ECLI:NL:RBROT:2022:6956

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 juli 2022
Publicatiedatum
19 augustus 2022
Zaaknummer
C/10/641584 / JE RK 22-1668
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor voogdijpupil met verzoek tot verlenging

In deze zaak heeft de kinderrechter op 22 juli 2022 een beschikking gegeven over de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een voogdijpupil, hierna aangeduid als [naam kind]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 15 juli 2022 een verzoekschrift ingediend voor een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij [naam kind] en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] al geruime tijd in de gesloten jeugdhulpinstelling Schakenbosch verblijft en dat er dringend gezocht moet worden naar een passende vervolgplek. De kinderrechter heeft de machtiging voor een kortere periode verleend, tot 24 september 2022, en de behandeling van het overige verzoek aangehouden. De kinderrechter heeft de GI verzocht om uiterlijk 15 augustus 2022 een rapportage te doen toekomen over de voortgang van de zoektocht naar een vervolgplek. Indien er geen concrete plek is, zal er op 8 september 2022 een nieuwe zitting plaatsvinden. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van groot belang is dat er snel duidelijkheid komt over de toekomst van [naam kind].

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/641584 / JE RK 22-1668
Datum uitspraak: 22 juli 2022

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2009 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen: [naam kind],
advocaat: mr. W.H. Klein Meuleman, te Rotterdam.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 15 juli 2022, ingekomen bij de griffie op 18 juli 2022;
- de verklaring d.d. 15 juli 2022 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 21 juli 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 22 juli 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [naam kind], die ook voorafgaand aan de zitting apart is gehoord, bijgestaan door mr.
W.H. Klein Meuleman;
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam 1].
Opgeroepen en niet verschenen zijn de tante moederszijde, [naam 2] en een medewerker van Schakenbosch, [naam 3].

De feiten

Bij beschikking van 17 mei 2019 is [naam kind] onder voogdij gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond.
[naam kind] verblijft op een gesloten groep bij Schakenbosch.
Bij beschikking van 31 maart 2022 is een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend met ingang van 1 april 2022 tot 1 augustus 2022.

Het verzoek

De GI verzoekt een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De afgelopen periode is de vorige voogd uitgevallen en is er lange tijd niets voor [naam kind] gebeurd. De GI biedt hiervoor haar excuses aan. Sinds kort is er een nieuwe voogd betrokken bij [naam kind]. Zij heeft [naam kind] aangemeld bij Pluryn en ASVZ om te bezien of zij een passende plek voor [naam kind] hebben. Ook zal het ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd worden gevraagd mee te denken. Het is niet in het belang van [naam kind] om in de tussentijd van groep te wisselen. Hij is meer gebaat bij een voortzetting van de plaatsing op zijn huidige gesloten groep in afwachting van een nieuwe plek.

Het standpunt van [naam kind]

