In deze zaak heeft de kinderrechter op 22 juli 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De ouders van [naam kind] hebben het ouderlijk gezag, maar door ernstige zorgen over de zorg en veiligheid van het kind, is [naam kind] in een pleeggezin geplaatst. De kinderrechter heeft eerder op 14 juli 2022 een voorlopige ondertoezichtstelling en een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van vier weken. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze machtiging te verlengen tot de einddatum van de ondertoezichtstelling, 14 oktober 2022.
Tijdens de mondelinge behandeling op 22 juli 2022 zijn de ouders, een vertegenwoordigster van de Raad en een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling (GI) verschenen. De ouders hebben de Nederlandse taal niet voldoende machtig, waardoor een tolk in de Oekraïense taal is ingeschakeld. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over het welzijn van [naam kind], die nog maar negen maanden oud is. Er zijn meldingen van overmatig alcoholgebruik door de moeder en huiselijk geweld tussen de ouders. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat het in het belang van [naam kind] is om in het pleeggezin te blijven, zodat zij de nodige zorg en stabiliteit kan ontvangen.
De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 14 oktober 2022, met de uitvoerbaarheid bij voorraad. De ouders moeten werken aan hun problematiek, waaronder het alcoholgebruik en de opvoedvaardigheden, om ervoor te zorgen dat [naam kind] op een veilige manier kan terugkeren naar huis. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is schriftelijk vastgesteld op 3 augustus 2022.