Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 impliciet subsidiair en onder 2 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/223203-21 en bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/263553-21;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaar met aftrek van voorarrest, alsmede ter beschikkingstelling van de verdachte met bevel tot dwangverpleging;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaken met parketnummers 10/131071-18 en 10/176196-20.
4..Waardering van het bewijs
Parketnummer 10/223203-21
Door de verdediging is voorts aangevoerd dat er sturende en suggestieve vragen zijn gesteld tijdens het verhoor. Na het bekijken van de audiovisuele opname van het verhoor komt de rechtbank tot het oordeel dat niet is gebleken dat hiervan sprake is geweest. De bekennende verklaring is weliswaar kort, doch vindt verankering in de rest van het dossier, wat maakt dat de rechtbank het verhoor tot het bewijs zal gebruiken.
opde periode van 18 augustus 2021 tot en met 19 augustus 2021 te Rotterdam [naam slachtoffer 1] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door met een mes, in de hals / nek van die [naam slachtoffer 1] te snijden en/of te steken;
5..Strafbaarheid feiten
1..Doodslag;
Poging tot doodslag.
1..In de woning bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort onbruikbaar maken.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf en maatregel
8..Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregel
9..Vordering tenuitvoerlegging
10.. Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) jaar;
ter beschikking wordt gesteld;
van overheidswege wordt verpleegd;
€ 1.750,- (zegge: duizendzevenhonderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 augustus 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 2] (geboren op [geboortedatum 1]) te betalen €
1.750,-(
hoofdsom, zegge:
duizendzevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 augustus 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
27 dagen;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot 2 maanden, van de bij vonnis van 12 oktober 2018 van de meervoudige kamer van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot 1 maand, van de bij vonnis van 19 oktober 2020 van de meervoudige kamer van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf.