Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 15 februari 2022, met producties;
- het antwoord, met productie;
- de repliek, met producties;
- de dupliek.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een huurder, aangeduid als [eiseres], en haar verhuurder, Stichting Woonstad Rotterdam. De huurder had een klacht ingediend over een lekkage in de woning die zij huurde van Woonstad. De lekkage was ontstaan door een defecte waterleiding in de bovenwoning, wat leidde tot schade aan de woning van de huurder. De huurder eiste dat Woonstad aansprakelijk werd gesteld voor de schade en vorderde een schadevergoeding van € 5.715,32, alsook huurprijsvermindering voor de periode waarin zij geen gebruik kon maken van de woning door de lekkage. Woonstad betwistte de aansprakelijkheid en stelde dat zij tijdig en adequaat had gereageerd op de meldingen van de huurder. De kantonrechter oordeelde dat Woonstad voldoende had voldaan aan haar herstelverplichting en dat de lekkage niet aan haar kon worden toegerekend. De vordering tot schadevergoeding werd afgewezen, maar de kantonrechter oordeelde wel dat de huurder recht had op huurprijsvermindering voor de periode waarin de woning niet volledig bruikbaar was. De kantonrechter kende een bedrag van € 331,17 toe aan de huurder voor de huurprijsvermindering en compenseerde de proceskosten, zodat beide partijen hun eigen kosten droegen.