ECLI:NL:RBROT:2022:6934

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 augustus 2022
Publicatiedatum
19 augustus 2022
Zaaknummer
10/293482-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van witwassen in het kader van grootschalige Marktplaatsoplichting

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 2 augustus 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van medeplegen van witwassen. De verdachte had haar bankrekening ter beschikking gesteld aan een medeverdachte die betrokken was bij grootschalige oplichting via Marktplaats. Gedurende de periode van 29 september 2016 tot en met 6 oktober 2016 zijn er door 147 personen aangiften gedaan van oplichting, waarbij de verdachte's rekeningnummer werd gebruikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk haar rekening heeft beschikbaar gesteld, wetende dat dit zou leiden tot het ontvangen van crimineel geld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op zijn minst de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het geld dat op haar rekening werd gestort, afkomstig was uit misdrijf. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 50 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze taakstraf niet naar behoren werd verricht. Daarnaast zijn er 23 benadeelde partijen die schadevergoeding hebben gevorderd, waarvan de rechtbank een aantal vorderingen heeft toegewezen en andere niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de rol van de verdachte in de oplichting meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/293482-20
Datum uitspraak: 2 augustus 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] ,
raadsvrouw mr. J.M. Veldman, advocaat te Breda.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 19 juli 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. T.J. Lindhout heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde, te weten het medeplegen van witwassen;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 50 uren, te vervangen door 25 dagen hechtenis.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde medeplegen van witwassen niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. De subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan het witwassen kan volgens de verdediging wel wettig en overtuigend bewezen worden.
4.1.2.
Beoordeling door de rechtbank
In de periode van 6 oktober 2016 tot en met 3 augustus 2017 is er door 147 personen bij het Landelijk Meldpunt Internet Oplichting (hierna: LMIO) aangifte gedaan van oplichting via Marktplaats. Deze personen hebben producten gekocht via Marktplaats en maakten hiervoor geld over naar een bankrekening, maar zonder daarvoor in ruil het gekochte goed te ontvangen. Uiteindelijk hebben honderd personen de aangifte ondertekend en retour gezonden. Deze honderd aangiften zijn in het dossier opgenomen. Uit deze aangiftes blijkt dat de oplichting heeft plaatsgevonden in de periode van 29 september 2016 tot en met 6 oktober 2016.
De aangevers hebben het geld overgemaakt naar rekeningnummers die op naam stonden van de verdachte. Enkel uitgaande van de honderd aangiftes uit het dossier gaat in het totaal om een schadebedrag van € 5.306,08. De rekeningen van de verdachte zijn onderzocht en daarop zijn verschillende stortingen te zien die te maken hebben met de Marktplaatsoplichting. Er worden steeds door verschillende personen kleine bedragen overgemaakt met als omschrijving het product dat is gekocht. Verder blijkt uit het onderzoek naar de rekeningen van de verdachte dat er in de periode van 29 september 2016 tot en met 6 oktober 2016 zeventien keer contante bedragen zijn opgenomen bij pinautomaten. Op 8 oktober 2016 zijn beide rekeningnummers door de bank opgeheven.
De verdachte heeft verklaard dat zij via Marktplaats naar werk zocht en daar een advertentie is tegengekomen van iemand die – kort gezegd – een bedrijf in het buitenland had en een Nederlandse rekening nodig had om daar geld op te storten. De verdachte zou voor het beschikbaar stellen van haar rekening een bedrag van € 2.000,- per maand ontvangen. De verdachte is op dit aanbod ingegaan en onderhield contact met de medeverdachte via WhatsApp. Volgens de verdachte heeft zij de medeverdachte ook eenmaal bij haar thuis ontmoet. Zij heeft toen haar pinpas en pincode aan hem meegegeven. Deze kreeg zij na een halve dag weer terug. Verder heeft zij haar pinpas niet uitgeleend; zij is de enige geweest die haar pinpas in bezit heeft gehad. Zij is zelf niet degene geweest die de contante geldbedragen opgenomen heeft van haar rekeningen. Verder stelt ze ontzettend naïef geweest te zijn en niets te hebben geweten van de Marktplaatsoplichting en het witwassen.
