ECLI:NL:RBROT:2022:6933

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 juli 2022
Publicatiedatum
19 augustus 2022
Zaaknummer
10/691071-15
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor de duur van twee jaar

Op 28 juli 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die sinds 8 augustus 2018 onder toezicht staat na een veroordeling voor ontucht met een minderjarige. De rechtbank ontving op 20 juni 2022 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op de openbare zitting werd behandeld. De ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. Rosendaal, en deskundigen werden gehoord. De instelling adviseerde de verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, gezien de problematiek van de ter beschikking gestelde, waaronder een borderline persoonlijkheidsstoornis en een pedofiele stoornis. Ondanks enige vooruitgang in de behandeling, blijft er een hoog recidiverisico bestaan. De psychiater en psycholoog gaven ook aan dat een gradueel resocialisatietraject noodzakelijk is, met intensieve monitoring. De officier van justitie concludeerde tot verlenging, en de ter beschikking gestelde verzet zich hier niet tegen. De rechtbank oordeelde dat de ter beschikking gestelde nog steeds lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling van geestvermogens en dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De termijn van de terbeschikkingstelling wordt met twee jaar verlengd, waardoor de totale duur boven de vier jaar uitkomt, maar dit is mogelijk gezien de aard van het misdrijf. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer en kan binnen veertien dagen worden aangevochten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/691071-15
Datum uitspraak: 28 juli 2022
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam terbeschikkinggestelde],geboren te [geboorteplaats terbeschikkinggestelde] op [geboortedatum terbeschikkinggestelde],
verblijvende in Fivoor FPC de Kijvelanden,
[adres] (de instelling),
raadsman mr. M. Rosendaal, advocaat te Arnhem.

1..Inleiding

Bij arrest van het gerechtshof Den Haag van 31 mei 2018 is de terbeschikkingstelling van [naam terbeschikkinggestelde] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van ontucht plegen bij een minderjarige, meermalen gepleegd. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 8 augustus 2018.
Bij beslissing van deze rechtbank van 11 augustus 2020 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met twee jaar.

2..Procesverloop

De rechtbank heeft op 20 juni 2022 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling. Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 28 juli 2022 behandeld.
De officier van justitie mr. J. Berton, de ter beschikking gestelde bijgestaan door zijn raadsman, en als deskundige [naam 1], werkzaam bij de instelling, zijn gehoord.

3..Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 30 mei 2022, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Er is bij de ter beschikking gestelde sprake van een borderline persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken en een pedofiele stoornis (niet exclusieve type).
De TBS behandeling is de eerste jaren vooral moeizaam verlopen, onder andere vanwege de ontkenning van de huidige (index)delicten. Inmiddels is er sprake van een goede samenwerking en enige vooruitgang, waarbij de ter beschikking gestelde therapieën volgt gericht op zowel daderschap als eigen slachtofferschap en het voorkomen van nieuw delict- gedrag in de toekomst. Het proces wordt nog steeds bemoeilijkt door zijn ontkenning, daardoor kan niet tot de kern van het indexdelict worden gekomen. Hierin is nog veel verdieping nodig om volgende (verlof)stappen op een veilige manier te kunnen maken.
Sinds 1 juni 2021 is de kliniek gemachtigd hem begeleid verlof te verlenen en recentelijk is er een machtiging voor semi-onbegeleid werkverlof.
Er is sprake van een hoog recidiverisico, waarbij op dit moment (semi-)begeleid verlof het maximaal haalbare is.
De ter beschikking gestelde heeft de praktische vaardigheden om zelfstandig te wonen en het traject zou dit als einddoel kunnen hebben. Het is echter de vraag of dit haalbaar is, gezien de moeilijk bewerkbare problematiek, het beperkte zicht op de delict dynamiek vanwege zijn ontkenning en beperkte openheid, eerder gebleken opzoeken van risicovolle situaties (contact met minderjarigen) en daarmee blijvend hoge recidiverisico. Het feit dat de ter beschikking gestelde nu meewerkt en zich actief inzet voor het traject, is mogelijk een begin om dit geschetste traject toch tot een goed einde te brengen. Dit zal de komende periode moeten blijken. Het volledige (behandel)traject zal nog meerdere jaren beslaan.
Advies psychiater
Psychiater [naam 2] adviseert in het rapport, gedateerd 28 juni 2022, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
De kliniek heeft goed zicht op de problematiek van de ter beschikking gestelde. De persoonlijkheidsstoornis wordt intensief bewerkt, onder meer middels schematherapie en EMDR. Hij neemt medicatie met een stemmingsregulerend (in het kader van zijn borderline persoonlijkheidsproblematiek) en libidoremmend effect en zal bij verdere onbegeleide stappen eerst worden ingesteld op libidoremmende hormoonmedicatie.
De psychiater adviseert een zeer gradueel resocialisatietraject met een traag tempo, waarbij intensieve monitoring en controle van groot belang is. Het toewerken naar een vorm van begeleid wonen, wordt uiteindelijk als het hoogst haalbare ingeschat, waarbij er in het geval van stagnatie of terugval in delict gedrag, als alternatief gedacht kan worden aan een longcare of zelfs longstay voorziening.
Advies psycholoog
GZ-Psycholoog [naam 3] adviseert in het rapport, gedateerd 1 juli 2022, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Er is sprake van een stoornis. In het hypothetische geval dat de ter beschikking gestelde alleen in de maatschappij moet functioneren wordt de kans op een recidive als hoog ingeschat. Het huidige risicomanagement wordt als adequaat gezien. Voor het verantwoord vormgeven van het resocialisatieproces dient er meer zicht te worden verkregen op het proces wat geleid heeft tot het indexdelict. Daar kan het risicomanagement op aangepast worden en een verantwoorde vervolgstap gezet worden.

4..Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsman hebben zich niet verzet tegen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.

5..Beoordeling

Op grond van de adviezen van de kliniek en de (externe) deskundigen en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

6..Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee)jaren.
Deze beslissing is genomen door
mr. W.A.F. Damen, voorzitter,
en mrs. N. Freese en M. van der Zouw, rechters,
in tegenwoordigheid van M.J. Grootendorst, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.