ECLI:NL:RBROT:2022:6940
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van opzettelijk telen en/of bereiden van hennep en wegname van stroom
Op 24 mei 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het opzettelijk telen, bereiden, bewerken en aanwezig hebben van een aanzienlijke hoeveelheid hennep, alsook van het wederrechtelijk wegnemen van stroom. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De officier van justitie, mr. E. Loppé, had vrijspraak gevorderd voor de verdachte en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in haar vordering. De rechtbank heeft deze eis gevolgd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij, vertegenwoordigd door [naam benadeelde], had een schadevergoeding van € 1.962,85 gevorderd, maar deze vordering werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de verdachte was vrijgesproken. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit mr. J.H. Janssen als voorzitter en mrs. J.C. Tijink en F.W.H. van den Emster als rechters, in aanwezigheid van griffier mr. U. Ramdihal-Poeran. De uitspraak vond plaats in tegenspraak, en de rechtbank heeft de bijlage met de tenlastelegging aan het vonnis gehecht.