De rechtbank vindt de verklaring van de verdachte dat zij geen wetenschap heeft gehad en/of slechts naïef is geweest ongeloofwaardig en overweegt daartoe het volgende.
De verdachte heeft doelbewust en in strijd met de regels van de bank haar rekeningnummers, pinpas én pincode beschikbaar gesteld aan een voor haar onbekende man die zij via een Marktplaatsadvertentie had ontmoet en die zij één keer in het echt had gezien. Dat zij dit doelbewust heeft gedaan blijkt ook wel uit het feit dat ze tijdens het beschikbaar stellen van deze rekeningnummers zelf al een nieuwe rekening had geopend bij de SNS-bank. Voor het enkel beschikbaar stellen van haar rekeningen zou zij maar liefst € 2.000,- per maand ontvangen. Het geld van de Marktplaatsoplichtingen is op verschillende dagen contant opgenomen van de rekening van de verdachte, zodat haar verklaring dat zij haar bankpas mét pincode één middag heeft uitgeleend dan wel haar verklaring dat zij zelf geen contant geld heeft opgenomen niet kan kloppen. Verder zijn er op de rekeningnummers van de verdachte steeds kleine geldbedragen gestort door de aangevers met daarbij een omschrijving van het gekochte product op Marktplaats, hetgeen de verdachte middels internetbankieren en/of haar bankafschriften heeft moeten kunnen zien. Voorgaande omstandigheden tezamen maken dat de verdachte door haar handelen op zijn minst de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het geld dat op haar rekening zou worden én is gestort geen legale herkomst had. Het ter beschikking stellen van haar rekeningen vormt een onmisbaar en essentieel onderdeel in de gehele keten van de Marktplaatsoplichting en het witwassen. De rechtbank acht daarmee opzetwitwassen in vereniging bewezen.
4.1.3.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde medeplegen van witwassen.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan op die wijze dat:
zij
in de periode van 29 september 2016 tot en met 6 oktober 2016,
te Dordrecht en/of Leidschendam en/of 's-Gravenhage, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een andereen voorwerp, te weten geldbedragen met een totaal van
5.306,08 euro, heeft verworven, voorhanden gehad,
overgedragen en omgezet
terwijl zij en haar mededader wist
(en
)dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk -
afkomstig was uit enig misdrijf.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in cursief in de bewezenverklaring verbeterd.
De rechtbank stelt in het bijzonder vast dat de officier van justitie blijkens de zinsnede in de tenlastelegging ‘terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden’ klaarblijkelijk bedoeld heeft het medeplegen van (schuld)witwassen ten laste te leggen. Dit volgt eveneens uit haar requisitoir en haar overige uitlatingen ter terechtzitting. De woorden ‘tezamen en in vereniging met een ander’ ontbreken echter in de aanhef van de tenlastelegging. Het gaat daarbij, zoals uit het voorgaande volgt, naar het oordeel van de rechtbank om een kennelijke misslag in de tenlastelegging, die zij om die reden zal verbeteren. Uit het verhandelde ter terechtzitting moet het de verdachte duidelijk zijn geweest dat hetgeen haar verweten wordt het witwassen in vereniging met de door haar als ‘[naam]’ aangeduide persoon is. Gelet verder op de omstandigheid dat het medeplegen van witwassen geen gekwalificeerde variant betreft ten opzichte van het niet in vereniging plegen van dat feit is de verdachte door genoemde verbetering niet in haar verdediging geschaad.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
medeplegen van witwassen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan witwassen door haar bankrekeningen ter beschikking te stellen aan de medeverdachte, die zich bezighield met grootschalige Marktplaatsoplichting. Hierdoor is er ten minste € 5.306,08 aan crimineel geld op haar bankrekening gestort, dat daarna steeds weer contant is gemaakt door het te pinnen. Waar het geld vervolgens is gebleven is niet duidelijk geworden. De verdachte heeft niet nagedacht over de consequenties van haar handelen en heeft op zitting een haar niet passende slachtofferrol aangenomen. De rechtbank rekent de verdachte haar handelen en haar gebrek aan inzicht in het kwalijke daarvan aan. Witwassen is een ernstig feit en heeft een ontwrichtende werking op het financieel en economisch verkeer. In een geval als dit wordt bovendien het vertrouwen van de gebruikers van online platformen als Marktplaats aangetast. De verdachte heeft hier een belangrijke rol in gehad.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
17 januari 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit zal de rechtbank een taakstraf opleggen gelijk aan de duur die door de officier van justitie is geëist. Daarbij heeft de rechtbank evenals de officier van justitie rekening gehouden met het tijdsverloop in de zaak.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen

Er hebben zich in deze zaak 23 benadeelde partijen gevoegd. De schade die zij hebben gevorderd zal hieronder nader uitgewerkt worden in een tabel. Daarbij hebben ze allemaal gevorderd om de schade te vermeerderen met de wettelijke rente.
