ECLI:NL:RBROT:2022:6857

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 augustus 2022
Publicatiedatum
16 augustus 2022
Zaaknummer
C/10/629873 / HA ZA 21-1055
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtelijke inbreuk op advertentietekst voor BBQ-handschoenen op bol.com

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 augustus 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure over auteursrechtelijke inbreuk. De eiser, handelend onder de naam '[naam eiser]', heeft de gedaagde, handelend onder de naam '[naam gedaagde]', aangeklaagd wegens inbreuk op zijn auteursrechten met betrekking tot een advertentietekst voor BBQ-handschoenen die op het platform bol.com werd aangeboden. De eiser stelt dat de advertentietekst, die door Brand on-Point is opgesteld, auteursrechtelijk beschermd is en dat de gedaagde deze tekst zonder toestemming heeft overgenomen en aangepast. De rechtbank heeft vastgesteld dat de advertentietekst van de eiser inderdaad een auteursrechtelijk beschermd werk is en dat de gedaagde inbreuk heeft gemaakt door deze tekst vrijwel volledig over te nemen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde, voordat hij werd gesommeerd, inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van de eiser, maar dat na de sommatie de gedaagde zijn advertentietekst heeft aangepast en daarmee geen inbreuk meer heeft gepleegd. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 140,00 aan de eiser, als gevolg van de gederfde licentie-inkomsten. De overige vorderingen van de eiser, waaronder winstafdracht en staking van de inbreuk, zijn afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/629873 / HA ZA 21-1055
Vonnis van 3 augustus 2022
in de zaak van
[naam eiser], handelend onder de naam
[handelsnaam 1],
wonende te [woonplaats eiser],
eiser,
advocaat mr. N. Vrugt te Tilburg,
tegen
[naam gedaagde], handelend onder de naam
[handelsnaam 2],
wonende te [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
advocaat mr. C.E.M.C. Bakermans te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [naam eiser] en [naam gedaagde] genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 26 november 2021, met producties 1 tot en met 14;
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 10;
  • de brief van de rechtbank van 2 maart 2022, waarbij partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling;
  • de akte houdende aanvullende producties 15-16 van [naam eiser];
  • de brief van 23 mei 2022 van [naam gedaagde], met producties 11 en 12.
1.2.
Op 7 juni 2022 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden, ter gelegenheid waarvan mr. Van den Engel (namens [naam eiser]) en mr. Bakermans (namens [naam gedaagde]) spreekaantekeningen hebben overgelegd. Van de mondelinge behandeling is geen proces-verbaal opgemaakt.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
[naam eiser] exploiteert een onderneming die zich bezighoudt met de verkoop van diverse consumentenartikelen. De producten worden onder meer aangeboden op het bol.com-verkoopplatform (verder: bol.com) onder de naam “[naam ]”.
2.2.
[naam gedaagde] exploiteert een onderneming die zich bezighoudt met de detailhandel in huis- en tuinartikelen via internet. Ook [naam gedaagde] verkoopt via bol.com.
2.3.
[naam eiser] biedt via bol.com onder meer hittebestendige barbecue-/ovenhandschoenen aan onder het door hem geregistreerde Benelux-woordmerk “Xamax”. Daarbij maakt [naam eiser] gebruik van de volgende advertentietekst:
XAMAX® BBQ handschoenen-
Ovenwanten-
Hittebestendige handschoen-
tot 500°C-
BBQ accesoires-
Ovenhandschoenen-
1 paar (2 stuks) - EN407 gecertificeerd
(...)
Productbeschrijving
Heb jij ook wel eens je handen verbrand aan een hete ovenschaal omdat de traditionele ovenwanten zo onhandig zijn? Dat is vanaf nu verleden tijd met de
XAMAX®barbecue/ovenhandschoenen!
Draag ze
comfortabeldoor de losse vingers en de
dubbele ademende voeringvan katoen. De handschoenen worden geleverd per paar en zijn
hittebestendig tot aan 500°C. Ze zijn gemaakt met
Aramidevezelsen hierdoor hittebestendig en ideaal te gebruiken tijdens het koken of barbecueën. De BBQ handschoenen zijn voorzien van siliconen strips, waardoor je
extra gripkrijgt. De ovenhandschoenen zijn
wasmachinebestendig(tot 30°C). De
handschoenen zijn extra langen bieden extra bescherming aan de polsen en armen tegen de hitte. Hang na gebruik de handschoenen handig op aan de
ophanglus.
