ECLI:NL:RBROT:2022:6936

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 juli 2022
Publicatiedatum
19 augustus 2022
Zaaknummer
10/073469-22 vordering TUL VV: 10/053730-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afpersing in vereniging en het voorhanden hebben van een wapen met bijbehorende munitie

Op 15 juli 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van afpersing in vereniging en het voorhanden hebben van een wapen met bijbehorende munitie. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 17 januari 2022 in Dordrecht, waar de verdachte samen met een ander een slachtoffer heeft beroofd van zijn horloge onder bedreiging met een vuurwapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, met een vuurwapen in de hand, het slachtoffer heeft gedwongen om zijn horloge af te geven. Het vuurwapen bleek een omgebouwd gaspistool te zijn, en het DNA van de verdachte werd aangetroffen op het wapen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren en heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf toegewezen. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de benadeelde partij, die materiële en immateriële schade heeft geleden door de afpersing. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op het slachtoffer en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/073469-22
Parketnummer vordering TUL VV: 10/053730-21
Datum uitspraak: [jw.sys.1.uitspraak_datum_zitting]15 juli 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte],
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd
in de Penitentiaire Inrichting te Krimpen aan den IJssel,
raadsvrouw mr. R. van den Hemel, advocaat te Dordrecht.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 1 juli 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. P. Wijnands heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten, te weten het medeplegen van afpersing en het voorhanden hebben van een vuurwapen met bijbehorende munitie;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren met aftrek van voorarrest;
  • toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde];
  • tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf in de zaak met parketnummer 10/053730-21.
3.1.
Bewijswaardering
3.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de aan hem ten laste gelegde feiten. Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld dat de verdachte één van de overvallers is geweest en evenmin kan worden vastgesteld dat hij een vuurwapen voorhanden heeft gehad.
3.1.2.
Beoordeling door de rechtbank
Op 17 januari 2022, omstreeks 00:20 uur, kwamen de verbalisanten – naar aanleiding van een melding om 00:10 uur – ter plaatse aan de [adres 1]. Aldaar zou
[naam aangever] (hierna: aangever) door twee mannen beroofd zijn van zijn horloge.
Aangever heeft ter plaatse aan de verbalisanten en bij de politie verklaard dat hij omstreeks 00:00 uur thuiskwam, zijn auto parkeerde en vervolgens naar zijn woning aan de [adres 1] wilde lopen. Op dat moment kwamen er 2 mannen (hierna: de verdachten) op hem af rennen. Aangever heeft verklaard dat verdachte 1 het vuurwapen vasthield, en dat beide verdachten een zwarte bivakmuts en handschoenen droegen. Verdachte 1 riep dat aangever zijn horloge moest afgeven. Hierbij hield verdachte 1 een vuurwapen in zijn hand en richtte dit in de richting van aangever. Verdachte 2 zorgde ervoor dat aangever ingesloten bleef tussen auto’s zodat hij niet kon ontsnappen en heeft aangever bij de arm vastgepakt. Uiteindelijk heeft aangever zijn horloge zelf aan verdachte 1 gegeven, omdat hij bang was dat verdachte 1 anders het vuurwapen zou gebruiken. Nadat aangever zijn horloge aan verdachte 1 had overhandigd, zag hij zijn kans schoon om het vuurwapen af te pakken. Aangever kreeg vervolgens klappen tegen zijn hoofd en gezicht en viel op de grond. Nadat aangever hard om zijn vader riep, kwam zijn vader naar buiten en renden beide verdachten weg.
Het vuurwapen dat aangever van verdachte 1 heeft afgepakt, hebben de verbalisanten in beslag genomen. Uit onderzoek is gebleken dat het gaat om een gaspistool dat is omgebouwd naar een scherpschietend pistool (Ekol, type Special 99, kaliber 7.65 mm). In het wapen zaten 6 stuks munitie. Het vuurwapen is onderzocht op DNA-sporen. Volgens het NFI-rapport van 9 maart 2022 is het DNA van de verdachte aangetroffen op de ruwe delen, de trekker en op de binnenzijde van de loop tot halverwege.
Naar aanleiding van het voorgaande is de verdachte op 17 maart 2022 aangehouden. Tijdens de fouillering van de verdachte werd een Iphone 13 aangetroffen, die vervolgens in beslag genomen is. Daarnaast zijn er op 24 maart 2022 in de woning van de verdachte aan de [adres 2] 3 telefoons, 2 bivakmutsen en een paar handschoenen in beslag genomen.
Onder andere de Iphone 13 is onderzocht. Uit dit onderzoek is gebleken dat de verdachte op 16 januari 2022 een foto op zijn telefoon heeft bewaard van een vuurwapen, zijnde hetzelfde type dat is gebruikt tijdens de afpersing in de nacht van 16 op 17 januari 2022. Daarnaast zijn er verwijderde chatgesprekken in de telefoon aangetroffen, gevoerd op 16 januari 2022 met de gebruiker “
[gebruikersnaam]”. Deze gesprekken zijn gescrambled, oftewel de volgorde van de woorden in de berichten kan wellicht niet overeenkomen met het oorspronkelijke bericht. In deze gesprekken wordt onder andere ontvangen en/of verstuurd: ‘
Ophalen Walther nu 2 P99’, ‘
echte loop ombouw’, ‘
schoon’, hetgeen volgens de rechtbank duidt op chatgesprekken die gaan over vuurwapens. Verder blijkt uit onderzoek aan deze telefoon dat er kennelijk op 17 januari 2022 om 00:28 uur – ongeveer een half uur na de afpersing – via de browser Safari op Google is gezocht naar ‘
dordrecht ad’. Vervolgens zijn er op 18 januari 2022 om 12:47 uur 2 afbeeldingen opgeslagen, waarbij het vermoeden bestaat dat dit zogenaamde screenshots zijn. Deze screenshots zijn van een in de Safari browser geopend artikel van de website www.ad.nl met de titel: ‘
Van horloge beroofde Dordtenaar (21) ontfutselt belagers hun vuurwapen, maar incasseert wel klappen’. Dit betreft duidelijk de onderhavige zaak.
Gelet op de voorgaande feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, kan het niet anders dan dat verdachte een van de overvallers was. Pas op een laat moment heeft de verdachte een verklaring gegeven voor de aanwezigheid van zijn DNA op het vuurwapen. Hij verklaart dat hij heeft meegedaan aan de opnames voor een videoclip. Tijdens deze opnames zou hij het vuurwapen hebben aangeraakt en de bivakmuts hebben gedragen. Hij verklaart niet van welke artiest de videoclip was, via welk medium de videoclip te zien is, van wie het wapen was, waar (op welk deel) hij het wapen heeft vastgepakt en hoe zijn DNA in de loop van het pistool kan zijn gekomen. De rechtbank acht de verklaring van de verdachte voor de aanwezigheid van zijn DNA op het vuurwapen onvoldoende concreet, niet verifieerbaar en onaannemelijk.
Het verweer dat verdachte niet een van de overvallers geweest
kanzijn omdat hij licht getint is en de aangever heeft verklaard dat de overvallers blank waren, slaagt niet. De verdachte heeft weliswaar donkere ogen en donker haar, maar uit de foto’s van de verdachte in het dossier en ook ter zitting is gebleken dat de verdachte een lichte huidskleur heeft. Dat de aangever hem dus beschrijft als blank, is in zoverre dus niet onbegrijpelijk.
3.1.3.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan.
3.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij op 17 januari 2022 te Dordrecht, op of aan de openbare weg, te
weten deLoudonstraat,
tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en bedreiging met geweld
[naam aangever] heeft gedwongen tot de afgifte van een horloge,
die geheel aan die [naam aangever] toebehoorde,
door
- in de richting van die [naam aangever] te rennen met een (vuur)wapen in zijn hand en
- (daarbij) de woorden"geef horloge, geef horloge" te roepen en
-het (vuur)wapen te richten op
die [naam aangever] en
- het horloge van die [naam aangever] vast te pakken en te pogen het horloge af te doen
en
- (vervolgens) het horloge aan te pakken, nadat die [naam aangever] het horloge had
afgedaan en
- die [naam aangever] meermaals tegen het hoofd en gezicht te
slaan;
2
hij op 17 januari 2022 te Dordrecht,
een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III, onder 1 van de Wet wapens en
munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de
vorm van een (omgebouwd) (gas)pistool, van het merk Ekol Special 99, kaliber 7.65
MM
en
(voor dat vuurwapen) geschikte munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet
Wapen en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet, van de
Categorie III, te weten 6 kogelpatronen, kaliber 7.65 MM (.32 auto)
voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
feit 1: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