Benadeelde partij
Materiële schade
Immateriële schade
Totaal
1. [naam benadeelde 1]
€ 120, - (boek)
-
€ 120, -
2. [naam benadeelde 2]
€ 53,50 (boek)
-
€ 53,50
3. [naam benadeelde 3]
€ 60, - (modelauto)
-
€ 60, -
4. [naam benadeelde 4]
€ 23,50 (chrome cast)
-
€ 23,50
5. [naam benadeelde 5]
€ 75, - (DVD-box)
-
€ 75, -
6. [naam benadeelde 6]
€ 53,95 (Lego)
-
€ 53,95
7. [naam benadeelde 7]
€ 81,95 (Playmobile)
-
€ 81,95
8. [naam benadeelde 8] Jansen
€ 81,95 (horloge)
-
€ 81,95
9. [naam benadeelde 9]
€ 127,95 (2 boeken)
-
€ 127,95
10. [naam benadeelde 10]
€ 50, - (babyfoon)
-
€ 50, -
11. [naam benadeelde 11]
€ 76,95 (Go pro)
-
€ 76,95
12. [naam benadeelde 12]
€ 220,20 (horloge)
€ 780, -
€ 1.000,20
13. [naam benadeelde 13]
€ 106,95 (babyfoon)
-
€ 106,95
14. [naam benadeelde 14]
€ 28,50 (boek)
-
€ 28,50
15. [naam benadeelde 15]
€ 23, - (X-box spel)
-
€ 23, -
16. [naam benadeelde 16]
€ 43,50 (boek)
-
€ 43,50
17. [naam benadeelde 17]
€ 27,92 (kopie spel)
-
€ 27,92
18. [naam benadeelde 18]
€ 23,50 (chrome cast)
-
€ 23,50
19. [naam benadeelde 19]
€ 25, - (spel)
€ 25, -
€ 50, -
20. [naam benadeelde 20]
€ 86,50 (Playmobile)
-
€ 86,50
21. [naam benadeelde 21]
€ 86,95 (horloge)
-
€ 86,95
22. [naam benadeelde 22]
€ 106,95 (horloge)
-
€ 106,95
23. [naam benadeelde 23]
€ 181, - (Nintendo)
-
€ 181, -
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht om de vordering van de benadeelde partijen [naam benadeelde 3] en [naam benadeelde 5] niet-ontvankelijk te verklaren, nu deze niet goed zijn onderbouwd. Verder verzoekt zij om de vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde 12] ten aanzien van de materiële schade toe te wijzen voor een bedrag van € 106,50 en om de vordering voor het overige niet-ontvankelijk te verklaren. De vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde 19] dient alleen toegewezen te worden voor zover deze ziet op de materiële schade. Voor het overige dient deze niet-ontvankelijk verklaard te worden. De officier van justitie is van mening dat alle overige ingediende vorderingen geheel dienen te worden toegewezen. Ten aanzien van alle toegewezen bedragen dienen deze te worden vermeerderd met de wettelijke rente. Daarnaast verzoekt de officier van justitie om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen en de hoofdelijke aansprakelijkheid van de verdachte met haar mededader.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat alle vorderingen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard, nu de verdachte niet degene is geweest die de personen op Marktplaats heeft opgelicht en hier ook geen geld aan heeft overgehouden. Subsidiair sluit zij zich aan bij het standpunt van de officier van justitie ten aanzien van de vorderingen.