Eigenschappen:
► Hittebestendig tot 500 °C
► Comfortabel door de losse vingers
► Extra lange handschoenen voor extra bescherming
► Inclusief ophanglus
► EN 407 gecertificeerd
► Dubbel gevoerd en ademend
► Wasmachinebestendig (tot 30°C)
► Siliconen structuur voor extra grip
► Voor koken, grillen, bakken en de BBQ
Hittebestendig
De ovenhandschoenen hebben een extra lang ontwerp, waardoor de polsen en armen ook worden beschermd tegen de hitte. De Aramidevezels in de handschoen zijn sterk, gaan lang mee en hebben een hoog smeltpunt. De handschoenen zijn daardoor hittebestendig tot 500 °C. Ideaal te gebruiken tijdens het koken, grillen, bakken en de BBQ.
Blootstellingstijd:
500 °C (932 °F) 12-15 sec
350 °C (662 °F) 16-18 sec
250 °C (482 °F) 21-23 sec
100 °C (212 °F) 55-68 sec
Let op!De handschoenen zijn hittebestendig, maar niet vuurvast. Houd daarom afstand van vuur.
Extra grip
Op de hittebestendige handschoenen zijn siliconen strips bevestigd. Door de siliconen structuur heeft de handschoen extra veel grip. Hierdoor kan je warme schalen of andere voorwerpen stevig vasthouden. Hang de handschoenen na gebruik op aan de
ophanglus.
EN407 certificatie
De handschoen is voorzien van een EN407 certificaat. Dit is een algemeen geaccepteerde standaard omtrent de bescherming tegen hitte. De handschoenen zijn grondig getest en goedgekeurd. Ze zijn niet vuurbestendig, dus vermijd vuur en hete vloeistoffen om enig letsel en beschadiging te voorkomen.
Comfortabel
De BBQ handschoenen zitten prettig om de handen. Dit komt doordat de binnenzijde van de handschoen een dubbele katoenen voering heeft. Ondanks de dubbele voering is de stof ademend en luchtdoorlatend en dit voorkomt zweethanden. Doordat de handschoen voorzien is van 5 vingers, behoud je de mogelijkheid om je vingers los van elkaar te bewegen.
Wasbaar
Bij het gebruik van de handschoenen is het niet gek dat deze vies worden. Om deze reden zijn ze ontworpen om gewassen te kunnen worden. De handschoenen zijn dus wasmachinebestendig en gemakkelijk schoon te maken. Kies een wasprogramma van maximaal 30°C.
XAMAX®100% tevredenheids garantie
Bent je niet tevreden over je aankoop? Je hebt 30 dagen de tijd om het product gratis te retourneren met ons geld terug garantie. Is je product defect? Geen probleem. Je krijgt 1 jaar zorgeloze productgarantie met gratis vervanging van je product zonder verzendkosten.
Kies jij ook voor veiligheid en comfort? Aarzel niet en bestel
vandaag nog jouw XAMAX® ovenhandschoenen!
2.4.
In een op 10 mei 2021 ondertekende opdrachtbevestiging van Brand on-Point aan [naam eiser] staat onder meer het volgende:
“(…) Betreft: Opdrachtbevestiging Productomschrijving
BBQ Handschoen - Xamax
(…)
Auteursrecht
Brand on-point is als maker van de Beelden eigenaar van het auteursrecht dat op die teksten
rust. Brand on-point wenst het auteursrecht dat op het eindresultaat rust in zijn geheel over te dragen aan u. De vergoeding die daarvoor verschuldigd is, is begrepen in de offerte omschreven prijs. U wordt daarmee, na betaling van alle bedragen die u uit hoofde van deze opdracht verschuldigd bent, eigenaar van het auteursrecht op het eindresultaat van de tekst. U kunt de tekst dan onbezwaard gebruiken voor bovengenoemde marketingdoeleinden. (…)”
2.5.
[naam gedaagde] biedt via bol.com onder meer hittebestendige barbecue-/ovenhandschoenen in twee kleurvarianten aan onder de naam “Docci” (onder de EAN-codes [nummer 1] en [nummer 2]). Daarbij maakt [naam gedaagde] gebruik van een advertentietekst.
2.6.
In een op 5 september 2021 per e-mail verzonden brief heeft [naam eiser] [naam gedaagde] erop aangesproken dat hij inbreuk maakt op het auteursrecht van [naam eiser] met betrekking tot de advertentietekst, hem gesommeerd te stoppen en om € 2.750,- aan gederfde gebruiksvergoeding te betalen.
2.7.
De inhoud van de hiervoor onder 2.6 bedoelde brief is op 5 september 2021 op verzoek van [naam eiser] ook via een zogenaamde
notice and take down-procedure van bol.com aan [naam gedaagde] verzonden.
2.8.
