]. Er dient daarbij ook voldoende zicht te zijn op zijn veiligheid. Er is een aanmelding bij het Omgangshuis gedaan waar een wachtlijst is van twee maanden. Momenteel zijn er nog zorgen over de thuissituatie bij de vader. De moeder heeft hierover zorgen geuit die herkend worden door de GI. Daarnaast dient er voldoende zicht te komen op de opvoedvaardigheden van beide ouders. Er dient afgewacht te worden wat het Omgangshuis gaat opleveren en hoe het daarna zal gaan. Dit dient in goede banen geleid te worden. Op dit moment zijn er genoeg ontwikkelingsbedreigingen die een ondertoezichtstelling rechtvaardigen. [naam kind] heeft recht op contact met zijn beide ouders en onderzocht dient te worden of dit mogelijk is. Het lukt de ouders zelf niet.
Door en namens de moeder is verweer gevoerd tegen het verzoek. De moeder ziet niet in hoe een ondertoezichtstelling kan bijdragen aan de veiligheid van [naam kind]. De Raad gaat er in haar rapportage aan voorbij dat [naam kind] getuige én slachtoffer is geweest van het geweld van zijn vader. Het zal [naam kind] veel stress geven als hij hoort dat hij weer contact met zijn vader moet hebben. Daarnaast heeft de vader gedreigd om [naam kind] het leven te benemen. De moeder heeft vier jaar een relatie met de vader gehad. In de vorige relaties van de vader is ook sprake geweest van huiselijk geweld. Tot op heden heeft de hulpverlening nog niet de garantie aan de moeder gegeven dat de vader [naam kind] niet weer zal mishandelen. Doordat de ondertoezichtstelling dient om het contact tussen de vader en [naam kind] tot stand te brengen, is er sprake van een ‘omgangsondertoezichtstelling’. De rapportage van de Raad voldoet echter niet aan de zware motiveringseisen die de Hoge Raad aan een dergelijke ondertoezichtstelling stelt. Zowel het CJG als de dagbesteding zien geen zorgen over [naam kind]. Doordat niet voldaan is aan deze verhoogde motiveringseisen dient het verzoek te worden afwezen.
De vader heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek. De vader denkt dat hij geen andere keuze heeft dan in te stemmen met de ondertoezichtstelling. Door het contactverbod is er nog niet veel gebeurd in het afgelopen anderhalf jaar. Over negen maanden is het contactverbod voorbij en dan verwacht de vader er zelf uit te kunnen komen met de moeder. De vader heeft zijn behandeling inmiddels afgerond. De moeder is onterecht bang dat hij haar iets aan zou doen, maar hij is verder gegaan met zijn leven. De vader heeft inmiddels een goede relatie en wil niets doen om dat te verstoren. Hij is bereid om te tekenen voor een ID-kaart, maar hij heeft liever niet dat [naam kind] een paspoort krijgt, omdat hij dan geen zicht heeft op waar de moeder heen gaat met [naam kind]. De vader gaat voor zijn werk naar België verhuizen, maar het is nog niet bekend wanneer dat gaat gebeuren.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Er is sprake van een complexe situatie omdat de ouders er allebei een hele andere kijk op hebben. De moeder vreest door haar eigen ervaringen in het verleden voor de veiligheid van [naam kind]. De vader geeft aan zijn behandelingen met positief resultaat afgerond te hebben, door te zijn gegaan met zijn leven en hij wil graag contact met zijn zoon. Er is sprake van een groot wantrouwen tussen de ouders, waar [naam kind] het slachtoffer van kan worden. Het is daarom wenselijk dat het Omgangshuis gaat onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om het contact tussen [naam kind] en de vader op te starten.
Door de advocaat van de moeder is aangevoerd dat er sprake is van een omgangsondertoezichtstelling. De aanwezige zorgen die door de Raad geuit worden, het huidige wantrouwen tussen de ouders en het feit dat beide ouders het gezag over [naam kind] dragen, maken dat er momenteel meer speelt dan alleen het ontbreken van omgang tussen [naam kind] en de vader. Het grote wantrouwen levert nu al problemen op voor het aanvragen van een identiteitsbewijs en voorzienbaar is dat dit ook in de toekomst voor complexe situaties zal zorgen. Het is belangrijk dat beide ouders gaan denken vanuit het belang van [naam kind] en niet vanuit hun eigen belang en hun eigen pijn. Het is noodzakelijk voor de ontwikkeling van [naam kind] dat hij een goede relatie met zijn beide ouders kan hebben. De komende maanden zal hier in kleine stappen naartoe gewerkt worden onder regie van de GI. De kinderrechter zal daarom [naam kind] onder toezicht stellen voor de duur van negen maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind] onder toezicht van Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 10 mei 2022 tot 10 februari 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2022 door mr. M.P. van der Stroom, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.E. den Breejen als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 23 mei 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.