ECLI:NL:RBROT:2022:6747

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 juni 2022
Publicatiedatum
12 augustus 2022
Zaaknummer
10/029442-22, 10/034939-22 en 10/071735-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in meervoudige strafzaak met betrekking tot bedreiging en brandstichting in psychiatrische kliniek

Op 29 juni 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een meervoudige strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van bedreiging en brandstichting. De verdachte werd vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De rechtbank overwoog dat de bedreiging die de verdachte zijn moeder had geuit, niet voldoende bewijs opleverde voor een veroordeling. De moeder had geen aangifte gedaan en de verklaring van de verdachte dat hij zijn moeder wilde waarschuwen, werd geloofd.

Daarnaast werd de verdachte ook vrijgesproken van de brandstichtingen in de psychiatrische kliniek waar hij verbleef. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte met het verbranden van een vel papier in het rookhok gemeen gevaar voor goederen of levensgevaar had veroorzaakt. Evenmin kon worden vastgesteld of de verdachte verantwoordelijk was voor de branden in zijn kamer, omdat er geen bewijs was dat deze branden daadwerkelijk hadden plaatsgevonden.

Ten slotte werd de verdachte ook vrijgesproken van het in brand steken van een bijbel in de badruimte van zijn kamer, omdat er geen bewijs was dat dit gemeen gevaar voor goederen of levensgevaar had opgeleverd. De rechtbank deelde wel de zorgen van de officier van justitie over het welzijn van de verdachte en de mogelijke gevaren van zijn gedrag, maar oordeelde dat er geen basis was voor een veroordeling. De vordering van de officier van justitie om de verdachte ter observatie naar het Pieter Baan Centrum te sturen, werd afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummers: 10/029442-22, 10/034939-22 en 10/071735-22
Datum uitspraak: 29 juni 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
laatstelijk verblijvende in de kliniek Antes te Poortugaal,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in
de Penitentiaire Inrichting Haaglanden, PPC,
raadsvrouw mr. C. Purperhart, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 29 juni 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. Boekhoud heeft gevorderd:
primair:
- aanhouding van het onderzoek met een bevel ex artikel 317 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) tot plaatsing van de verdachte ter observatie in het Pieter Baan Centrum te Almere;
subsidiair:
  • bewezenverklaring van de onder parketnummer 10/029442-22 ten laste gelegde bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
  • bewezenverklaring van de onder parketnummer 10/034939-22 ten laste gelegde brandstichtingen met gemeen gevaar voor goederen en vrijspraak van het overigens ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van de onder parketnummer 10/071735-22 ten laste gelegde brandstichting met gemeen gevaar voor goederen en vrijspraak van het overigens ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 360 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar.

4..Waardering van het bewijs

Het onder 10/029442-22 ten laste gelegde

In de nacht van 3 februari 2022 heeft de verdachte zijn moeder gebeld en de als bedreiging ten laste gelegde uitlatingen gedaan. De moeder heeft geen aangifte willen doen tegen haar zoon. Zij heeft verklaard zich ernstig zorgen te maken over zijn psychische gezondheid en wil dat hij daarvoor passende hulp krijgt. De verdachte heeft ontkend zijn moeder te hebben bedreigd. Hij wilde haar, zo heeft hij bij de politie en ter terechtzitting verklaard, met het telefoongesprek waarschuwen dat ze moest stoppen met stressen en met roken, omdat dat anders haar dood zou worden.
Nog daargelaten of de ten laste gelegde bewoordingen een bedreiging opleveren, is het bewijs daarvoor, de enkele verklaring van de moeder van de verdachte, onvoldoende. Dit brengt met zich mee dat de verdachte van de ten laste gelegde bedreiging zal worden vrijgesproken.
Het onder 10/034939-22 ten laste gelegde
Op 9 februari 2022 heeft de verdachte een vel papier in brand gestoken in het rookhok van de psychiatrische kliniek waar hij op dat moment verbleef. Kort hierna werd in de kamer van de verdachte naast het bed, vlakbij een deken, een verbrande sok aangetroffen. Op
de vloer naast het hoofdeinde van het bed lag een stapeltje half verbrande papieren. In de badkamer lagen resten van iets dat kennelijk eveneens in brand was gestoken en daarna weer was gedoofd.
De rechtbank overweegt als volgt.
De verdachte zal van de verdenking van brandstichting in het rookhok worden vrijgesproken, omdat het dossier geen bewijs bevat dat met het verbranden van een vel papier in het rookhok gemeen gevaar voor goederen, dan wel levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen is ontstaan.
Ten aanzien van de verdenking van brandstichting in de kamer van de verdachte is, bij gebreke aan enig onderzoek waaruit dat kan blijken, niet vast te stellen wanneer en onder welke omstandigheden die brand(en) zouden hebben plaatsgevonden en of de verdachte hier de hand in heeft gehad.
Dit betekent ook dat de rechtbank niet kan vaststellen wanneer de subsidiair ten laste gelegde vernielingen hebben plaatsgevonden en of de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt.
De verdachte zal daarom zowel van het primair als van het subsidiair ten laste gelegde worden vrijgesproken.
Het onder 10/071735-22 ten laste gelegde
Op 21 maart 2022 heeft de verdachte in de badruimte van zijn kamer in eerdergenoemde kliniek een bijbel in brand gestoken.
De rechtbank stelt vast dat het dossier geen bewijs bevat dat met het verbranden van de bijbel in de badkamer gemeen gevaar voor goederen, dan wel levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen is ontstaan. Van de primair ten laste gelegde brandstichting zal de verdachte daarom worden vrijgesproken.
Van de subsidiair ten laste gelegde vernieling van de bijbel zal de rechtbank de verdachte eveneens vrijspreken omdat hij heeft verklaard dat deze bijbel zijn eigendom was en bewijs van het tegendeel niet voor handen is. De rechtbank kan op basis van de inhoud van het dossier voorts niet vaststellen of de verdachte een hoofdkussen, een dekbed en een boek heeft vernield en/of heeft beschadigd en/of onbruikbaar heeft gemaakt en/of heeft weggemaakt, zoals hem subsidiair eveneens ten laste is gelegd. De verdachte zal ook hiervan worden vrijgesproken.
Conclusie
De verdachte wordt van de gehele tenlastelegging vrijgesproken.
Gelet op de vrijspraak is er voor toewijzing van de vordering van de officier van justitie, dat de verdachte op de voet van artikel 317 Sv voor een onderzoek naar de geestvermogens ter observatie zal worden overgebracht naar het Pieter Baan Centrum, geen ruimte.
Die vordering wijst de rechtbank dan ook af.
Ten overvloede overweegt de rechtbank dat zij de zorgen van de officier van justitie met betrekking tot het welzijn van de verdachte en mogelijke gevaren van zijn gedrag deelt.
Zij gaat er van uit dat hierop in het kader van de nog lopende zorgmachtiging voldoende zal worden geacteerd.