Op 7 september 2021 heeft de advocaat van [naam eiser] per e-mail en per post onder meer het volgende geschreven aan [naam gedaagde]:
“(…) Hierbij verzoek en sommeer ik u om
binnen drie werkdagen na dagtekening van deze briefschriftelijk te bevestigen, door voor onvoorwaardelijk akkoord ondertekening van deze brief en het vervolgens retourneren van een kopie daarvan per e-mail (…) en een exemplaar met uw originele handtekening per post, dat u:
A. met onmiddellijke ingang na ontvangst van deze brief staakt en gestaakt houdt iedere inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van cliënt;
B. ermee akkoord gaat de winst die u ten gevolge van de inbreuk heeft gemaakt af te dragen en de volledige schade als gevolg van de inbreuk op de rechten van en het onrechtmatig handelen jegens cliënt te vergoeden, waaronder begrepen de volledige juridische kosten die door cliënt zijn gemaakt in verband met de inbreuk, en dat u binnen 5 (vijf) werkdagen na heden bij wijze van voorschot een bedrag van EUR 1.500,- (duizend vijfhonderd euro) zal overmaken (…);
C. ermee akkoord gaat dat u een onmiddellijk opeisbare boete verbeurt, zonder dat daarvoor een ingebrekestelling is vereist, van EUR 1.000,- (duizend euro) voor iedere dag of ieder dagdeel waarmee aan het hierboven onder A in het geheel of gedeeltelijk geen gehoor wordt gegeven, onverminderd het recht van cliënt om nakoming en/of (aanvullende) schadevergoeding te vorderen.
Indien ik niet
binnen drie werkdagen na dagtekening van deze briefde bevestiging zoals hierboven verzocht van u heb ontvangen, zal ik cliënt adviseren om zijn vorderingen in rechte of te dwingen. In deze procedure zal cliënt, naast vergoeding van schade, tevens vergoeding van de volledig gemaakte juridische kosten op grond van artikel 1019h Rv vragen. Die kosten kunnen, in het bijzonder in het geval van een gerechtelijke procedure, aanzienlijk oplopen. In dit kader verwijs ik naar de als BIJLAGE 3 bij deze brief bijgevoegde Indicatietarieven in IE-zaken. (…)”
2.9.
Op 6 december 2021 heeft de advocaat van [naam gedaagde] onder meer het volgende geschreven aan de advocaat van [naam eiser]:
“(…) In de late avond van 5 september jl. ontving [naam gedaagde] van [naam eiser] een sommatiebrief. De inhoud van die brief werd tevens via de
notice and take down-procedure van het Bol.com-platform verzonden. Nog geen 48 uur later ontving [naam gedaagde] vervolgens een nieuwe sommatiebrief, dit keer van uw hand. Hoewel het cliënt geenszins duidelijk was op welke van deze 3 verschillende procedures en brieven hij nu moest reageren, heeft hij wel direct actie ondernomen en aanpassingen aangebracht aan de advertentietekst om eventuele
misverstanden weg te nemen. Op 8 september 2021, om 11.05u is de advertentietekst gewijzigd, zie hiervoor Bijlage 3.
Uit de dagvaarding (randnummer 12) maak ik op dat u de inbreukclaim beperkt tot de inleidende productbeschrijving en de tekst onder het kopje ‘tevredenheidsgarantie’. Zoals hiervoor reeds opgemerkt zijn dit zeer algemene en basale teksten die niet als zodanig over een eigen en oorspronkelijk karakter beschikken. Wat daar ook van zij, mijn cliënte is - zonder enige erkenning van inbreuk of onrechtmatig handelen, maar louter uit coulance - bereid om nog wat aanvullende aanpassingen door te voeren in de inleiding en onder het kopje ‘tevredenheidsgarantie’(…).”

3..Het geschil

3.1.
[naam eiser] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [naam gedaagde] te veroordelen iedere inbreuk op de auteursrechten op de teksten van [naam eiser], waaronder (maar niet uitsluitend) de advertentietekst als hiervoor onder 2.3 weergegeven, binnen 48 uur na betekening van het te wijzen vonnis te staken en gestaakt te houden, onder meer (maar niet uitsluitend) door deze teksten op het Bol.com-verkoopplatform en de pagina's https://www.bol.com/nl/nl/p/docci-bbq-handschoenenovenwanten-hittebestendige-handschoen-tot-800-c-bbq-accesoires-ovenhandschoenen-1-paar-en407-gecertificeerd/9300000049380655/?s2a=#productTitle
en https://www.bol-com/nl/nl/p/docci-bbq-handschoenen-ovenwanten-hittebestendigehandschoen-tot-800-c-bbq-accesoires-ovenhandschoenen-l-paar-en407-gecertificeerd/9300000049916818/?s2a=#productTitle te verwijderen en verwijderd te houden;
II. [naam gedaagde] te veroordelen om op eigen kosten binnen tien werkdagen na betekening van het te wijzen vonnis schriftelijk, waarheidsgetrouw, leesbaar, overzichtelijk geordend en goedgekeurd door een door [naam eiser] aan te wijzen onafhankelijke en gekwalificeerde boekhouder, een volledige opgave te doen, welke opgave ter staving vergezeld dient te zijn van goed leesbare kopieën van alle relevante brondocumenten, van:
