Op 15 juli 2022 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarige kinderen, [naam kind 1] en [naam kind 2]. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die de kinderen onder toezicht heeft gesteld. De kinderen verblijven momenteel in een gezinshuis, nadat zij eerder onder toezicht zijn gesteld en een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing hebben gekregen. De moeder van de kinderen heeft in de afgelopen periode moeite gehad om zich aan de gemaakte afspraken te houden, wat heeft geleid tot een escalatie in de situatie. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de veiligheid van de kinderen bij de moeder niet langer gewaarborgd kan worden en dat het noodzakelijk is om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen.
Tijdens de mondelinge behandeling waren zowel de vader als de moeder aanwezig, waarbij de moeder aangaf dat zij hard aan zichzelf werkt en hoopt op een toekomstige thuisplaatsing van [naam kind 2]. De vader steunt de verlenging van de machtiging, maar wenst ook een uitbreiding van de bezoekregeling. De kinderrechter heeft op basis van de feiten en de mondelinge behandeling geoordeeld dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing in het belang van de verzorging en opvoeding van de kinderen noodzakelijk is. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.