8.3.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde 3] niet-ontvankelijk verklaren, nu deze vordering niet goed is onderbouwd. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht. Verder zal alle gevorderde immateriële schade niet-ontvankelijk worden verklaard. De rechtbank is van oordeel dat de bewezenverklaarde gedragingen van de verdachte noodzakelijk waren om de oplichting waarvan de benadeelde partijen slachtoffer geworden zijn te kunnen voltooien. Gelet op dit verband neemt de rechtbank aan dat de gestelde materiële schade van de benadeelde partijen een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde feit en daarom zullen de vorderingen verder worden toegewezen zoals hieronder in de tabel is opgenomen.
Benadeelde partij
Toegewezen materiële schade
Wettelijke rente vanaf
Schadevergoedingsmaatregel
ex artikel 36f Sr
1. [naam benadeelde 1]
€ 73,50 (boek)
30 september 2016
Ja
2. [naam benadeelde 2]
€ 53,50 (boek)
29 september 2016
Ja
4. [naam benadeelde 4]
€ 23,50 (chrome cast)
4 oktober 2016
Ja
5. [naam benadeelde 5]
€ 75, - (DVD-box)
4 oktober 2016
Ja
6. [naam benadeelde 6]
€ 53,95 (Lego)
30 september 2016
Ja
7. [naam benadeelde 7]
€ 81,95 (Playmobile)
30 oktober 2016
Ja
8. [naam benadeelde 8] Jansen
€ 81,95 (horloge)
1 oktober 2016
Ja
9. [naam benadeelde 9]
€ 57, - (2 boeken)
1 oktober 2016
Ja
10. [naam benadeelde 10]
€ 50, - (babyfoon)
3 oktober 2016
Ja
11. [naam benadeelde 11]
€ 76,95 (Go pro)
3 oktober 2016
Ja
12. [naam benadeelde 12]
€ 106,50 (horloge)
5 oktober 2016
Ja
13. [naam benadeelde 13]
€ 106,95 (babyfoon)
2 oktober 2016
Ja
14. [naam benadeelde 14]
€ 28,50 (boek)
4 oktober 2016
Ja
15. [naam benadeelde 15]
€ 23, - (X-box spel)
4 oktober 2016
Ja
16. [naam benadeelde 16]
€ 43,50 (boek)
3 oktober 2016
Ja
17. [naam benadeelde 17]
€ 27,92 (kopie spel)
5 oktober 2016
Ja
18. [naam benadeelde 18]
€ 23,50 (chrome cast)
3 oktober 2016
Ja
19. [naam benadeelde 19]
€ 25, - (spel)
30 september 2016
Ja
20. [naam benadeelde 20]
€ 86,50 (Playmobile)
3 oktober 2016
Ja
21. [naam benadeelde 21]
€ 86,95 (horloge)
5 oktober 2016
Ja
22. [naam benadeelde 22]
€ 106,95 (horloge)
5 oktober 2016
Ja
23. [naam benadeelde 23]
€ 20, - (boek)
2 oktober 2016
Ja
Nu de verdachte het strafbare feit samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partijen betaalt is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partijen van deze betalingsverplichting bevrijd.
8.4.