a) alle voorgaande en/of thans bestaande productie- en/of aankooporders met betrekking tot de inbreukmakende advertenties, ondersteund door alle relevante documentatie en/of correspondentie (e-mails, orderbevestigingen, facturen, et cetera);
b) alle voorgaande en/of thans bestaande verkooptransacties met betrekking tot de inbreukmakende advertenties, ondersteund door alle relevante documentatie en/of correspondentie;
c) de met de inbreuk behaalde omzet en winst, alsmede de verschillende ter berekening van de winst op de omzet in mindering gebrachte direct aan de producten toerekenbare kosten, voorzien van duidelijke en gedetailleerde schriftelijke bewijsstukken van iedere kostenpost;
III. vordering I en II op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag - een gedeelte van de dag daaronder begrepen - waarmee aan de vordering geen (of niet volledig) gehoor wordt gegeven;
IV. [naam gedaagde] te veroordelen tot vergoeding van de door [naam eiser] geleden schade en de door [naam gedaagde] gemaakt winst als gevolg van de inbreuk op de rechten van en/of het onrechtmatig handelen jegens [naam eiser] Solutions, een en ander nader op te maken bij staat, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, en te vereffenen volgens de wet;
V. [naam gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [naam eiser], tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van de over sub IV ontstane wettelijke rente ex artikel 6:119 BW;
VI. [naam gedaagde] te veroordelen in de volledige kosten van dit geding, waaronder (maar niet uitsluitend) de volledige (artikel 1019h Rv) advocaatkosten, griffierecht en kosten gerechtsdeurwaarder, dan wel een ander door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag ter vergoeding van de redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die [naam eiser] heeft gemaakt, vermeerderd met de wettelijke (handels)rente vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
VII. [naam gedaagde] te veroordelen in de nakosten van dit geding.
3.2.
[naam gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [naam eiser], met veroordeling van [naam eiser] in de proceskosten ex artikel 1019h Rv.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

4.1.
Deze procedure gaat over de vraag of
(1) de advertentietekst van [naam eiser] voor zijn Xamax barbecue handschoenen een auteursrechtelijk beschermd werk is, en zo ja of
(2) het auteursrecht toekomt aan [naam eiser], en zo ja of
(3) [naam gedaagde] inbreuk maakt of heeft gemaakt op het auteursrecht van [naam eiser] en, als dat het geval is, wat daarvan dan de gevolgen zijn.
Auteursrechtelijk beschermd werk
4.2.
Partijen twisten over de vraag of de advertentietekst van [naam eiser] een auteursrechtelijk beschermd werk is. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend. Daartoe wordt het volgende overwogen.
4.3.
Als maatstaf om te beoordelen of [naam eiser]’s advertentietekst voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt geldt het volgende. De tekst moet oorspronkelijk zijn in die zin dat het gaat om een eigen intellectuele schepping van de maker (HvJEU 16 juli 2009, nr. C-5/08, LJN BJ3749, NJ 2011/288 (Infopaq I)). Dit betekent dat de tekst een eigen, oorspronkelijk karakter moet hebben dat het persoonlijke stempel van de maker draagt (vgl. HR 30 mei 2008, LJN BC2153, NJ 2008/556). Dit houdt kort gezegd in dat de tekst niet ontleend mag zijn aan een ander werk en dat de tekst het resultaat moet zijn van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes. Daarbuiten valt in elk geval al hetgeen dat zo banaal of triviaal is dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen. Daarnaast geldt dat ook een verzameling of bepaalde selectie van op zichzelf niet beschermde elementen een (oorspronkelijk) werk kan zijn, mits die selectie het persoonlijke stempel van de maker draagt. Of is voldaan aan het oorspronkelijkheidsvereiste moet worden beoordeeld naar de situatie op het moment dat het werk werd ontworpen.
4.4.
Volgens [naam eiser] zijn bij de totstandkoming van de advertentietekst de volgende, volgens hem, creatieve keuzes gemaakt:
de teksten die worden gebruikt om het product en het merk aan te bieden, te beschrijven en aan te prijzen;
de lengte van de zinnen en de gebruikte woordkeuze, toonzetting en zinsconstructie;
welke informatie van het product en het merk expliciet wordt genoemd;
welke informatie eruit dient te springen door de tekst vet te drukken;
hoe de informatie wordt weergegeven, onder meer in opsommingen en in tekstvorm;
hoe de tekst in alinea’s wordt verdeeld; en
welke informatie (waaronder teksten,
headers(titels en kopjes) en
features(functies)) in welke volgorde wordt weergeven. Met andere woorden: de rangschikking daarvan.
4.5.
