Op 10 juni 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die op 22 juli 2021 een medewerker van het gemeentehuis in Rotterdam heeft bedreigd. De verdachte heeft dreigende woorden geuit, waarbij hij heeft aangegeven dat hij de medewerker zou 'schieten, net als Peter R. de Vries'. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en dat er geen verweer is gevoerd dat tot vrijspraak zou leiden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht is bewezen, maar heeft besloten om geen straf of maatregel op te leggen, aangezien de verdachte reeds een gevangenisstraf van zes jaar heeft gekregen in een andere zaak. De rechtbank heeft de verdachte schuldig verklaard zonder oplegging van een straf of maatregel, in overeenstemming met artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffiers en is openbaar uitgesproken op de datum van het vonnis.