5..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder parketnummers 10/029442-22, 10/034939-22 en 10/071735-22 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte. Deze beslissing is afzonderlijk geminuteerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.G. van de Kragt, voorzitter,
en mrs. J.M.L. van Mulbregt en P.C. Tuinenburg, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.C. Fraaij, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 29 juni 2022.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
onder parketnummer 10/029442-22
hij op of omstreeks 3 februari 2022 te Rozenburg, gemeente Rotterdam, althans in Nederland, [naam slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [naam slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen "binnenkort ga je dood" en/of "ja dit is een doodsbedreiging", althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekking.
onder parketnummer 10/034939-22
hij, op of omstreeks 9 februari 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, opzettelijk meermalen, althans eenmaal, brand heeft gesticht door (telkens) open vuur in aanraking te brengen met één of meerdere doeken en/of dekens en/of papier, althans met een brandbare stof, ten gevolge waarvan die geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is
ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor goederen, namelijk de psychiatrische (zorg)inrichting Antes, en/of de cel/kamer van verdachte in die kliniek en/of de rookruimte van die kliniek, en/of de voorwerpen op die kamer of in en rondom die rookruimte, te duchten was, en/of levensgevaar voor een ander en/of anderen, namelijk de medebewoners en/of medewerkers van die kliniek, in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 9 februari 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard opzettelijk en wederrechtelijk
- de cel/kamer van verdachte binnen de psychiatrische (zorg)inrichting Antes en/of
- de voorwerpen op die kamer, te weten één of meerdere doeken en/of dekens en/of papier en/of
- de rookruimte van de psychiatrische (zorg)inrichting Antes,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de psychiatrische (zorg)inrichting Antes, althans aan (een) ander en/of anderen dan aan verdachte, toebehoorde(n) heeft vernield en/of heeft beschadigd en/of onbruikbaar heeft gemaakt en/of heeft weggemaakt.
onder parketnummer 10/071735-22
hij, op of omstreeks 21 maart 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, opzettelijk
brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een boek en/of Bijbel,
en/of (vervolgens) met een hoofdkussen en/of een dekbed, althans met een brandbare stof,
ten gevolge waarvan voornoemd(e) hoofdkussen en/of dekbed en/of Bijbel en/of boek geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor
- een hoofdkussen en/of een dekbed en/of
- de inboedel en/of de kamer van verdachte en/of
- de gehele (woon)unit en/of (het) gebouw van de (psychiatrische zorg)inrichting Antes (kliniek V) en/of
- de (mede)bewoners en/of het personeel van de (psychiatrische zorg)inrichting Antes (kliniek V),
in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of personen, te duchten was en/of levensgevaar voor een ander en/of anderen, te weten de (mede)bewoners en/of het
personeel (medewerkers) van die kliniek, in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel voor een ander of anderen te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 21 maart 2022 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, opzettelijk en wederrechtelijk een hoofdkussen en/of een dekbed en/of een Bijbel en/of een boek, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Antes (kliniek V), in elk geval aan een ander, althans (een) ander of anderen dan aan verdachte, toebehoorde(n) heeft vernield en/of heeft beschadigd en/of onbruikbaar heeft gemaakt en/of heeft weggemaakt.