In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de kantonrechter op 25 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Glasgroothandel en Glasindustrie Van Noordenne B.V. (hierna: Van Noordenne) en Trabor Gevelprojecten B.V. (hierna: Trabor). Van Noordenne vorderde betaling van herplaatsingskosten van een ruit die zij aan Trabor had geleverd, terwijl Trabor in reconventie een vordering instelde voor de kosten van herplaatsing van een ruit in het project Biesbosch. De kantonrechter oordeelde dat Van Noordenne inderdaad verantwoordelijk was voor de herplaatsingskosten, maar dat deze kosten redelijkerwijs beperkt moesten worden tot een bedrag van € 3.633,75 exclusief btw. Dit bedrag werd in mindering gebracht op het door Van Noordenne gevorderde restant factuurbedrag van € 6.407,04, waardoor Trabor nog een bedrag van € 2.010,20 aan Van Noordenne moest betalen.
Daarnaast was er een geschil over de levering van ruiten in het project Huizen. Trabor had de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden, maar de kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van verzuim aan de zijde van Van Noordenne, waardoor de ontbinding niet rechtsgeldig was. Trabor werd veroordeeld om € 2.850,28 te betalen voor de zeven goed geleverde ruiten. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van Van Noordenne toegewezen, omdat Trabor in conventie grotendeels ongelijk kreeg. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.