[naam gedaagde] heeft daar tegen in gebracht dat de betreffende handschoenen door beide partijen (en ook door andere verkopers) als
white label-product worden ingekocht in China, om deze vervolgens onder een eigen merknaam te koop aan te bieden. Er is dus sprake van vrijwel identieke producten, met (grotendeels) dezelfde (technische) specificaties en eigenschappen. Een opsomming van deze specificaties en eigenschappen, bestaande uit slechts twee of drie woorden, vormt volgens [naam gedaagde] geen eigen intellectuele schepping van de auteur. En ook voor het overige is de advertentietekst volgens [naam gedaagde] banaal en triviaal, zonder enige creatieve inspanning. De tekst is te algemeen en gangbaar om een werk in de zin van de Auteurswet te kunnen vormen. Er zijn tal van voorbeelden van sterk lijkende of overeenstemmende teksten, aldus [naam gedaagde].
4.6.
De rechtbank volgt [naam gedaagde] niet in dit verweer. De tekst bevat weliswaar veel feitelijke informatie over de eigenschappen van het product maar dat sluit niet uit dat sprake kan zijn van een werk. De informatie is in dit geval op een voldoende vrije en creatieve wijze in de advertentietekst verwerkt. Daartoe wijst de rechtbank op de door [naam eiser] genoemde elementen die zich laten samenvatten als het geheel van de woordkeuze, zinsopbouw en -lengte, toonzetting, de verdeling van de tekst over de alinea’s, de rangschikking van de alinea’s en van de tekst binnen elke alinea, de gekozen kopjes en de keuze van vetgedrukte woorden.
4.7.
Waar [naam gedaagde] erop wijst dat de eigenschappen doorgaans worden opgesomd met slechts twee of drie woorden, miskent hij dat in dit geval geen bescherming wordt gevraagd voor een paar woorden, maar voor de hele tekst. Hetzelfde geldt voor zijn opmerking dat ook gebruik is gemaakt van elementen die door veel verkopers worden gebruikt en als zodanig niet te beschermen zijn (vetgedrukte woorden, opsommingen, kopjes en witregels). [naam eiser] vraagt immers geen bescherming voor dergelijke elementen op zich, maar voor zijn specifieke advertentietekst.
4.8.
De enkele stelling van [naam gedaagde] dat de advertentietekst van [naam eiser] “ontleend lijkt aan de advertentieteksten van anderen” is niet voldoende om als vaststaand aan te nemen dat daadwerkelijk is ontleend. [naam gedaagde] heeft als productie 8 advertenties van vergelijkbare handschoenen overgelegd. Uit die advertenties blijkt niet van ontlening en [naam gedaagde] heeft ook niet concreet toegelicht welke tekstonderdelen dan zouden zijn overgenomen. Bovendien staat niet vast dat de door [naam gedaagde] overgelegde teksten van eerdere datum zijn dan de advertentietekst van [naam eiser], gelet op de betwisting daarvan door [naam eiser].
4.9.
De conclusie is dan ook dat aan de advertentietekst auteursrechtelijke bescherming toekomt.
Auteursrechthebbende
4.10.
[naam eiser] heeft (al bij dagvaarding) gesteld dat zijn advertentietekst in zijn opdracht is gemaakt door Brand on-Point en dat Brand on-Point het auteursrecht daarop aan hem heeft overgedragen. Ter zitting heeft [naam gedaagde] betwist dat [naam eiser] als auteursrechthebbende van de advertentietekst kan worden aangemerkt. Daartoe heeft hij aangevoerd dat uit de door [naam eiser] overgelegde opdrachtbevestiging van Brand on-Point (ondertekend op 10 mei 2021, zie hiervoor onder 2.4) en de overgelegde factuur van Brand on-Point van ouder datum (20 april 2021) niet met zekerheid valt af te leiden dat Brand on-Point de advertentietekst heeft gemaakt. Volgens [naam gedaagde] is het zeer goed mogelijk dat Brand on-Point alleen productfoto’s heeft gemaakt en staat, als er al een advertentietekst is gemaakt, ook niet vast dat deze betrekking heeft op de onderhavige handschoenen (aangezien [naam eiser] meerdere handschoenen te koop aanbiedt via bol.com). Bovendien is het werk volgens [naam gedaagde] in de opdrachtbevestiging onvoldoende bepaald en is daarom niet voldaan aan de eisen die artikel 2 lid 3 Auteurswet stelt.
4.11.
[naam eiser] heeft zijn stelling onderbouwd met de opdrachtbevestiging en de factuur. In de opdrachtbevestiging staat dat die ziet op “Productomschrijving BBQ-handschoen Xamax” en daaruit blijkt verder voldoende duidelijk dat het auteursrecht op de advertentietekst wordt overgedragen aan [naam eiser]. [naam gedaagde] heeft hier onvoldoende tegenin gebracht. Nog los van het feit dat dit verweer pas op een zeer laat tijdstip door [naam gedaagde] naar voren is gebracht, kan het niet slagen omdat het onvoldoende is onderbouwd. Gelet op de door [naam eiser] overgelegde stukken ziet de rechtbank geen aanleiding om te betwijfelen dat Brand on-Point de maker van de advertentietekst is. Het enkele feit dat de factuur van eerdere datum is dan de datum waarop de opdrachtbevestiging is ondertekend maakt dat niet anders. Niet uit te sluiten is dat, zoals [naam eiser] ter zitting heeft gesteld, de opdrachtbevestiging pas is ondertekend ná totstandkoming van de tekst en de facturering daarvan.