5..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

6..Motivering straf

6.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
6.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan afpersing van het slachtoffer, door met een vuurwapen te dreigen en geweld te gebruiken en op die manier het slachtoffer gedwongen om zijn horloge af te staan. Dit is een ernstig feit dat een grote impact op het slachtoffer moet hebben gehad. Daarnaast heeft de verdachte een vuurwapen met munitie voorhanden gehad op de openbare weg. Het voorhanden hebben van een vuurwapen vormt een onaanvaardbaar gevaar voor de veiligheid van personen en heeft een grote maatschappelijke impact. De ervaring leert immers dat het voorhanden hebben van wapens kan leiden tot het gebruik ervan.
6.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
6.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
24 mei 2022, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
6.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd
23 juni 2022. De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
6.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf In strafverzwarende zin wordt rekening gehouden met de volgende omstandigheden: de overval heeft plaatsgevonden bij de woning van het slachtoffer in de nachtelijke uren, in vereniging met een ander, onder bedreiging van een wapen en met gebruikmaking van een vermomming. Voorts houdt de rechtbank in het nadeel van de verdachte rekening met het feit dat hij eerder is veroordeeld voor strafbare feiten en dat hij nota bene nog in een proeftijd liep van een veroordeling voor vuurwapen bezit, kennelijk hebben deze veroordelingen geen enkele indruk op de verdachte gemaakt. In het voordeel van de verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met zijn jonge leeftijd. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank ten slotte acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Gelet hierop, komt de rechtbank tot een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

7..Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam benadeelde] ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 879,05 aan materiële schade en een vergoeding van € 1.000, - aan immateriële schade.
7.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie is van mening dat de vordering geheel kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2.
Standpunt verdediging
De verdediging verzoekt primair om de vordering – gelet op het verzoek tot vrijspraak – niet-ontvankelijk te verklaren. Subsidiair stelt de verdediging dat vergoeding van de kosten die verband houden met de Moncler jas in ieder geval niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat de vordering op dat punt onvoldoende is onderbouwd. Uit het dossier volgt niet dat de jas beschadigd is geraakt en zo ja in welke mate.
7.3.
Beoordeling door de rechtbank
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit waarmee bij de strafoplegging rekening is gehouden, rechtstreeks materiële en immateriële schade is toegebracht, zal de vordering (gedeeltelijk) worden toegewezen. Ten aanzien van de materiële schade zal € 180, - (Michael Kors horloge) toegewezen worden. De gevorderde € 699,05 voor de Moncler jas wordt afgewezen, nu uit het dossier niet blijkt dat een dergelijke jas kapot is gegaan tijdens de afpersing. De hoogte van het gevorderde bedrag aan immateriële schade is door de verdediging niet betwist en komt de rechtbank niet onredelijk voor. De immateriële schade zal geheel worden toegewezen voor € 1.000,-.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 17 januari 2022.
Nu de vordering van de benadeelde partij (in overwegende mate) zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
7.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 1.180, -, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

8..Vordering tenuitvoerlegging

8.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 8 april 2021 van de meervoudige kamer van deze rechtbank is de verdachte ter zake van de Wet wapens en munitie veroordeeld voor zover van belang tot een gevangenisstraf van 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar.
De proeftijd is ingegaan op 23 april 2021.
8.2.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie is van mening dat de vordering tot tenuitvoerlegging dient te worden toegewezen.
8.3.
Standpunt verdediging
De verdediging verzoekt om de vordering tot tenuitvoerlegging – gelet op het verzoek tot vrijspraak – af te wijzen.
8.4.
Beoordeling door de rechtbank
De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van genoemd vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen feiten heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd. Daarom zal de tenuitvoerlegging worden gelast van de bij dat vonnis aan de verdachte opgelegde voorwaardelijke straf.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 57, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet Wapens en Munitie.

10.. Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren,
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte om aan de benadeelde partij [naam benadeelde], te betalen een bedrag van
€ 1.180,- (zegge: elfhonderdtachtig euro), bestaande uit € 180, - aan materiële schade en € 1.000, - aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 17 januari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af de vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde] voor het overige;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde] te betalen
€ 1.180, -(zegge: elfhonderdtachtig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 januari 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
21 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
gelast de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 8 april 2021 van de meervoudige kamer van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van
4 (vier) maanden.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C. Vogtschmidt, voorzitter,
en mrs. K. Bakker en J.J. Klomp, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. den Haan, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 17 januari 2022 te Dordrecht, op of aan de openbare weg, te
weten deLoudonstraat,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[naam aangever] heeft gedwongen tot de afgifte van een horloge, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan die [naam aangever] toebehoorde, in elk geval aan een
ander dan aan verdachte en/of zijn mededader
door
- in de richting van die [naam aangever] te rennen met een (vuur)wapen, althans met een
op een vuurwapengelijkend voorwerp, in zijn hand en/of
- (daarbij) de woorden"geef horloge, geef horloge", althans woorden van gelijke
aard en/of strekking te roepen en/of te voegen en/of
-het (vuur)wapen, althans het op een vuurwapengelijkend voorwerp, te richten op
die [naam aangever] en/of
- het horloge van die [naam aangever] vast te pakken en/of te pogen het horloge af te doen
en/of
- (vervolgens) het horloge aan te pakken, nadat die [naam aangever] het horloge had
afgedaan en/of
- die [naam aangever] meermaals, althans eenmaal, op/tegen het hoofd en/of gezicht te
slaan en/of te stompen;
2
hij op of omstreeks 17 januari 2022 te Dordrecht, althans in Nederland,
een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III, onder 1 van de Wet wapens en
munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de
vorm van een (omgebouwd) (gas)pistool, van het merk Ekol Special 99, kaliber 7.65
MM
en/of
(voor dat vuurwapen) geschikte munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet
Wapen en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet, van de
Categorie III, te weten 6 kogelpatronen, kaliber 7.65 MM (.32 auto)
voorhanden heeft gehad.