ECLI:NL:RBROT:2022:6773

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 augustus 2022
Publicatiedatum
15 augustus 2022
Zaaknummer
9514010
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van herplaatsingskosten en geschil over ontbinding van overeenkomst

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de kantonrechter op 25 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Glasgroothandel en Glasindustrie Van Noordenne B.V. (hierna: Van Noordenne) en Trabor Gevelprojecten B.V. (hierna: Trabor). Van Noordenne vorderde betaling van herplaatsingskosten van een ruit die zij aan Trabor had geleverd, terwijl Trabor in reconventie een vordering instelde voor de kosten van herplaatsing van een ruit in het project Biesbosch. De kantonrechter oordeelde dat Van Noordenne inderdaad verantwoordelijk was voor de herplaatsingskosten, maar dat deze kosten redelijkerwijs beperkt moesten worden tot een bedrag van € 3.633,75 exclusief btw. Dit bedrag werd in mindering gebracht op het door Van Noordenne gevorderde restant factuurbedrag van € 6.407,04, waardoor Trabor nog een bedrag van € 2.010,20 aan Van Noordenne moest betalen.

Daarnaast was er een geschil over de levering van ruiten in het project Huizen. Trabor had de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden, maar de kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van verzuim aan de zijde van Van Noordenne, waardoor de ontbinding niet rechtsgeldig was. Trabor werd veroordeeld om € 2.850,28 te betalen voor de zeven goed geleverde ruiten. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van Van Noordenne toegewezen, omdat Trabor in conventie grotendeels ongelijk kreeg. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
locatie Dordrecht
zaaknummer: 9514010 CV EXPL 21-4622
datum uitspraak: 25 augustus 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Glasgroothandel en Glasindustrie Van Noordenne B.V.,
vestigingsplaats: Hardinxveld-Giessendam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: [naam],
tegen
Trabor Gevelprojecten B.V.,
vestigingsplaats: Giessenburg, gemeente Molenlanden,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. P.A. Visser.
De partijen worden hierna ‘Van Noordenne’ en ‘Trabor’ genoemd.
1.2. De procedure
2.1. Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 27 oktober 2021, met bijlagen;
  • het antwoord met eis in reconventie (tegeneis), met bijlagen;
  • de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • het antwoord in reconventie;
  • de brief van Trabor met een aanvullende productie.
2.2. Op 13 juni 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen en de gemachtigden besproken.

3..Het geschil

3.1.
Van Noordenne eist samengevat:
  • Trabor te veroordelen aan haar te betalen € 11.107,23 met rente;
  • Trabor te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Biesbosch
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 6.407,04 (restant bedrag factuur FV20005638), rente van € 1.169,49 (berekend tot 27 oktober 2021) en buitengerechtelijke kosten van € 961,05, waarop in mindering is gebracht € 4.142,74 aan vergoeding van verwijderings-en vervangingskosten.
Huizen
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 7.626,87 (factuur FV18032568), rente van € 2.718,08 (berekend tot 27 oktober 2021) en buitengerechtelijke kosten van € 1.144,03, waarop in mindering is gebracht € 4.776,59 in verband met niet goede ruiten.
3.2.
Van Noordenne baseert de eis op het volgende. Zij heeft volgens afspraak glas aan Trabor geleverd. Trabor moet daarvoor betalen.
3.3.
Trabor is het niet eens met de eis van Van Noordenne en eist zelf samengevat voorwaardelijk (voor als de vordering in conventie van Van Noordenne wordt toegewezen):
  • Van Noordenne te veroordelen aan haar te betalen € 6.406,95;
  • Van Noordenne te veroordelen in de proceskosten.
3.4.
Trabor baseert de tegeneis op het volgende. Van Noordenne moet de kosten betalen voor de herplaatsing van een ruit in het project Biesbosch, omdat partijen dat met elkaar hebben afgesproken.
3.5.
Trabor is het niet eens met de eis van Van Noordenne ten aanzien van de factuur voor het project Huizen. Trabor voert aan dat zij de overeenkomst op 25 juni 2020 heeft ontbonden en daarom niets hoeft te betalen.