4.12.
De conclusie is dat [naam eiser] als de rechthebbende ten aanzien van het auteursrecht kan worden aangemerkt.
Inbreuk
4.13.
Vervolgens moet worden beoordeeld of [naam gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van [naam eiser] op de advertentietekst. Daarbij maakt de rechtbank een onderscheid tussen de situatie voorafgaand aan de sommatie van [naam eiser], en die daarna.
Situatie voor sommatie
4.14.
[naam eiser] heeft een vergelijking gemaakt tussen zijn advertentietekst voor de handschoen “Xamax” en de advertentietekst van [naam gedaagde] voor de handschoen “Docci”. Deze vergelijking stond in de sommatie van 7 september 2021 en is opgenomen in bijlage 1 bij dit vonnis, welke bijlage deel uitmaakt van het vonnis. [naam gedaagde] heeft de stelling van [naam eiser] dat hij zijn advertentietekst aan die van [naam eiser] heeft ontleend niet betwist. Integendeel, ter zitting is door [naam gedaagde] erkend dat hij, toen hij de handschoenen “Docci” via bol.com te koop wilde gaan aanbieden, een vergelijkbare advertentie heeft gezocht en deze heeft overgenomen en op enkele punten heeft aangepast. Uit bijlage 1 bij dit vonnis blijkt dat de advertentietekst één-op-één door [naam gedaagde] is overgenomen, inclusief de volgende fouten:
  • “accesoires” in plaats van “accessoires”,
  • “tevredenheids garantie” in plaats van “tevredenheidsgarantie” en
  • “Bent je niet tevreden over je aankoop?” in plaats van “Ben je niet tevreden over je aankoop?”.
De door [naam gedaagde] aangebrachte wijzigingen betreffen slechts de hittebestendigheid (van 500 °C naar 800 °C) en de merknaam (“Xamax” is vervangen door “Docci”). Dit alles leidt tot de conclusie dat de advertentietekst die [naam gedaagde] gebruikte voordat hij werd gesommeerd door [naam eiser], moet worden beschouwd als een vrijwel volledige verveelvoudiging van de advertentietekst van [naam eiser]. Dat [naam gedaagde] daarvoor geen toestemming had van [naam eiser] staat vast. [naam gedaagde] heeft daarom inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van [naam eiser].
Situatie na sommatie
4.15.
Tussen partijen staat vast dat [naam gedaagde] zijn advertentietekst na de sommatie, namelijk op 8 september 2021, heeft aangepast. Volgens [naam eiser] kwamen er in de aangepaste advertentie echter nog steeds enkele teksten voor uit zijn eigen advertentietekst en was de inbreuk dus nog niet volledig gestaakt. [naam eiser] heeft een vergelijking van de betreffende passages opgenomen in de dagvaarding. Die staat hieronder.
4.16.
Het overnemen van een deel van een werk kan ook auteursrechtinbreuk opleveren. Daarvoor is vereist dat het deel “als dusdanig de oorspronkelijkheid van het volledige werk in zich” draagt (ECLI:EU:C:2009:465, Infopaq I). De vraag of de passage van [naam eiser] aan deze eis voldoet kan in het midden blijven, omdat, ook als dat zo is, van inbreuk geen sprake is. De rechtbank is namelijk van oordeel dat [naam gedaagde] met zijn passage voldoende is afgeweken. Een enkele zin is weliswaar nog hetzelfde, maar er zijn ook zinnen toegevoegd, ingekort en vervangen door andere. Zo is “Heb jij ook wel eens je handen verbrand aan een hete ovenschaal omdat de traditionele ovenwanten zo onhandig zijn?” vervangen door “Heb je ooit je hand verbrand of bijna een hete kom uit je hand laten vallen?”
4.17.
Nadat de dagvaarding was uitgebracht, heeft [naam gedaagde] de tekst nog eens aangepast op 6 december 2021. Ter zitting heeft [naam eiser] meegedeeld dat daarmee ook volgens haar geen sprake meer was van inbreuk. Ter zitting hebben partijen afgesproken dat door [naam gedaagde] een onthoudingsverklaring zal worden ondertekend.
4.18.
De conclusie is dat [naam gedaagde] voor 8 september inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van [naam eiser], daarna niet meer.
Schade en winstafdracht
4.19.
[naam eiser] stelt schade te hebben geleden door de auteursrechtinbreuk. Hij stelt dat sprake is van de volgende schadeposten:
misgelopen licentie-inkomsten;
schade als gevolg van het dalen van de exclusiviteitswaarde van de advertentietekst.
[naam eiser] vordert daarnaast winstafdracht op grond van artikel 27a Auteurswet. Omdat de omvang van de schade en/of winst zich nu niet laat vaststellen, vordert [naam eiser] verwijzing naar de schadestaatprocedure.
4.20.
[naam gedaagde] betwist dat [naam eiser] schade heeft geleden, hij betwist dat sprake is van causaal verband tussen de inbreuk en eventuele schade en/of zijn winst, en voert aan dat cumulatie van schadevergoeding en winstafdracht in dit geval niet aan de orde is.
4.21.
Voor de beoordeling neemt de rechtbank het volgende als uitgangspunten aan. [naam gedaagde] heeft inbreuk heeft gemaakt en die inbreuk is aan hem toerekenbaar; hij heeft immers bewust ontleend. Ook staat vast dat de inbreuk slechts korte tijd heeft geduurd. [naam gedaagde] heeft ter zitting immers aangevoerd – wat niet is betwist door [naam eiser] - dat hij de inbreukmakende advertenties op 29 augustus 2021 respectievelijk 5 september 2021 op bol.com heeft geplaatst. Zoals hierboven is overwogen was vanaf 8 september 2021 geen sprake meer van enige inbreuk. [naam eiser] heeft voorts erkend dat hij in de categorie “barbecuehandschoenen” één van de best scorende partijen op bol.com is en bovenaan de
rankingstaat. In dat verband heeft [naam gedaagde] aan de hand van de door hem overgelegde productie 9 aangetoond dat [naam eiser] bij de resultaten van de zoekopdracht “bbq handschoen” bovenaan staat op de eerste pagina, van in totaal 17 pagina’s. Tenslotte is ook niet in geschil dat de handschoen van [naam eiser] ten tijde van de auteursrechtinbreuk goedkoper (€ 20,-) werd aangeboden dan de handschoenen van [naam gedaagde] (€ 23,40).
Tegen de achtergrond van deze feiten gaat de rechtbank achtereenvolgens in op de vorderingen tot schadevergoeding en winstafdracht.
Schadevergoeding
4.22.
[naam eiser] stelt dat hij, als [naam gedaagde] toestemming had gevraagd en gekregen voor het gebruik van de tekst voor zijn twee advertenties, een licentievergoeding in rekening had gebracht van € 140,00 (tweemaal het bedrag van € 70,00 dat hij aan Brand on-Point heeft betaald voor het schrijven van de advertentietekst). Dat deze vorm van schade is ontstaan door de inbreuk is duidelijk. [naam gedaagde] heeft de vordering op dit punt niet weersproken. Dit onderdeel komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Omdat de schade kan worden begroot, is verwijzing naar de schadestaatprocedure niet aan de orde. Het bedrag van
€ 140,00 zal worden toegewezen.
4.23.
[naam eiser] stelt dat de exclusiviteitswaarde van zijn advertentietekst door de inbreuk is verminderd. Hij stelt daartoe dat hij de tekst speciaal voor zijn merk en product heeft laten opstellen en exclusief gebruikt voor het aanprijzen van zijn eigen product. Die exclusiviteit is cruciaal voor zijn advertenties op bol.com. Daarmee onderscheidt hij zijn merk en product namelijk van andere producten, zoals die van [naam gedaagde], aldus [naam eiser]. Naar de rechtbank begrijpt beoogt [naam eiser] hiermee te stellen dat de waarde van zijn auteursrecht door de inbreuk is verminderd.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [naam gedaagde] dit terecht betwist. De rechtbank baseert dit oordeel met name op het feit dat de inbreuk van zeer korte duur was in combinatie met het feit dat [naam eiser] bovenaan de ranking stond terwijl men ver moest doorscrollen naar beneden om bij [naam gedaagde] te komen, zoals [naam gedaagde] ter zitting heeft aangevoerd en [naam eiser] niet heeft betwist. Daarbij komt nog dat er op bol.com meer verkopers van vergelijkbare handschoenen zijn, met ook uitgebreide advertentieteksten, zoals [naam gedaagde] met zijn productie 8 heeft aangetoond. Het lag op de weg van [naam eiser] om zijn stelling nader te onderbouwen. [naam eiser] heeft dat niet gedaan. Al deze omstandigheden in aanmerking genomen kan niet worden aangenomen dat [naam eiser] schade heeft geleden in de zin van een vermindering van de waarde van zijn recht. Voor verwijzing naar de schadestaatprocedure is weliswaar niet meer nodig dan dat de mogelijkheid van schade aannemelijk is, maar die drempel is in dit geval niet gehaald.
Winstafdracht artikel 27a Aw
4.24.
Artikel 27a Auteurswet bepaalt dat de maker, naast schadevergoeding, kan vorderen dat degene die inbreuk op het auteursrecht heeft gemaakt, wordt veroordeeld de door deze ten gevolge van de inbreuk genoten winst af te dragen en dienaangaande rekening en verantwoording af te leggen. Echter, als naast vergoeding van schade bestaande in gederfde licentievergoeding, ook afdracht van winst wordt gevorderd, kan niet meer dan het grootste van die beide bedragen worden toegewezen (ECLI:NL:HR:AA5519).
4.25.
[naam eiser] stelt dat een deel van de door [naam gedaagde] met de verkoop van de “Docci” handschoenen gemaakte winst is toe te rekenen aan de inbreuk makende advertentietekst. Hij stelt dat advertentieteksten zeer belangrijk zijn voor de verkoop van producten op bol.com. Volgens hem is aannemelijk dat [naam gedaagde] minder handschoenen zou hebben verkocht als hij een minder professionele advertentietekst of helemaal geen advertentietekst zou hebben gebruikt.
4.26.
[naam gedaagde] brengt daar tegenin dat de keuze van de consument voor barbecue handschoenen als de onderhavige op een platform als bol.com veelal zal worden bepaald door de
ranking, het merk en de prijs en niet zozeer door de in de advertentie gebruikte tekst. Hij betwist dus het causaal verband tussen de inbreuk en zijn winst.
4.27.
Het auteursrecht beschermt alleen de subjectieve vorm van de advertentietekst (die in dit geval wordt gekenmerkt door de woordkeuze, zinsopbouw enz, zoals hierboven is overwogen), niet de objectieve inhoud. De rechtbank is van oordeel dat niet direct valt in te zien dat een consument die op bol.com een barbecue handschoen zoekt juist door de specifieke subjectieve vorm van de gebruikte tekst voor [naam gedaagde] zou kiezen, en niet door de objectieve inhoud. Dat valt nog minder in te zien nu [naam eiser] met dezelfde tekst boven aan stond in de ranking en beduidend goedkoper was. Het ligt meer voor de hand dat de betreffende consument dan voor [naam eiser] zou kiezen. Het lag op de weg van [naam eiser] om nader toe te lichten en te onderbouwen dat [naam gedaagde]
als gevolg vande inbreukmakende advertentietekst winst heeft genoten.
Het voorgaande brengt mee dat de gevorderde winstafdracht niet toewijsbaar is.
Vorderingen
4.28.
Nu de inbreuk al op 8 september 2021 is gestaakt, niet is gebleken van feiten of omstandigheden die aanleiding geven om aan te nemen dat sprake is van een dreigende inbreuk, en juist in tegendeel, is afgesproken dat een onthoudingsverklaring wordt getekend, heeft [naam eiser] geen belang bij toewijzing van zijn vordering onder I, die - kort gezegd - strekt tot staking van de auteursrechtinbreuk. Voor toewijzing van die vordering is daarom geen plaats.
4.29.
Vordering II strekt tot het afleggen van rekening en verantwoording als bedoeld in artikel 27a Auteurswet. Omdat de gevorderde winstafdracht niet toewijsbaar is, is ook deze vordering niet toewijsbaar.
4.30.
Omdat vorderingen I en II niet toewijsbaar zijn, is de onder vordering III gevorderde dwangsom evenmin toewijsbaar.
4.31.
Vordering IV is toewijsbaar tot het hiervoor onder 4.22 genoemde bedrag van € 140,00. Voor het overige is deze vordering niet toewijsbaar.
4.32.
De gevorderde wettelijke rente (vordering V) is toewijsbaar over het bedrag van € 140,00 vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van voldoening.
Proceskosten
4.33.
Beide partijen worden gedeeltelijk in het ongelijk gesteld. De rechtbank ziet daarin aanleiding om de kosten van de procedure te compenseren in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt. Hoewel de vorderingen van [naam eiser] bijna volledig worden afgewezen, zijn - omdat wél is vastgesteld dat sprake is geweest van een auteursrechtinbreuk en [naam eiser] daartegen op goede gronden heeft opgetreden en er enige schade is geleden - beide partijen aan te merken als gedeeltelijk in het (on)gelijk gestelde partij.

5..De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt [naam gedaagde] om aan [naam eiser] Solutions te betalen een bedrag van € 140,00 (éénhonderdveertig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 26 november 2021 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.M. Diekman en in het openbaar uitgesproken op 3 augustus 2022.
1977/2502
Bijlage 1: de door [naam eiser] gemaakte vergelijking, opgenomen in de sommatie van 7 september 2021, tussen de advertentietekst voor de handschoen “Xamax” van [naam eiser] (links) en de advertentietekst voor de handschoen “Docci” van [naam gedaagde] (rechts)