Door en namens [naam kind] is ter zitting naar voren gebracht dat hij niet langer gesloten wil zitten. [naam kind] heeft op de groep meer vrijheden gekregen, maar hij voelt zich nog steeds opgesloten. Hij voelt zich niet thuis bij de (meest oudere) jongens op de groep, waarmee van alles aan de hand is. Het gaat wel beter op de groep waar hij nu zit dan op de groep waar hij eerder woonde. [naam kind] heeft op school heel goede cijfers gehaald. [naam kind] gaat regelmatig op verlof naar zijn tantes. [naam kind] zou graag naar De Beele van Pluryn willen gaan, daar is hij op bezoek geweest. Hij wil in ieder geval naar een plek met meer vrijheden, waar je gewoon op kan groeien. Hij vindt het niet erg om tussendoor naar een tijdelijke plek te verhuizen. Het is teleurstellend dat de GI de afgelopen periode niet naar een vervolgplek voor [naam kind] heeft gezocht. Verzocht wordt om de machtiging gesloten jeugdhulp met twee maanden te verlengen en de behandeling van het overig verzochte aan te houden om een vinger aan de pols te houden.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is, al is het alleen maar omdat [naam kind] nu bij Schakenbosch woont en er op dit moment geen andere plek voor hem is.
[naam kind] verblijft al geruime tijd in de gesloten jeugdhulpinstelling Schakenbosch. Hij is gebaat bij de veiligheid, duidelijkheid en structuur die hem hier geboden wordt. Bij de vorige zitting op 31 maart 2022 was al duidelijk door het psychodiagnostisch onderzoek dat gezocht moest worden naar een passende vervolgplek voor [naam kind] en dat een gesloten plaatsing niet langer nodig was. Om die reden is de verlenging van de gesloten machtiging toen voor slechts vier maanden verleend. Ter zitting is geconstateerd dat de GI zich de afgelopen maanden vanwege personeelstekort niet heeft ingezet om een passende vervolgplek te vinden. [naam kind] heeft pas sinds een week een nieuwe voogd. Deze heeft [naam kind] daardoor pas vorige week aangemeld bij Pluryn en ASVZ. Indien [naam kind] daar niet op korte termijn terecht kan, zal hij worden ingebracht bij het ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd. Het is buitengewoon teleurstellend dat [naam kind] vier maanden geen voogd heeft gehad en dat de GI in die periode te weinig heeft gedaan om een vervolgplek voor hem te vinden. Het lijkt erop dat [naam kind] buiten beeld van de GI was, hetgeen de kinderrechter niet acceptabel vindt, juist omdat ingeval van voogdij door de GI een kind niemand anders heeft dan die voogd om het nodige voor hem te doen.
Het is al lange tijd duidelijk dat [naam kind] niet thuishoort op een gesloten groep, maar gebaat is bij een kleinschalige setting. [naam kind] is veel bezig met zijn vervolgplek en heeft last van de onduidelijkheid over zijn toekomst. Hierdoor kan hij ook meer gedragsproblemen gaan vertonen of zijn motivatie verliezen om mee te werken. Het is van belang dat er op korte termijn een duidelijk plan komt over hoe de vervolgplek van [naam kind] eruit komt te zien en wat er in de tussentijd gaat gebeuren. De kinderrechter zal daarom de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor een kortere periode en de behandeling van het overig verzochte aanhouden om een vinger aan de pols te houden.
Ter zitting heeft de GI toegelicht dat er over anderhalve week meer duidelijkheid komt over een vervolgplek bij Pluryn of ASVZ. Als dat niet lukt moeten andere mogelijkheden worden verkend. De GI wordt daarom verzocht om
uiterlijk 15 augustus 2022de kinderrechter een briefrapportage met de laatste stand van zaken ten aanzien van de vervolgplek te doen toekomen (met afschrift aan [naam kind] en zijn advocaat) en daarbij aan te geven of het resterende deel van het verzoek al dan niet wordt gehandhaafd.
Indien uit de briefrapportage blijkt dat er nog steeds geen concrete plek voor [naam kind] is, zal op 8 september 2022 een nieuwe zitting plaatsvinden. De kinderrechter zal voor deze zitting ook een adviseur uit het ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd uitnodigen om zijn visie op de zaak te geven. De GI wordt verzocht om in de briefrapportage aan te geven wie als adviseur van dit team bij [naam kind] betrokken is en hoe deze uitgenodigd kan worden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [naam kind] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 1 augustus 2022 tot 24 september 2022;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan en bepaalt dat het verhoor van de GI, [naam kind] en zijn advocaat in deze zaak zal plaatsvinden op
8 september 2022 te 11:00 uur, in het gerechtsgebouw te
Rotterdam, Wilhelminaplein 100 / 125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. M.P. van der Stroom, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, [naam kind] en mr. W.H. Klein Meuleman;
gelast de oproeping van tante mz, mw. Polet, als informant;
verzoekt de GI uiterlijk 15 augustus 2022 de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen (met afschrift aan [naam kind] en zijn advocaat).
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 22 juli 2022 door mr. A.M.I. van der Does, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 3 augustus 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.