Conclusie
De schadevergoeding die de verdachte de benadeelde partijen moet betalen zal hieronder in de beslissing worden weergegeven in een tabel.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 22c, 22d, 36f, 47 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
50 (vijftig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
25 (vijfentwintig) dagen;
verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde 3] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededader om aan de overige benadeelde partijen te betalen de bedragen die in onderstaande tabel zijn vermeld:
Benadeelde partij
Toegewezen schade
Wettelijke rente vanaf
Schadevergoedingsmaatregel
ex artikel 36f Sr
1. [naam benadeelde 1]
€ 73,50 (boek)
30 september 2016
Ja
2. [naam benadeelde 2]
€ 53,50 (boek)
29 september 2016
Ja
4. [naam benadeelde 4]
€ 23,50 (chrome cast)
4 oktober 2016
Ja
5. [naam benadeelde 5]
€ 75, - (DVD-box)
4 oktober 2016
Ja
6. [naam benadeelde 6]
€ 53,95 (Lego)
30 september 2016
Ja
7. [naam benadeelde 7]
€ 81,95 (Playmobile)
30 oktober 2016
Ja
8. [naam benadeelde 8] Jansen
€ 81,95 (horloge)
1 oktober 2016
Ja
9. [naam benadeelde 9]
€ 57, - (2 boeken)
1 oktober 2016
Ja
10. [naam benadeelde 10]
€ 50, - (babyfoon)
3 oktober 2016
Ja
11. [naam benadeelde 11]
€ 76,95 (Go pro)
3 oktober 2016
Ja
12. [naam benadeelde 12]
€ 106,50 (horloge)
5 oktober 2016
Ja
13. [naam benadeelde 13]
€ 106,95 (babyfoon)
2 oktober 2016
Ja
14. [naam benadeelde 14]
€ 28,50 (boek)
4 oktober 2016
Ja
15. [naam benadeelde 15]
€ 23, - (X-box spel)
4 oktober 2016
Ja
16. [naam benadeelde 16]
€ 43,50 (boek)
3 oktober 2016
Ja
17. [naam benadeelde 17]
€ 27,92 (kopie spel)
5 oktober 2016
Ja
18. [naam benadeelde 18]
€ 23,50 (chrome cast)
3 oktober 2016
Ja
19. [naam benadeelde 19]
€ 25, - (spel)
30 september 2016
Ja
20. [naam benadeelde 20]
€ 86,50 (Playmobile)
3 oktober 2016
Ja
21. [naam benadeelde 21]
€ 86,95 (horloge)
5 oktober 2016
Ja
22. [naam benadeelde 22]
€ 106,95 (horloge)
5 oktober 2016
Ja
23. [naam benadeelde 23]
€ 20, - (boek)
2 oktober 2016
Ja
verklaart de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in het resterende deel van hun vorderingen;
bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partijen, waaronder begrepen betaling door zijn mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partijen en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. A. Bonder en G. Alagahgi, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. den Haan, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
zij meermalen, althans eenmaal, (telkens)
in of omstreeks de periode van 29 september 2016 tot en met 6 oktober 2016,
te Dordrecht en/of Leidschendam en/of 's-Gravenhage, althans in Nederland,
een voorwerp, te weten een of meer geldbedragen met een totaal van (ongeveer)
5.306,08 euro, heeft verworven, voorhanden gehad,
overgedragen en/of omgezet, en/of
van een voorwerp, te weten een of meer geldbedragen met een totaal van
(ongeveer) 5.306,08 euro gebruik heeft gemaakt,
terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten
vermoeden, dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk -
afkomstig was uit enig misdrijf;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
een of meerdere (onbekende) perso(o)n(en)
tezamen en in vereniging met elkaar, althans ieder voor zich,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
in of omstreeks de periode van 29 september 2016 tot en met 06 oktober 2016,
te Dordrecht en/of Leidschendam en/of 's-Gravenhage, althans in Nederland,
een voorwerp, te weten een of meer geldbedragen met een totaal van (ongeveer)
5.306,08 euro, heeft/hebben verworven, voorhanden gehad,
overgedragen en/of omgezet, en/of
van een voorwerp, te weten een of meer geldbedragen met een totaal van
(ongeveer) 5.306,08 euro gebruik heeft/hebben gemaakt,
terwijl bovengenoemde perso(o)n(en) wist(en), althans redelijkerwijs had(den)
moeten vermoeden, dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of
middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf zij, verdachte,
in of omstreeks de periode van 5 september 2016 tot en met 06 oktober 2016, te
Dordrecht, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
haar, verdachtes, bankrekening(en) (van de ABN AMRO bank, rekeningnummer
[bankrekeningnummer 1] en/of van de ABN AMRO bank, rekeningnummer
[bankrekeningnummer 2] ) ter beschikking te stellen door het verstrekken van haar,
verdachtes, bankpasje(s) met de daarbij behorende pincode(s) als rekening(en)
waarop deze (onbekende) perso(o)n(en) een of meer geldbedragen met een totaal
van (ongeveer) 5.306,08 euro, althans een hoeveelheid geld, konden storten en/of
vervolgens konden opnemen.