ECLI:NL:RBROT:2022:6954

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 juli 2022
Publicatiedatum
19 augustus 2022
Zaaknummer
C/10/641515 / JE RK 22-1659
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van ondertoezichtstelling

In deze zaak heeft de kinderrechter op 22 juli 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De ouders van [naam kind] hebben het ouderlijk gezag, maar door ernstige zorgen over de zorg en veiligheid van het kind, is [naam kind] in een pleeggezin geplaatst. De kinderrechter heeft eerder op 14 juli 2022 een voorlopige ondertoezichtstelling en een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van vier weken. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze machtiging te verlengen tot de einddatum van de ondertoezichtstelling, 14 oktober 2022.

Tijdens de mondelinge behandeling op 22 juli 2022 zijn de ouders, een vertegenwoordigster van de Raad en een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling (GI) verschenen. De ouders hebben de Nederlandse taal niet voldoende machtig, waardoor een tolk in de Oekraïense taal is ingeschakeld. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over het welzijn van [naam kind], die nog maar negen maanden oud is. Er zijn meldingen van overmatig alcoholgebruik door de moeder en huiselijk geweld tussen de ouders. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat het in het belang van [naam kind] is om in het pleeggezin te blijven, zodat zij de nodige zorg en stabiliteit kan ontvangen.

De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 14 oktober 2022, met de uitvoerbaarheid bij voorraad. De ouders moeten werken aan hun problematiek, waaronder het alcoholgebruik en de opvoedvaardigheden, om ervoor te zorgen dat [naam kind] op een veilige manier kan terugkeren naar huis. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is schriftelijk vastgesteld op 3 augustus 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/641515 / JE RK 22-1659
Datum uitspraak: 22 juli 2022
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2021 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen: [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader],

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats vader],

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen: de GI, gevestigd te Rotterdam.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van deze rechtbank van 14 juli 2022 en de daarin genoemde stukken.
Op 22 juli 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de moeder;
- de vader;
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam 1];
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam 2].
Aangezien de ouders de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig zijn, maar wel de Oekraïense taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van [naam 3], tolk in de Oekraïense taal. De tolk heeft, alvorens haar taak aan te vangen, op de bij wet voorgeschreven wijze, de belofte afgelegd dat zij haar taak naar haar geweten zal vervullen.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind] verblijft in een pleeggezin.
Bij beschikking van 14 juli 2022 is [naam kind] voorlopig onder toezicht gesteld tot
14 oktober 2022. De kinderrechter heeft bij deze beschikking ook een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een pleeggezin verleend voor de duur van vier weken. De beslissing is voor het overig verzochte aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De Raad verzoekt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een pleeggezin te verlengen voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Nu resteert de periode tot 14 oktober 2022.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er zijn ernstige zorgen over de basale zorg en veiligheid van [naam kind]. Er zijn meerdere incidenten gebeurd in korte tijd. Er is sprake van overmatig alcoholgebruik van de moeder en van huiselijk geweld tussen de ouders. De ouders hebben zich de afgelopen periode niet gehouden aan de gemaakte veiligheidsafspraken. [naam kind] is een heel jonge kwetsbare baby die volledig afhankelijk is van de ouders. Het is in haar belang dat zij voorlopig in het pleeggezin verblijft, zodat zij rust, veiligheid en zorg krijgt. De komende periode zal de GI samen met de ouders een omgangsregeling moeten vormgeven en bekijken welke hulpverlening ingezet moet worden om ervoor te zorgen dat [naam kind] terug naar huis kan. Het doel is dat [naam kind] op een verantwoorde manier zo snel mogelijk terug naar huis gaat.

De standpunten

De GI heeft zich ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad. Het eerste bezoek tussen de moeder en [naam kind] is goed verlopen. Pleegzorg en de GI willen de bezoekregeling uitbreiden naar twee keer per week. Het perspectief van [naam kind] ligt bij de ouders. De GI zal samen met de ouders doelen opstellen waar de ouders met de inzet van hulpverlening aan moeten werken, voordat [naam kind] terug naar huis kan. Gedacht wordt aan geen alcohol drinken in het bijzijn van [naam kind], geen huiselijk geweld en het bieden van structuur aan [naam kind]. Het is belangrijk dat er zicht is op [naam kind] en dat zij zich in een veilige omgeving kan ontwikkelen.
De moeder heeft ter zitting aangegeven dat zij het heel erg vindt dat [naam kind] uit huis is geplaatst. Sindsdien drinken de ouders geen alcohol meer. Ook hebben de ouders werk gevonden. Daarnaast verblijft de moeder tijdelijk op een ander adres. De moeder vindt een uithuisplaatsing van drie maanden te lang.
De vader heeft ter zitting aangegeven dat de ouders beseffen dat zij verkeerd bezig waren. De ouders proberen zich nu aan alle regels te houden en hun gedrag te veranderen.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat de verlenging van de uithuisplaatsing van [naam kind] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, Burgerlijk Wetboek).
[naam kind] wordt ernstig in haar ontwikkeling bedreigd. [naam kind] is een kwetsbare baby van pas negen maanden oud en zij is volledig afhankelijk van de ouders. De ouders zijn met [naam kind] uit Oekraïne naar Nederland gevlucht. Zij verblijven op de vluchtelingenboot in Rotterdam. De afgelopen periode heeft het Crisis Interventie Team (CIT) meerdere meldingen ontvangen over het gezin. Bij de moeder is sprake van overmatig alcoholgebruik en tussen de ouders is sprake van huiselijk geweld. [naam kind] werd regelmatig alleen op de boot achtergelaten. Het CIT heeft eerder veiligheidsafspraken met de ouders gemaakt, maar zij hebben zich hieraan onvoldoende gehouden. De kinderrechter heeft daarom op verzoek van de Raad [naam kind] op 14 juli 2022 voorlopig onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst in een neutraal pleeggezin.
Het is in het belang van [naam kind] om voorlopig in het pleeggezin te verblijven. De kinderrechter zal de machtiging tot uithuisplaatsing verlengen voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, zodat [naam kind] de rust, veiligheid en stabiliteit krijgt die zij nodig heeft en de ouders de tijd krijgen om aan hun eigen problematiek te werken. De komende periode is het belangrijk dat de GI samen met de ouders doelen opstelt waar de ouders zich aan moeten houden, zodat [naam kind] op korte termijn naar huis kan komen. Hierbij is de inzet van hulpverlening noodzakelijk, die met name gericht is op het alcoholgebruik van de moeder, het huiselijk geweld en de opvoedvaardigheden van de ouders. De ouders zullen hun uiterste best moeten doen en moeten laten zien dat zij een veilige en rustige opvoedsituatie voor [naam kind] kunnen creëren.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een pleeggezin voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, te weten tot 14 oktober 2022;
verklaart de beslissing tot uithuisplaatsing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 22 juli 2022 door mr. A.M.I. van der Does, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 3 augustus 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.