4..De beoordeling

Biesbosch
afspraak: Van Noordenne betaalt herplaatsingskosten ruit
4.1.
Er is door Van Noordenne een ruit geleverd aan Trabor. Die ruit heeft Trabor geplaatst. Afgesproken is dat als de ruit gedurende de garantietermijn scheurt, Van Noordenne gratis een nieuwe ruit zal leveren en ook de herplaatsingskosten zal betalen. De ruit is gescheurd. Van Noordenne heeft gratis een nieuwe ruit geleverd. Trabor heeft een factuur (200144) van € 6.406,95 inclusief btw aan Van Noordenne gestuurd voor de herplaatsingskosten. Dit bedrag heeft Trabor verrekend met een openstaande factuur die niet wordt betwist (FV20005638). Volgens Van Noordenne zijn de door Trabor gefactureerde kosten niet redelijk. Daarom gaat zij niet akkoord met de verrekening en vordert zij het restant bedrag van de niet betwiste factuur. Van Noordenne moet echter zoals is afgesproken wel de redelijke herplaatsingskosten voor haar rekening nemen. Dat is een bedrag van € 3.633,75 exclusief btw. Hierna wordt uitgelegd hoe dit bedrag is opgebouwd.
uren werknemers € 840,-
4.2.
Trabor voert onderbouwd aan dat er drie mensen daadwerkelijk 8 uur hebben gewerkt. Volgens Van Noordenne zitten daar ook uren bij die het gevolg zijn van het omvallen van de steiger en mogen die niet aan haar in rekening worden gebracht. Het is juist dat er in de voormelde 24 uur uren zijn begrepen voor het opnieuw opbouwen van de steiger nadat die was omgevallen. Het omvallen van de steiger is echter een normaal bedrijfsrisico. Niet is gesteld of gebleken dat het omvallen van de steiger het gevolg is van een fout van Trabor. De kosten voor de heropbouw moet Van Noordenne betalen, omdat Trabor anders alsnog zelf herplaatsingskosten zou hebben. Dat is onder deze omstandigheden niet redelijk. Gelet op het voorgaande zal worden uitgegaan van 24 werkuren. Er is geen nieuwe steiger gefactureerd. Van Noordenne betwist de hoogte van het uurtarief van € 50,- exclusief btw. Volgens van Noordenne is dat een commercieel uurtarief en geen schade. De door partijen gemaakte afspraak over het vergoeden van de herplaatsingskosten door Van Noordenne wordt zo uitgelegd dat daaronder niet wordt begrepen winst en marge voor Trabor, maar alleen de kosten die Trabor daadwerkelijk maakt. Van Noordenne acht een uurtarief van € 35,- wel redelijk. Trabor heeft niet gesteld dat de daadwerkelijke kosten hoger waren. Daarom wordt een bedrag van € 840,- exclusief btw toegewezen (24 x € 35,-).
glaszuiger € 318,75
4.3.
Trabor erkent tijdens de zitting dat de werknemers tijdens de 24 gefactureerde werkuren ook de glaszuiger hebben opgehaald en teruggebracht. Deze was nodig voor de herplaatsing. Daar heeft Trabor apart uren voor in rekening gebracht. Dat komt neer op een dubbeltelling en is dus niet terecht.
Alleen de kosten voor de glaszuiger zelf van € 318,75 exclusief btw zijn terecht in rekening gebracht. Van Noordenne betwist niet dat de glaszuiger nodig was in het kader van de herplaatsingswerkzaamheden.
geen wachturen chauffeur
4.4.
Trabor erkent dat de door haar in rekening gebrachte kosten van € 480,- exclusief btw voor wachturen van de chauffeur in mindering moeten worden gebracht op de factuur.
huur kraan € 2.250,-
4.5.
Van Noordenne betwist niet dat het inzetten van een kraan noodzakelijk was voor het herplaatsen van de ruit. Van Noordenne hoeft alleen de daadwerkelijke kosten voor de huur van de kraan aan Trabor te betalen. Dat is € 2.250,- exclusief btw. Trabor heeft onvoldoende onderbouwd dat de kosten voor extra voorbereidingswerkzaamheden voor afzonderlijke vergoeding in aanmerkingen moeten komen.
steigerkosten € 150,- en klein materiaal € 75,-
4.6.
Deze posten zijn door Van Noordenne niet betwist. Zij moet deze kosten daarom betalen.
na verrekening nog € 2.010,20 betalen
4.7.
Van Noordenne moet € 3.633,75 exclusief btw aan herplaatsingskosten betalen. Dat is € 4.396,84 inclusief btw. Dat bedrag wordt in mindering gebracht op het door Van Noordenne gevorderde restant factuurbedrag van € 6.407,04. Trabor moet nog een restant factuurbedrag van € 2.010,20 inclusief btw aan Van Noordenne betalen.
rente en buitengerechtelijke incassokosten
4.8.
Trabor heeft de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Van Noordenne niet betwist. Daarom moet Trabor rente van 12% per jaar betalen over het toegewezen bedrag aan hoofdsom vanaf 30 dagen na 14 februari 2020 (factuurdatum). De buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen tot een bedrag van € 301,53 (15% van de toegewezen hoofdsom).
Huizen
niet alle ruiten bij levering goed: afspraak bij fabrikant op 12 oktober 2018
4.9.
Door Trabor is op 26 juli 2018 glas besteld bij Van Noordenne. Dat glas is op 29 augustus 2018 door Van Noordenne geleverd. Vlak na de levering bleek dat bij een aantal ruiten de randafwerking niet goed was. Voor deze procedure is relevant dat partijen het erover eens zijn dat er zeven ruiten wel helemaal goed waren. Al het glas is retour gegaan naar de fabrikant. Partijen hebben op 12 oktober 2018 een bezoek gebracht aan de fabrikant. Volgens Trabor zou het glas toen zijn hersteld en opnieuw worden geleverd. Van Noordenne voert aan dat partijen het glas op die dag met een deskundige zouden bekijken om vast te stellen wat er met de “niet goede” ruiten moest gebeuren.
buitengerechtelijke ontbinding door Trabor niet rechtsgeldig
4.10.
Trabor heeft de gehele overeenkomst (dus ook voor het deel van de goede ruiten) buitengerechtelijk ontbonden. Volgens Trabor hoeft zij daarom niets te betalen voor de ruiten van dit project. Trabor stelt zich op het standpunt dat Van Noordenne niet aan haar verplichtingen heeft voldaan. Dat laatste betwist Van Noordenne niet. Van Noordenne betwist wel dat zij in verzuim [1] verkeert. Verzuim is nodig om een overeenkomst te mogen ontbinden. Aan dat wettelijke vereiste is niet voldaan, zodat de buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst door Trabor niet rechtsgeldig is.
geen verzuim
4.11.
Er is geen sprake van verzuim van Van Noordenne gelet op het volgende. Trabor heeft Van Noordenne op 18 september 2018 gevraagd om de ruiten nog niet te leveren. Van Noordenne heeft Trabor na het bezoek aan de fabrikant herhaaldelijk gevraagd wat de status was. Trabor bevestigt in haar reacties telkens dat er nog niet geleverd moet worden. Van Noordenne hoefde daarom nog niets te doen. Trabor heeft nooit groen licht gegeven voor een nieuwe levering en dus ook geen termijn gegeven voor nakoming. Ook niet (vlak) voor of na het bezoek aan de fabrikant. Uit de houding van Van Noordenne kan niet worden afgeleid dat zij niet meer wilde leveren.
€ 2.850,28 betalen voor 7 goede ruiten
4.12.
De overeenkomst tussen partijen geldt gelet op het voorgaande nog onverkort. Dat betekent dat partijen over en weer aan hun verplichtingen moeten voldoen. Van Noordenne eist in deze procedure € 2.850,28 inclusief btw. Trabor betwist niet dat dit bedrag betrekking heeft op de 7 goede ruiten. Ten aanzien van de verschuldigdheid van dit deel van de factuur heeft Trabor geen geslaagd verweer gevoerd. Trabor moet het gevorderde bedrag daarom betalen.
4.13.
rente en buitengerechtelijke incassokosten
4.14.
Trabor heeft de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Van Noordenne niet betwist. Daarom moet Trabor rente van 12% per jaar betalen over het toegewezen bedrag aan hoofdsom. Gelet op alle omstandigheden wordt de rente toegewezen vanaf de dag van dagvaarding. De buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen tot een bedrag van € 427,54 (15% van de toegewezen hoofdsom).
Biesbosch & Huizen
proceskosten
4.15.
Trabor krijgt in conventie voor het grootste deel ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Van Noordenne tot vandaag vast op € 103,28 aan dagvaardingskosten, € 507,- aan griffierecht en € 622,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 311,- tarief). Dit is totaal € 1.232,28.
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.16.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
reconventie
4.17.
In het kader van het beroep op verrekening in conventie is het standpunt van Trabor in reconventie al beoordeeld. De vordering in reconventie wordt gelet op het oordeel in conventie afgewezen in verband met een gebrek aan belang. Partijen dragen in reconventie ieder de eigen proceskosten. Dat betekent dat zij geen vergoeding hoeven te betalen voor de kosten die de andere partij in reconventie voor deze rechtszaak heeft gemaakt.

5..De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
5.1.
veroordeelt Trabor om aan Van Noordenne te betalen € 2.311,73 met 12% rente per jaar over € 2.010,20 vanaf 15 maart 2020 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt Trabor om aan Van Noordenne te betalen € 3.277,82 met 12% rente per jaar over € 2.850,28 vanaf 27 oktober 2021 tot de dag van volledige betaling;
5.3.
veroordeelt Trabor in de proceskosten, aan de kant van Van Noordenne tot vandaag vastgesteld op € 1.232,28;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
in reconventie
5.6.
wijst de vordering af;
5.7.
compenseert de proceskosten.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele en in het openbaar uitgesproken.
703

Voetnoten

1.Artikel 81 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering