ECLI:NL:RBROT:2022:6843
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen algemeen verbindend voorschrift inzake parkeertarieven
In deze zaak heeft eiser op 11 oktober 2021 bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, dat op 12 oktober 2021 is genomen. Dit besluit betreft de vaststelling van parkeertarieven voor bepaalde straten in het stadsdeel Kralingen-Crooswijk, waaronder De Esch. Het college heeft op 15 februari 2022 het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard, waarop eiser beroep heeft ingesteld.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk ongegrond is en heeft daarom uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank legt uit dat het besluit van 12 oktober 2021 een algemeen verbindend voorschrift is, waartegen geen bezwaar of beroep kan worden ingesteld. Dit betekent dat het college terecht heeft bepaald dat het bezwaar van eiser niet inhoudelijk kon worden behandeld.
De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit in stand blijft en er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter E.B.J. van Elden en griffier H. Sabanovic, en is openbaar uitgesproken op 17 augustus 2022. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de partijen, met de mogelijkheid voor eiser om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.